Works in progress

Ryo Sweater
Ik ben druk bezig aan mijn Ryo, die ik brei in Ulysse van De Rerum Natura. Ik heb hier al vaker mee gebreid, ik breide er mijn Trove mee en een vest voor M. waar ik nog steeds geen goede foto’s van heb. Het is merino, dus lekker zacht. Ik vind het wel snel breken, maar dat komt vast doordat ik lomp ben. O, en het kan niet in de wasmachine, mocht je dat belangrijk vinden. Ik weet dat meerdere Nederlandse winkels dit garen verkopen, maar om een of andere reden vind ik daar meestal niet genoeg van de kleur die ik wil. Naast dat het dit keer ondanks de verzendkosten goedkoper bleek om het rechtstreeks bij De Rerum Natura in Frankrijk te bestellen. Dit is de kleur Fusain. Ik wilde graag donkergrijs, maar twijfelde een beetje of dit niet te donker zou worden, vroeg me af of je het werkje goed zou kunnen zien. Daar kom je niet achter door allerlei foto’s op Ravelry te gaan bestuderen met telkens ander licht, maar dat ga ik dan toch doen. Ik ben erg blij dat ik de gok genomen heb, want ik vind het zeker niet te donker, ik denk dat ik een tint lichter (die heet Granit) te licht zou hebben gevonden.

Ik hoop dat ik de goede maat aan het breien ben, ik vind hem er nu vrij klein uitzien (gaan we weer). Maar ik heb proeflapjes gebreid en merino gaat groeien bij wassen en opspannen, dus voorlopig verander ik niks. De caliper cables vielen me tegen, je maakt dan door een dubbele omslag extra grote lussen en die kruis je daarna met een paar gewone steken. Dat lukte niet goed, ik had steeds het idee dat die lussen gedraaid waren. Nu doe ik het toch maar met een kabelnaald en probeer ik ze extra goed te checken. Daardoor schiet het niet zo op. Op de rug hoort eigenlijk een soort rechthoek van die kabels, maar dat vond ik niet mooi, dus ik brei de hele rug gewoon recht. Deze trui wordt soms ook wel voor/door mannen gebreid, en daarin is het vaker aangepast, viel me op. En dan vraag ik me toch af wat maakt dat sommige mensen dat detail als vrouwelijk labelen. Maar ik vind dat vooral interessant, ik denk dan niet: o, blijkbaar is dat vrouwelijk, ik ben een vrouw, dus ik moet het erin laten. Dat is juist een voordeel van zelf breien, dat ik zoiets aan kan passen. Het is op Ravelry gelabeld als unisex patroon en iedereen moet het natuurlijk lekker zelf weten, maar er staat alleen helemaal onderaan iets als: laat de short rows weg als je voor een man breit. Ik weet niet of dat voldoende is voor een goede pasvorm. Maar goed, daar hoef ik me geen zorgen over te maken.

Inmiddels heb ik de armsgaten gemaakt en brei ik rond in plaats van heen en weer. Ik denk dat ik na deze bol eerst maar eens aan een mouw moet beginnen, om te voorkomen dat er later weer een lang verblijf op sleeve island volgt.

Ik ben begonnen aan mijn Musselburgh, waar ik de vorige keer al over schreef. Aan deze kant met de Basic Sock van Wol met Verve in de kleur Dark Moss. Ik ben nu net bij het rechte stuk, waar iedereen nogal enthousiast over is. Ik kan me ook voorstellen dat het een fijn werkje is om mee te nemen en steeds even op te pakken. Nu is iedereen nogal enthousiast over deze muts, en er is dan ook nogal veel informatie over te vinden. Ik moet me inhouden om niet ál die filmpjes te gaan kijken, want ik heb in theorie betere dingen te doen. Ik heb de disappearing loop cast-on uit het patroon gebruikt, ik dacht dat die heel moeilijk was, maar dat viel mee, al werd het gaatje wel steeds groter tot ik de begindraad vastzette. Hopelijk blijft het goed zitten. Ik ben sceptisch over of ik met de goede maat ga eindigen, want mijn hoofdomtrek zit tussen twee maten in en het patroon vraagt om nauwkeurig meten (per halve steek). Het garen is in ieder geval mooi :)

Breidagen 2024

De Breidagen verdienen toch echt nog een aparte blog. Ik kan daar altijd erg naar uitkijken, ook omdat ik op zo’n dag veel even mag parkeren van mezelf. Dus nu baal ik ervan dat het alweer voorbij is, ook omdat de dag helaas niet leuk eindigde (het is nu weer oké, en het had eigenlijk niet eens iets met mij te maken, maar het was toch erg vervelend).

Zoals S. al meerdere keren had opgemerkt nog voordat we de ingang bereikten: het was druk. Er stond een rij. Dat bleek vooral te komen doordat het niet heel handig ging en er niet echt een entree was (je liep zo’n beetje direct tegen de eerste kraam op), maar het was geen ideale start. Het was wel een goed idee van S. om in de tweede hal te beginnen, en bij de kramen vond ik het niet te druk. Alleen wil ik altijd graag niet alleen shoppen, maar ook lekker ergens zitten en koffiedrinken en kletsen en aankopen showen én breien, en dat kon eigenlijk allemaal niet echt. De rij voor de horeca was gigantisch, en verder kon je vrijwel nergens zitten. Dat vond ik echt heel jammer, ik hoop dat ze dat een volgende keer anders doen. Ik zag dat ik ook niet de enige was die daarover klaagde. Ik heb wel weer genoten van het kijken wat iedereen droeg en nieuwe inspiratie opgedaan. En ik kreeg van iemand het compliment dat mijn shawl (ik droeg mijn Stellate) de mooiste was die ze daar had gezien, dat was natuurlijk superleuk om te horen! Met iemand anders raakte ik in gesprek over brioche, omdat daar een workshop over werd gegeven en zij net opmerkte hoe verschrikkelijk ze dat vond toen ze mij voorbij zag wandelen met mijn shawl, die deels in brioche is :)

Workshop wolverven
Ik had een workshop wolverven geboekt bij Draadkracht. Vriendin C. had dat gedaan op de Handwerkbeurs. Het leek mij ook leuk om dat eens uit te proberen en ik koos er ook voor omdat het lang onzeker was of S. mee zou gaan. Nu vond S. het geen probleem om zich een uurtje zonder mij te vermaken op de beurs, al was het bij nader inzien handiger geweest als we íéts later uit elkaar waren gegaan, want je bleek zelf een streng garen uit te mogen zoeken om te verven en er was veel keuze, haar advies was welkom geweest! Al heb ik uiteindelijk voor een basic sokkengaren gekozen en denk ik dat dat prima is. Misschien brei ik er ook sokken van, misschien niet, ik zie wel. Ik vond het heel leuk! Het was vooral bezig zijn en uitproberen. In ieder geval voor mij, ik ambieer totaal niet om er iets mee te gaan doen, dus ik kwam daar ook niet echt om het te leren. Ze waren zeker bereid om meer uitleg te geven als je daarom vroeg, maar ze lieten je ook lekker je gang gaan, en dat vind ik fijn, als het gewoon ontspannen is. Ik heb een keer een kerststuk gemaakt bij een bloemist met mensen die dat graag deden daar, en dat was meteen de laatste keer. Bloednerveus werd ik ervan (en ik sneed uiteraard in mijn vinger), omdat die vrouw deed alsof het in haar winkel verkocht moest kunnen worden. Ik eindigde met een mooi kerststuk en ik snap dat die professionaliteit meerwaarde heeft, maar ik heb zo al genoeg faalangst. Daar was hier gelukkig geen sprake van, iedereen was heel aardig en enthousiast. Ik heb vooral met een kwast geverfd (je kon ook met pipetjes in de weer, of dopen, of alles eerst in een bak met verf en water gooien). Ik was best bang dat het garen in de knoop zou raken, dat leek me echt iets voor mij, maar dat kan blijkbaar niet echt zolang het zo opgebonden is. Je kreeg een schort en handschoenen te leen, maar ik had toch maar geen zelfgebreide trui aangetrokken, want daar vlekken op maken leek me ook echt iets voor mij. Is ook niet gebeurd! Ze fixeren de verf door het garen in een magnetron te doen, dat vond ik heel grappig. Je krijgt het nat mee en dan moet je het thuis nog even uitspoelen en laten drogen. Dat stond ook keurig uitgelegd op een papier dat ik meekreeg. Heel handig, want anders was ik het vast weer vergeten na alles wat ik verder nog ging doen die dag. Ik ben benieuwd hoeveel witte stukjes ik zie als ik ermee ga breien, ik vond het nog best lastig om alles mee te pakken. Ik vind het leuk dat je de oorspronkelijke kleur hier en daar nog ziet, dat vind ik ook goed passen bij mijn kleuren, maar het kan best te veel zijn. Maar goed, ik denk niet dat je zo’n workshop moet doen met het idee: nu ga ik me toch iets geweldigs verven. Misschien is het gebreid hartstikke lelijk. Maar als streng (let niet op mijn zeer beperkte vaardigheid om er een streng van te draaien) ben ik er wel tevreden mee.

Dus ja, ik raad hem aan, deze workshop! En ik ben dus meestal niet zo van de workshops op handwerkgebied, omdat het toch vaak dingen zijn die ik al kan, waar ik geen interesse in heb (ik heb ook zeker niet nog meer interesses nodig!) of waarvan ik denk dat ik ook een heel eind zou moeten komen met een YouTube-filmpje.

Verder hebben S. en ik vooral alle koopwaar en samples uitgebreid bekeken en natuurlijk wat aankopen gedaan. Eervolle vermelding voor de ‘steekmarkeerderautomaat’ van Stoffen en Stiksels. Ik heb echt meer dan genoeg leuke steekmarkeerders (en gebruik vaak genoeg dan alsnog die plastic prutdingen), maar ik vond het een erg leuk idee! Ik ben op dit moment een trui voor mezelf aan het breien (waarover in een volgende blog meer), dus ik heb me sowieso ingehouden. Ik heb een Breidagen-pin gekocht en garen voor een Musselburgh. Musselburgh is een bijzonder populair patroon voor een muts, en ik ben er alleen daarom al benieuwd naar. Je vouwt het ene uiteinde in het andere uiteinde, en als je meerdere kleuren gebruikt, kun je daardoor ook meerdere looks creëren. Ik leg het vast niet goed uit en raakte er zelf ook een beetje van in de war aldaar (ruimtelijk inzicht nog steeds afwezig), maar het lijkt me een fijne, warme muts. Ik heb gekozen voor garen van Wol met Verve, in de kleuren Dark Moss en nr. 20242735.

Moeilijke keuze, en ook weer niet, want Wol met Verve heeft zoveel moois (en is relatief betaalbaar) dat je eigenlijk geen verkeerde keuze kunt maken, het is een van de stands waar ik altijd wil kijken. Ik heb ook hierbij gekozen voor sokkengaren. Een van de features van het patroon is dat je geen proeflapje hoeft te maken, maar op basis van het begin van je muts instructies volgt. Je kunt hem dan ook in verschillende diktes breien, maar door de constructie zitten er vier lagen stof op elkaar als je de rand omvouwt (en ik denk dat ik dat het mooist vind), dus ik wilde niet voor te dik garen gaan. Ik twijfelde ook nog of ik voor een of twee kleuren zou gaan, maar ik weet niet zeker of ik met mijn grote hoofd genoeg ga hebben aan één streng en het leek me leuk om een omkeerbare te maken, dus vandaar. En er zijn zoveel mensen die er (heel) veel hebben gebreid, misschien is dit pas het begin!

Ik vond het niet nodig om gebruik te maken van het ‘wolwindstation’ op de Breidagen, waar je je strengen kon laten opdraaien tot een cake (leuke service!). Ik wil ze dan toch liever als streng meenemen en bewaren tot ik er echt iets mee ga doen. En ik vind het ook geen probleem om een streng of twee met de hand op te winden. Ik merk wel dat dat een drempeltje opwerpt om er nu aan te beginnen, maar dat gaat heus gebeuren!

Maakwerk vlak voor de lente

Ik had januari overgeslagen omdat er toen niet veel te melden viel. Ik was niet van plan om februari ook over te slaan, maar nu is het toch ineens alweer half maart. Dat zou je helaas niet zeggen als je mijn projecten bekijkt. Het gaat wel wat beter met m’n schouder, maar ik heb toch nog steeds het idee dat ik er voorzichtig mee moet zijn. En ik wil echt eerst dingen afmaken voor ik weer aan nieuwe dingen begin. Dat is niet helemaal gelukt, maar dat blijft mijn streven.

Ik kan kort zijn over de afgelopen maanden: Sandbank en Georgetown. Georgetown en Sandbank. Ik ben ver met beide, maar beide leken ook helemaal tot stilstand te komen. Dat kan niet als je er wel aan breit, weet ik, maar ik breide er niet zo heel veel aan en zo leek het. Lastig om dan door te gaan. Vandaar ook dat ik van mezelf niet aan andere dingen mag werken, want die zouden dan zoveel interessanter zijn dat deze projecten zeker in een donker hoekje zouden belanden.

Sandbank
M’n Sandbank is eindelijk bijna af! Ik ben klaar met breien. Heel gek als je er zo lang aan gewerkt hebt, het voelde ook heel plotseling. Ik moet nu alleen nog de draadjes wegwerken en de sjaal opspannen. Ik heb het al een paar keer gezegd: dat opspannen was bij Sandbank #1 een drama, dus daar ben ik nu nog even blijven steken. Een andere reden daarvoor is dat ik hem op zolder neer moet leggen (hij is al groot, maar wordt nog groter) en het daar nu vaak erg koud is. O, en ik houd dus niet van draadjes wegwerken.

Het helpt om er hier over te mopperen, merk ik, want daardoor denk ik nu wel: Kom op, doe dat, hij is bijna af! Ik heb trouwens wel al een heel aantal foamtegels in elkaar gepuzzeld (daar slepen m’n kinderen nog weleens mee), hopelijk genoeg om hem straks op te leggen. Ik blijf dit een erg leuk patroon vinden, maar ik denk niet dat ik er meteen nog een ga maken.

Patroon: Sandbank van Lea Viktoria
Garen: Holst Coast in de kleur Sea Green (50 procent merino, 50 procent katoen)
Naalden: 3 mm (2,5 mm voor de opzet)

Ik heb ondertussen ook weer veel gekeken naar andere shawls en heb mijn oog laten vallen op Stellate van Julie Knits in Paris, die ik blijkbaar al meer dan vijf jaar in mijn Favorites op Ravelry heb zitten (dat kun je zien). Gek hoe zo’n patroon dan ineens weer je aandacht kan trekken. Hij ziet er mooi uit, ik denk dat hij leuk is om te breien (met brioche!) en ik zie mezelf er ook al in verdwijnen.

Een andere shawl waar ik benieuwd naar ben is EWEYE van Olga Buraya-Kefelian. Ook deze shawl zie ik mezelf zeker dragen. Heel interessant patroon, en aan de voorbeelden te zien maakt het voor de look ook echt uit welke kleuren je kiest als kleur A, B en C. Bovendien heb ik begrepen dat het bij deze shawl makkelijk is om de draadjes weg te werken, en daar ben ik uiteraard zeer gevoelig voor :)

Al weet ik nog niet of ik meteen hierna weer een shawl ga opzetten.

Georgetown
Ook m’n Georgetown vordert, maar daarbij zit ik nog vast in de kraag (zoals ik bij m’n Sandbank ook eindeloos vastzat in de rand). De vorige keer was ik nog bezig aan de tweede mouw, dus er is zeker iets gebeurd, maar zo voelt het niet. Deze foto is ook al van een maand geleden omdat ik te lui ben om de steken weer over twee naalden te verdelen, maar veel lijkt er niet veranderd (en de kleur blijft elke keer anders). De kraag is breder geworden en ik weet dat ik er bijna ben, maar de laatste loodjes wegen zwaar. De boordsteek is saai, m’n schouder protesteert er snel tegen en ik blijf worstelen met het wisselen tussen de verschillende bollen.

Ik wist dat ik niet genoeg garen zou hebben om de hele kraag van een bol te breien (zoals ik bij de andere boorden heb gedaan), maar ik wist ook niet goed hoe ik dan zou kunnen wisselen. Met twee bollen werd de rand lelijk, met drie bollen vond ik te veel gedoe, dus nu doe ik het opnieuw met twee, maar schuif ik de steken naar de andere kant van de naald in plaats van dat ik keer. De voor- en achterkant zien er hetzelfde uit in de boordsteek, maar ik brei zeg maar eerst de voorkant met draad A, dan de voorkant met draad B en dan keer ik pas. Ik wissel dus elke toer van bol, zodat ik elke keer maar een klein stukje met de draad naar boven hoef. Helemaal tevreden over de randen ben ik nog steeds niet, maar het kan ermee door.

Ik ben wel blij dat de tweede mouw af is. Het is fijner om steken op te nemen rond het armsgat dan om een mouw daar later in te zetten (ik weet eigenlijk niet of ik dat ooit al heb gedaan, ik denk eigenlijk dat mijn moeder dat voor me heeft gedaan bij mijn eerste twee truien), maar dat betekent wel dat het hele vest eraan hangt en de hele tijd draait. Op een gegeven moment was ik hier ook helemaal de draad kwijt met het wisselen van de twee bollen, ik hoop maar dat het uiteindelijk goed is gegaan. Je ziet op dit moment wel een beetje waar ik het heb gedaan, ik hoop dat dat nog wat minder wordt door het wassen en blocken.

En ik hoop dat ik genoeg garen heb! Ik dacht dat ik ruim voldoende had, maar ik ben uiteindelijk voor maat L gegaan en heb het vest volgens mij ook wat langer gemaakt dan in het patroon, dus nu is er ineens niet zo veel meer over. De kraag zal sowieso wel groot zijn, dus waarschijnlijk is het geen probleem, maar toch. Ik weet nog dat S. zei: ‘En anders brei je gewoon nog een muts van de rest!’ Dat gaat niet gebeuren.

Patroon: Georgetown van Hannah Fettig
Garen: Malabrigo Rios in de kleur Pearl (100 procent merino)
Naalden: 3,25 en 4,0 mm

Sokken
Ja, toch een nieuw project(je), mijn excuus is dat ik met de trein naar Amsterdam ging (om Les Misérables te zien in Carré, was fantastisch) en iets kleins bij me wilde hebben. Uiteindelijk heb ik alleen op de terugreis een paar toeren gebreid en die vervolgens thuis net zo hard weer uitgehaald omdat mijn linksvallende en rechtsvallende meerderingen de verkeerde kant op bleken te vallen. Dus tja.

M. en S. vroegen onafhankelijk van elkaar of ik ‘weer een blaadje’ aan het breien was. Eh… nee :) Dit worden de sokken die ik al een keer heb gebreid, maar dan in kleuren die ik beter bij het patroon vind passen. Ik heb zowaar mijn aantekeningen nog (al moest ik wel over een krabbeltje érg diep nadenken voor ik me herinnerde wat ik daarmee bedoelde).

Wordt vervolgd, ik wil hier heel graag een patroon van maken, maar dan moet het wel ook voor meerdere maten zijn, dus dat wordt nog flink puzzelen en rekenen. Het lekker felgroene garen is trouwens Jawoll van Lang Yarns.

Haarfrutsels
S. had ‘Raar met je haar’-dag op school. Leuk, alleen zou ze eerst gym hebben en draagt ze een fietshelm. We moesten dus op zoek naar iets raars wat in die omstandigheden bruikbaar was. En dat zijn deze speldjes geworden, die ze zelf in kon doen na gym. Door drie vasten te haken in elke losse gaat de sliert vanzelf krullen (ook bekend van de octopusjes en vogeltjes voor te vroeg geboren kindjes). S. was blij, dus ik ook.

Maakwerk van december

Het nieuwe jaar is begonnen, en ik heb geen overzicht van het vorige gemaakt. Dat hoeft natuurlijk ook niet, maar misschien heel kort nog even. Vanaf januari kwamen de afleveringen van De BreiSTER online, waar ik heel veel over heb geblogd. Daarna lukte het vanaf de zomer om Maakwerk weer op te pakken. Ik heb niet zo veel projecten afgemaakt, maar wel een paar grotere. Mijn Nightbook kwam eindelijk af (ik heb hem aan terwijl ik dit typ), ik maakte een tweede Liefstebeest voor m’n kinderen en twee dekens met wafelstof erachter van de ‘mislukte vierkanten’ voor M. en voor M. En twee paar sokken. Ik ben naar de Handwerkbeurs en de Breidagen geweest. Niet slecht.

En nu werk ik aan Sandbank #2 en aan Georgetown (foto). Alleen nú even niet, want m’n schouder doet zeer en alles zit vast in die regio. Ik denk dat ik tijdens de kerstdagen iets te enthousiast heb gebreid, en verder zal het wel weer een combinatie zijn van te veel telefoon en laptop en stress. Zeker ook stress. We hebben weer erg roerige weken achter de rug met D., gelukkig niet door koortsstuipen zelf, maar wel door de impact daarvan (daar laat ik het even bij, anders typ ik mezelf waarschijnlijk een nog meer overbelaste schouder). Ik heb het er lastig mee, want ik heb handwerken echt nodig voor m’n mentale welzijn en doe het normaal gesproken vrijwel elke dag (je zou het ook een verslaving kunnen noemen), en nu kan dat dus niet. Erg frustrerend, omdat ik er nu wel tijd voor zou hebben, en ik ben dan ook echt jaloers op iedereen die nu lekker aan het breien is. Maar ja, beter om nu even heel rustig aan te doen en dan straks weer verder te kunnen. Ik weet nog niet wanneer dat is, hoelang ik het volhoud om niks te doen. Ik weet wel dat ik in de zomer van 2021 ook last had van mijn schouder. Het blijft een beetje een zwakke plek. Ik ging toen zelfs zonder handwerkje op vakantie op vakantie had ik er toen zo ongeveer nog meer last van dan daarna, en toen de BreiSTER dat najaar was en ik extreem veel breide juist weer niet. Dus ik weet het ook niet precies, ik kan alleen maar hopen dat het snel weer beter gaat (en mijn arme omgeving ook).

Bij m’n Sandbank ben ik inmiddels halverwege de rand, daar valt op dit moment niet zoveel over te vertellen. Ik heb bedacht dat twintig toeren rand na de opzettoeren wel een mooi aantal is. Het duurt erg lang en ik kijk al uit naar het afkanten. Niet naar het opspannen, want dat was vorige keer een drama.

Daarnaast dus Georgetown, daar ben ik erg mee opgeschoten. Ik ben nu bezig aan de tweede mouw, en de vijfde en zesde streng van de zeven strengen die ik heb. Volgens mij heb ik hem iets langer gemaakt dan in het patroon. Je breit dit vest van onder naar boven, dus je moet er een beslissing over nemen in plaats van dat je kunt kijken waar je uitkomt. De maat, groter dan ik normaal zou kiezen, lijkt wel goed uit te pakken. Het idee dat je bij breien dingen zelf kunt aanpassen voor jouw lichaam en jouw smaak kan me erg in de weg zitten. In mijn hoofd wordt het al snel: dus het moet perfect zijn.

Er zit wat waist shaping in dit vest, maar daarna is het gewoon een stuk recht omhoog. Dat vond ik een beetje saai, ik was blij toen ik steken af kon kanten voor de armsgaten. Maar toen was het natuurlijk nog helemaal niet af en irritant met die smalle stukjes.

De schoudernaden sluiten vond ik ook maar ingewikkeld. Ik heb er niet zoveel ervaring mee, ik probeer altijd patronen uit te zoeken waarbij ik zo min mogelijk achteraf in elkaar hoef te zetten. Nu valt dat hier bij de ‘mostly seamless’ versie wel mee, die schoudernaden zijn ook meteen de enige naden, maar ik weet niet of het zo helemaal goed is.

Ook nog best ingewikkeld om vervolgens netjes steken op te nemen voor de mouwen. De mouwen zelf zijn een hele klus, met veel verkorte toeren aan het begin. Op zich wel interessant en de pasvorm lijkt tot nu toe goed, misschien gingen de klachten dan toch vooral over de versie in losse delen. Ik denk wel dat ik het mooier had gevonden als de minderingen in de verkorte toeren gespiegeld waren geweest. Ik realiseerde me echter pas in de tweede mouw dat dat niet zo was, dat rechtsachter hetzelfde was als linksvoor. Ik denk niet dat het heel erg opvalt, ook doordat het zo dicht bij de naad is, maar het stoort me dan toch, ik wil dat het symmetrisch is. En ik denk dan ook: Ik heb betaald voor dit patroon, dan hoor ik hier niet over na hoeven denken. Ik wilde echt niet een hele mouw uithalen omdat het 5 keer ‘verkeerd’ was welk steekje boven lag en welk steekje onder, dus uiteindelijk heb ik eroverheen gemaasd. Ik hoop dat dat nog wat minder gaat opvallen na het wassen. In mouw 2 kon ik het nog naar m’n zin maken. Zo is het in ieder geval overal hetzelfde.

Ik vind het patroon sowieso best warrig, je breit de mouw rond, maar aan het eind van de omschrijving worden ineens de goede en de verkeerde kant genoemd. En ik ben uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat ‘every 8 rows’ hetzelfde betekent als ‘every 8th row’, maar dat vind ik dan toch verwarrend, de redacteur in mij wil dat consequent hebben.

Ik denk dat het nu verder wel moet lukken, de tweede mouw moet ‘gewoon’ precies hetzelfde worden als de eerste, ik heb aantekeningen gemaakt. En dan nog de kraag eraan. Die is behoorlijk groot en de zijkanten krullen nu nog heel erg naar binnen, dus ik vind het best lastig om me voor te stellen hoe het er uiteindelijk uit zal zien.

Patroon: Georgetown van Hannah Fettig
Garen: Malabrigo Rios in de kleur Pearl (100 procent merino)
Naalden: 3,25 en 4,0 mm

Voor dit jaar heb ik nog niet zo veel concrete plannen, niet zo fijn om over te schrijven nu ik niet kan handwerken en ook altijd maar weer afhankelijk van de situatie hier. Dat niemand van ons op de ic belandt is opnieuw de hoop, vorig jaar helaas niet gelukt. Dat klinkt misschien nuchterder dan ik bedoel, want ik vind het heel beklemmend.

Misschien dan toch maar een lijstje met wat ideetjes, zonder de druk dat dit ook echt allemaal moet gebeuren.

★ Ik wil m’n Hikari breien, ik heb het patroon, ik heb er garen voor gekocht op de Breidagen, dus niks houdt me tegen (afgezien van mijn schouder dan nu). Je leest hier meer over mijn plannen.

★ Ik zou graag een keer een trui haken. Beetje geïnspireerd op juf Sas (zie verder), al denk ik dat het uiteindelijk geen trui van haar gaat worden, omdat het me tegenstaat dat zij schijnbaar alleen uitlegt hoe je hem in je eigen maat kunt maken, in plaats van dat ze verschillende maten heeft uitgewerkt.
Acre is een goede optie, ik vind die punt heel gaaf, dat krijg je met breien niet makkelijk voor elkaar, en City Lights ook (al vind ik die wel echt te kort in het patroon). Grappig dat ik dan toch vaak word aangetrokken door haakwerk dat op breiwerk lijkt, dat vind ik dan blijkbaar toch het mooist. Of toch een granny square-vest, zoals Ariana (blijft leuk), of meer een opengewerkt vestje zoals Rosal (over dat soort vestjes ben ik dubbel, want ik weet dat ik ze niet veel draag, maar ik vind dat soort haakwerk wel altijd heel leuk). Van haken krijg ik trouwens meestal nog sneller last van m’n schouder dan van breien, dus of dit realistisch is…

★ Punchen komt toch ook nog maar een keer op het lijstje. Ik heb jaren geleden een punchnaald gekocht bij Studio Koekoek en toen niks. Het lijkt me nog steeds leuk om te doen, maar ik heb het nog steeds niet gedaan. Ik heb trouwens een setje van drie verschillende naalden (deze, volgens mij), en daardoor echt allerlei garen dat ik ervoor zou kunnen gebruiken, dus wat dat betreft heb ik geen excuus. Punchstof heb ik trouwens niet, ik weet ook niet of dat per se nodig is, maar misschien moet ik een lapje kopen om de drempel nog wat te verlagen.

★ Ik wil eigenlijk vooral heel graag deze trui die ik op Instagram heb gezien. Die vind ik helemaal geweldig. Het probleem is dat die vrouw hem zelf heeft ontworpen, maar er geen patroon voor wil schrijven. En ik vrees dat ik nog steeds niet genoeg weet van het ontwerpen van kledingstukken, maar ik overweeg toch wel sterk om te proberen of ik hem na kan maken. Het patroon van de takjes heb ik alvast gevonden in de Japanese Knitting Stitch Bible, dus dat scheelt (het is nr. 129 voor als je het boek ook hebt, misschien een van de redenen dat er geen patroon van gaat komen). Ik ben daar blij mee, want ik heb dus dat boek, maar heb er nog alleen maar in zitten bladeren en wil er graag eindelijk eens echt iets uit breien. In het midden zit een soort gevlochten kabel. Die heb ik niet in dat boek kunnen terugvinden, maar volgens mij is het een soort Celtic plait zoals hier, maar dan breder. Ertussen zitten volgens mij kabeltjes over 2 (?) steken die steeds dezelfde kant op kruisen. Verder is alles in tricotsteek en de boorden zijn in twisted rib. Vanwege dat paneel zal de trui van beneden naar boven zijn gebreid, misschien wel in het rond en dan op een gegeven moment de voor- en achterkant scheiden voor de armsgaten? Je merkt wel dat ik niet echt een idee heb. Dat paneel ziet er indrukwekkend uit, maar ik vrees dat de constructie van de trui een groter probleem gaat zijn voor mij.

★ Ik zag een foto terug van de Polaris die ik ooit voor M. heb gebreid. Die is helaas extreem gekrompen en vervilt doordat ze hem per ongeluk in de wasmachine had gedaan. Toen dacht ik toch: Misschien moet ik gewoon een nieuwe voor haar breien. Of iets anders, als ze dat liever heeft. Dat verdient ze zeker!

Tot slot nog een paar tips voor bij het handwerken. Je hoeft er natuurlijk niet per se bij te handwerken, maar als je daar helemaal niet van houdt, lijkt het me niet zo waarschijnlijk dat je dit leest, dus tja.

Vlog: De (maand)vlogs van juf Sas. Ik vind ze… fascinerend. Hoe ze haar leven laat zien, hoe ze soms haar eigen volgers/klanten afkraakt, hoe ze de randen van haar vesten niet afwerkt en dan beweert dat het ‘truttig’ is om dat wel te doen… Ik vind het matig dat ze zoveel nieuwe kleding en andere dingen koopt, maar ik vind het wel altijd erg leuk om meer te horen over haar werk in de bibliotheek. En ze doet het toch maar, met al die patronen en samenwerkingen en wat al niet meer, dat kan ik over mezelf niet zeggen.

Tv-programma: De invasie van België. Ongetwijfeld zwaar gescript, maar ik geniet er toch van. Ik vind het vooral erg leuk dat Slongs meedoet. Ik weet niet meer hoe we haar leerden kennen, maar we zijn in 2016 zelfs helemaal naar Vilvoorde gereden om haar te zien optreden, en dat was een van de betere dagen van m’n leven. Overigens zagen we Gers Pardoel daar ook (hij doet toevallig ook mee aan dit programma), maar die liep alleen maar te klagen over het geluid en kwam erg onsympathiek over. En ’s avonds zagen we Clouseau en dat was fantastisch (maar zij hebben niks met dit programma te maken).

Podcast: De gestolen schilderijen van Jopie Huisman. Ik ben bezig aan het vierde en laatste deel. Ik ben niet speciaal geïnteresseerd in Jopie Huisman, ik kende hem eigenlijk niet eens, maar deze podcast is zo goed! Ik heb het allerliefst Nederlandstalige verhalende podcasts, en deze is ook weer zo mooi gemaakt, ze vertellen het verhaal zo goed en het is vaak ook zo grappig. Helpt ook mee dat het verhaal zich grotendeels afspeelt in Nuenen, waar mijn schoonfamilie woont. Hij is van Simon Heijmans en Marion Oskamp. Zij hebben eerder De brand in het landhuis gemaakt, en die is ook zeker de moeite waard.

Maakwerk van oktober

Hoi. Nog steeds stress en chaos hier. Vooralsnog zitten we nog steeds elke dag in onzekerheid. En dat is slopend. Het heeft op zoveel dingen impact. Ik weet het ook even niet, heb ook niet zoveel zin om over alles wat akelig en irritant is te schrijven. Er komen best een paar leuke dingen aan (als ze door kunnen gaan, ik kan me tegenwoordig nauwelijks meer op dingen verheugen). En ik heb vandaag een deadline gehaald zonder dat ik eerst om uitstel hoefde te vragen (vraag me niet hoe, maar het is gelukt). Dus nu kan ik eindelijk deze blog afmaken.

Nightbook
M’n Nightbook is eindelijk af! Na dik anderhalf jaar, ook al heb ik er zeker niet de hele tijd aan gewerkt. En zoals dat dan gaat, de hoeveelheid werk begint alweer te vervagen in m’n hoofd. Ik ben niet van plan om nu meteen weer een patroon te gaan breien met colorwork overal, maar sommige andere truien van deze ontwerper zijn toch ook wel erg mooi… Oké, het was wel echt veel werk, zeker als je zoals ik totaal geen goede techniek hebt en handgeverfd garen gebruikt. Maar het kan dus wel, gewoon doorgaan.

Perfect is hij zeker niet geworden. Wassen heeft veel gedaan voor de gelijkmatigheid van de steken, maar het is nog steeds niet overal even netjes, en zeker niet bij de mouwaanzet. Het model is ook niet helemaal zoals zou moeten, hij is aardig lang en breed, en de mouwen zijn een beetje vreemd, doordat ik bij m’n polsen echt nog wilde minderen, maar dat door het patroon niet gelijkmatig kon doen. Maar hij is ook weer niet veel te groot, zoals ik vreesde, het mag een comfy grote trui zijn en ik denk dat je blik vooral naar het patroon wordt getrokken. Dus ik ben blij!

Ik durf mijn zelfgebreide kledingstukken vaak dus niet te dragen, vanwege mijn klunzigheid en m’n kinderen die willen knuffelen met vieze handen en monden. Zo zonde als er iets mee gebeurt. Maar natuurlijk ook zonde als ik ze maak en ze vervolgens niet draag. Blijft een lastige afweging!

Ik héb m’n Nightbook gedragen naar de Breidagen, waar ik naartoe geweest ben met schoonzus S. (Hoera! Later in deze blog meer.) Het was een geweldige dag, ik denk de beste dag van de maand. Ook al bleef ik met m’n rugzak haken aan m’n trui (ik zei het, klunzig). Gelukkig ging er niks kapot en kon ik de losser geworden steek weer een beetje minder los maken.

Ik droeg m’n trui daar ook echt wel met trots. En ik heb nog nooit zoveel complimenten gehad op een beurs over wat ik aanhad. En daar heb ik ook van genoten. (En ik vind het dan toch weer heel moeilijk om dat te vertellen, omdat mensen mij toch al vaak arrogant vinden overkomen. Maar goed, zo was het.) Het was erg leuk om het eindresultaat te kunnen laten zien aan Sylvia van Wol met Verve, die het garen voor me heeft geverfd, helemaal omdat zij zelf zei: ‘Hé, dat is een bekende trui!’ En ik werd helemaal verlegen van iemand die het patroon herkende omdat ze zelf ook een Nightbook wilde gaan maken. Diegene reageerde superenthousiast op mijn trui en wilde die graag laten zien aan haar vriendin, dus dat was echt zo van: die trui moet hierheen komen, en o ja, de persoon die erin zit dus ook. Ze zei ook dat ze jaloers was omdat ik hem al af had, wat ik snap. Ik wist me natuurlijk weer totaal geen houding te geven, maar het was toch leuk.

Patroon: Nightbook van Rachel Illsley (Unwind Knitwear)
Garen: Basic Sock van Wol met Verve (75 procent merino, 25 procent nylon), in de kleuren Steel Blue en 20203672
Naalden: 2,75 en 3,25 mm

Deken
Ik heb best hard gewerkt aan deze deken! Ik vind het wel lastig, want hij blijft mislukt voelen en ook al maak ik hem op dezelfde manier als de eerste (met de kleuren omgekeerd), ik heb nog steeds meestal het idee dat ik geen idee heb wat ik aan het doen ben. Al zit ik wel iets rustiger achter de naaimachine, ik denk omdat de vorige keer nu korter geleden is. Dat is ook het enige wat ik nog moet doen: de wafelstof er aan de achterkant aan vastnaaien. Het blijft ingewikkeld om hier tijd voor te vinden, want het kan eigenlijk alleen ’s avonds, overdag ben ik of aan het werk of in de weer met de kinderen. Die kunnen zichzelf soms best even bezighouden, maar vaak ook ineens niet meer… En ’s avonds ben ik dan toch vaak te moe om achter de naaimachine te kruipen, zeker als ik net achter de laptop vandaan kom. En dan is het vaak koud in huis en wil ik alleen nog maar onder een dekentje op de bank. Geen zelfgebreid dekentje overigens, daar zou ik ook nog eens verandering in moeten brengen. Dus nu ligt deze deken alweer een paar weken stil. Maar ik doe gewoon af en toe een stukje, dan komt hij uiteindelijk ook heus wel af.

Garen: Natura Just Cotton van DMC, in de kleuren Nacar, Pistache en Zaphire
Naalden: 2,0 mm

Sandbank
Ik zei de vorige keer dat ik m’n Sandbank hier niet meer iedere maand ging laten zien, omdat hij zo langzaam groeide. Ja, ja. Totdat er ineens verder niks meer op m’n naalden stond en dit weer hét project tegen stress bleek te zijn. Die functie heeft m’n eerste Sandbank twee jaar geleden ook vervuld. Ik weet niet wat het is met dit patroon, maar ik ben het nog steeds niet zat. Het werkt gewoon goed voor mij: ik pak hem erbij, drapeer hem zo’n beetje over me heen en ga weer verder. Niet alle toeren zijn precies hetzelfde en in alle toeren moet je meerderen, maar het is ook steeds heel lang rechtdoor, doordat de omtrek zo groot is. In mijn hoofd ben ik er al heel ver mee, maar ik weet ook dat dat niet echt zo is. Je vordert natuurlijk steeds langzamer doordat je vanuit het midden breit, en ik weet nog van de vorige keer dat er geen einde leek te komen aan de rand, die ik nu nog niet eens heb bereikt. Ik denk dat ik eerder net over de helft ben (ik ben wel alweer iets verder dan op de foto, maar dat zie ik eigenlijk vooral aan m’n slinkende bol).

Patroon: Sandbank van Lea Viktoria
Garen: Holst Coast in de kleur Sea Green (50 procent merino, 50 procent katoen)
Naalden: 3 mm (2,5 mm voor de opzet)
Steekmarkeerders (appeltaart en HAPPY) van The Happy Kiwi via Etsy

Sokken
M’n zelfontworpen sokken zijn af, ik heb ze in een vlaag van inspiratie kort na de Breidagen afgemaakt, maar ik heb besloten om ze hier nog niet te laten zien. Ik wil eerst nog een sample maken in ander garen, dat ik op de Breidagen heb gevonden. S. raadde het aan, die had er al eerder mee gebreid, en ik vond het in de kleuren die ik wilde. Felgroen en donkergrijs van Jawoll van Lang Yarns is het geworden, ik denk nog steeds dat dat goed bij mijn patroon past. Ik kocht het bij Caro’s Atelier.

Het zou me moeten lukken om een tweede sample te breien. Ik heb aantekeningen gemaakt en ben behoorlijk tevreden, al heb ik wel drie keer de boord opnieuw gebreid omdat die totaal niet werd hoe ik wilde. Ik wil daar een kleurovergang, en ik denk dat dat toch een verschil is tussen toe-up en cuff-down, want dat werd me toch lelijk! Maar ik geloof dat ik het nu heb opgelost. Ik merk wel dat ik echt totaal geen ruimte in m’n hoofd heb om te bedenken hoe ik het ga doen met de verschillende maten (ik wil verschillende maten, dat sowieso) en het patroon uitwerken. En alles. Ook hier maar even stapje voor stapje.

Over sokken gesproken, ik raakte vrij onverwacht geobsedeerd door twee oudere paren. Ik schreef eerder al dat ik had ontdekt dat die daarvan vol gaten zaten. Ik weet nog steeds niet hoe die erin komen, maar ik vrees toch door motten. Niet dat ik motten heb gezien, maar ze leken wel echt aangevreten. Heel irritant, alle sokken zitten nu dan ook in een afsluitbare plastic bak en we doen dingen met lavendel, want daar schijnen motten niet van te houden. Ik had de kapotte sokken apart gelegd, en ik wist nog niet of ik ze zou gaan repareren. Dat heb ik nu toch gedaan, weifelend, een paar had ik aanvankelijk zelfs al weggegooid. Ik ben niet per se goed in sokken stoppen (eigenlijk weet ik niet eens precies hoe het moet) en ik vind het ook niet echt een leuk klusje. Maar ik had dringend afleiding nodig door alle ellende met D., en toen vond ik mezelf toch ineens terug met die sokken. Ik heb alle gaten (en dat waren er aardig wat bij elkaar) zo goed mogelijk gerepareerd en de sokken vervolgens in de vriezer gelegd, want dat was een advies van Milieu Centraal. Daar zijn ze inmiddels weer uit, dus nu maar hopen dat er geen nieuwe gaten meer ontstaan.

Breidagen
Ik ging dus met S. naar de Breidagen in Zwolle. We gingen met S.’ auto, dus dat was voor mij helemaal relaxed. We waren op een serieuze missie, want we wilden allebei garen voor een trui en een vest. En ja, daar doen we dan gerust zo’n beetje de hele dag over, om dat uit te zoeken en overal te kijken. Heerlijk! Met andere mensen is het ook leuk, maar met S. is het gewoon altijd erg gezellig en het maakt ons ook niks uit als de ander nóg een keer terug wil naar die ene stand omdat ze ergens over twijfelt. Verder hebben we ook Irma (die had een stand) en Tessa van de BreiSTER even gesproken, dat was ook tof.

Ze hadden wel mogen zorgen voor meer zitjes. Wij willen toch altijd ook zitten en kletsen en nadenken en een stukje breien, maar nu helemaal, gezien S.’ zwangerschap. Nu waren er eigenlijk alleen een paar krakkemikkige bankjes zonder leuningen en een megadruk restaurant. En er was geen poffertjeskraam, zoals op de Handwerkbeurs (poffertjeslucht hoort gewoon bij de Handwerkbeurs).

Maar goed, over naar de buit. Ik heb best veel geld uitgegeven, maar verantwoord dat naar mezelf (moet dat dan? Ja, toch wel) door te zeggen dat ik hier hopelijk weer heel lang plezier van ga hebben en dat breien me zo goeddoet. Therapie kost ook geld, zoiets. En hopelijk houd ik er uiteindelijk ook nog een paar mooie kledingstukken aan over.

Allereerst heb ik garen gekocht voor het vest Georgetown van Hannah Fettig. Ik twijfelde de vorige keer nog of ik dat patroon zou kopen of niet, maar dat heb ik dus gedaan. Hiervoor was ik op zoek naar worsted garen. Ik overwoog de Gilliatt van De Rerum Natura, ik heb al een keer een trui gebreid met dunner garen van dat merk (Ulysse) en dat was me goed bevallen, maar de Gilliatt bleek voor dit patroon toch wat dun en ik kwam niet helemaal uit de kleur. Toen zag ik bij Recht en Averecht een streng Malabrigo Rios die ik niet meer uit m’n hoofd kreeg, dus dat is hem geworden. De kleur Pearl. Het lijkt misschien grijs op de foto, maar er zit een soort lichtpaarse gloed overheen. Dit was een rustmomentje voor S., want de eerste mevrouw moest er heel lang naar zoeken. De tweede mevrouw haalde ze vervolgens zo tevoorschijn, dus de eerste mevrouw had vooral weer even gezien wat ze verder nog allemaal hadden. Ach ja, we hadden geen haast.

Het zou ruim voldoende moeten zijn, ik twijfel nog een klein beetje over de maat omdat ik het idee heb dat bij Hannah Fettig alles vrij strak aansluit, terwijl ik wel echt een groot en comfy vest wil, met een grote kraag. Dit garen is iets dikker dan in het patroon wordt genoemd, maar ik dacht dat ik er wel mee weg zou komen. Voor de Georgetown kocht ik ook rondbreinaalden 4,5 mm en 3,75 mm, de ChiaoGoo Lace, bij Batts and Threads (ook een stand die ik altijd graag bezoek, zelfs al hadden ze de Hjertegarn dit keer niet bij zich). Ik heb meer naalden van dit merk en vind ze fijn breien.

Verder was ik op zoek naar garen voor Hikari van Bernice Lim. Daar zijn extra rondjes voor over de beurs gelopen! Op zich was er veel keus in die dikte (fingering), ook het meeste sokkengaren valt daar bijvoorbeeld onder. Alleen wilde ik liever geen nylon in een zomershirtje. De kleur was nog het grootste probleem, soms lijkt alles te fel of te donker en ben ik bang dat ik gedoemd ben mijn dagen in pastelkleuren te slijten. Ik kom sowieso heel vaak uit bij blauw en groen, nu ook weer. Uiteindelijk vond ik bij de stand van APmezga uit Litouwen merino met linnen. Ik kende deze hand dyers nog helemaal niet, maar hun garen zag er erg mooi uit. Maar ja, blauw of groen, hè? Ik probeerde mezelf maar voor te houden dat ik eigenlijk niet echt verkeerd kon kiezen en koos uiteindelijk de blauwe.

Nu heb ik dus voor beide kledingstukken weer handgeverfd garen gekozen, dus zal ik de bollen weer moeten afwisselen. Daar kijk ik niet per se naar uit na m’n Nightbook, maar hopelijk is het dit keer iets makkelijker omdat het allemaal in één kleur is (dus twee bollen tegelijk in plaats van vier).

Ik gunde mezelf ook nog deze steekmarkeerders van VMCJ Knitwear, die ik ook nog niet kende. Ik raad af om op haar site te gaan kijken, ik zie daar in ieder geval nog wel meer dingen die ik wil hebben! Ik heb in principe zat steekmarkeerders, en dan gebruik ik vaak genoeg alsnog die goedkope plastic exemplaren van de Zeeman waarvan er nog weleens een sneuvelt ook, maar ik vond deze zo mooi!

Wat deed ik vervolgens met mijn aankopen van de Breidagen? Nou, eerst maar eens even helemaal niks. Te veel onrust om daadwerkelijk ergens aan te beginnen. Bij de kledingstukken kan dat ook niet zomaar, want daarvoor moet ik eerst bollen maken van de strengen en proeflapjes breien. En ik heb geen parapluhaspel en garenwinder (heten die dingen zo?). S. wel, zij heeft me destijds ook geholpen met het garen voor m’n Nightbook. Maar uiteraard wilde ik toch ineens iets doen, dus toen heb ik alvast bollen gemaakt van twee strengen van de Rios voor de Georgetown. Die zijn ook ‘maar’ 192 meter, dus dat viel nog best mee.

Ik heb er inmiddels ook twee proeflapjes van gebreid. O, daar heb ik toch altijd zo’n hekel aan. Ik doe het braaf voor kledingstukken, maar het voelt als tijdverspilling. Het eerste was niet goed, het tweede bíjna, een toer verschil in de lengte, dus dat is prima. Uiteraard kom ik nu uit op naalden die ik al had, in plaats van op de naalden die ik (nog altijd niet in het bezit van een rondbreinaaldenset) speciaal voor dit project heb gekocht. Het gekke is dat ik nu in principe kan beginnen, maar dat niet doe. Ik voel het nog niet, of, minder zweverig geformuleerd: ik heb er gewoon nog geen zin in. Ik heb het idee dat ik over alles in deze blog zeg dat het nog wel komt, maar dit komt vast ook nog wel.

Maakwerk van september

Het is alweer oktober. Eerst maar even het slechte nieuws, helaas ging het onlangs na ruim vijf maanden toch weer helemaal mis met D. Ze kreeg zelfs twee koortsstuipen binnen 24 uur en moest toen toch weer een weekend in het ziekenhuis doorbrengen (en ik dus ook). Ze was in goede handen en het gaat nu op zich weer goed met haar, ze kwam er snel en goed uit met de noodmedicatie, maar we weten natuurlijk nog steeds niet hoe het zich verder gaat ontwikkelen en het zorgt altijd voor zoveel stress en chaos. O, en een van de twee koortsstuipen was ’s nachts, en we zijn toch al tweeënhalf jaar bang dat er ’s nachts iets gebeurt en dat we het dan niet merken. Nu merkte ik het wel doordat ik een raar geluid hoorde en ging kijken, maar toch. Ik moet echt weer even zien op te krabbelen.

Met m’n werk was het ook weer meteen heel moeilijk. Dat is het al langer, want ik weet nog altijd niet wat ik precies wil/kan doen, de minachting vanuit de politiek voor zelfstandigen als ik is nog steeds alomtegenwoordig, de tarieven waren al laag en zijn nu relatief gezien nog een stuk lager, dankzij de inflatie en de energieprijzen… En daar kwam nu dan dus nog bij dat ik weer veel uren miste vanwege de zorg voor D. en regelzooi. En ja, mijn opdrachtgevers zijn belachelijk aardig en begripvol, ook dit keer weer, er zitten mensen tussen door wie ik me meer gesteund voel dan door menigeen, maar uiteindelijk is het heel simpel: als ik niet werk, verdien ik niets en er zijn afspraken die ik zo goed mogelijk moet nakomen. En ook wil nakomen, dus daar gaat nu aardig wat vrije tijd aan op. Ik hoop wel heel erg dat het na deze week weer wat rustiger wordt en ben ook van plan om de rest van de maand wat rustiger te houden, ondanks de financiële consequenties die dat meteen weer heeft. Ik kan ook niet echt anders.

Oké, tot zover hoe het gaat. Op naar waar ik mijn paniek mee probeer te bezweren.

Nightbook
Deze is nu echt bíjna af! Ik moet er nog even voor gaan zitten om de draadjes weg te werken, en dan moet ik hem nog wassen. Ongelooflijk. Ik heb er meerdere keren maandenlang niks mee gedaan, hij heeft hier dik anderhalf jaar in huis gelegen. Dan is het erg fijn als zo’n project ein-de-lijk af is.

Als het weer het enigszins toelaat, wil ik hem aan naar de Breidagen. Ik draag dan toch altijd wel graag iets zelfgebreids. Ik weet dat ik daar lang niet de enige in ben en laat me ook altijd graag inspireren door wat andere bezoekers dragen, maar het voelt ergens toch een beetje gênant. Maar goed, het is ook wel een mooie stok achter de deur, want dat betekent dat ik over anderhalve week helemaal klaar moet zijn (iets eerder, zodat ’ie ook op tijd droog is). Zo veel werk is het nu ook weer niet om die draadjes in te stoppen, ik heb mezelf gisteravond ook gedwongen om eraan te beginnen, maar pfff. Als ik ’s avonds niet nog aan het werk ben, wil ik het liefst onder een dekentje op de bank zitten en suffe programma’s kijken. Daar hoort iets bij waaraan ik gewoon verder kan breien.

Als het even kan, ga ik de trui liggend laten drogen en niet opspannen, want ik ben bang dat hij dan te groot wordt. M’n stekenverhouding klopte niet helemaal, misschien dat ik ook nog wel weggekomen was met maat S, maar goed, dat is allemaal achteraf. Ik hoop dat m’n colorwork nog een beetje opknapt van een wasje, want daar ben ik nog steeds slecht in.

Maar als je niet te dichtbij komt, valt het best mee! Vorige maand was ik nog bezig aan de eerste mouw, de rest ging gelukkig wel wat sneller. Toen ik de eerste mouw af had, dacht ik: Nee, nu moet ik nóg een hele mouw, maar het scheelde dat ik alle patronen al eens gezien had.

Ik heb heel weinig aangepast aan dit patroon (niet dat ik anders altijd superveel aanpas, ik vind het knap als mensen dat kunnen, ik ben daar vrij onbeholpen in en durf het vaak niet goed), maar ik heb wel de onderarmen van een maatje kleiner gebreid, zoals ik de vorige keer al schreef, omdat ik ze anders erg wijd vond worden. Maar die optie staat in het patroon, dus dat is goedbeschouwd niet eens een aanpassing. Ik heb wel extra steken geminderd in de laatste toer voor de mouwboorden, omdat ze anders te veel om mijn polsen zouden zwabberen. Voor mij zijn de mouwen nu goed. Ik zei het volgens mij al eerder, mijn volgende trui gaat er een in één kleur zijn, op z’n minst grotendeels.

Patroon: Nightbook van Rachel Illsley (Unwind Knitwear)
Garen: Basic Sock van Wol met Verve (75 procent merino, 25 procent nylon), in de kleuren Steel Blue en 20203672
Naalden: 2,75 en 3,25 mm

Deken
Met de deken heb ik een beetje hetzelfde probleem als met de draadjes wegwerken: ik kan mezelf er maar moeilijk toe zetten. Ik ben klaar met breien en ik heb hem gewassen. Nu moet de achterkant van wafelstof er nog tegenaan komen. Die wafelstof heb ik ook liggen. Bij de vorige deken was ik in de stad op zoek gegaan, dus bij deze wist ik al dat ze de kleur die ik wilde niet hadden bij de lokale stoffenwinkels. Dat scheelde tijd. Ik vond het wel heel lastig om deze kleur online te bestellen, het maakte voor mijn gevoel meer uit dan bij donkerblauw. Ik was bang dat de kleur veel feller zou zijn dan op m’n scherm, meer felgeel dan felgroen, maar het viel enorm mee. Natuurlijk is het niet helemaal dezelfde kleur als m’n garen, maar het lijkt er toch behoorlijk op. De stof heb ik ook gewassen, en toen niks. Ik heb hem nog niet eens geknipt. Toch weer koudwatervrees. Ik hoop dat het deze maand lukt om ermee verder te gaan, misschien scheelt het als m’n Nightbook echt af is.

Garen: Natura Just Cotton van DMC, in de kleuren Nacar, Pistache en Zaphire
Naalden: 2,0 mm

Sandbank
M’n Sandbank ligt ook nog steeds voor het grijpen, ik denk dat ik die niet elke maand hier ga laten zien, omdat ’ie maar zo langzaam groeit. Het wordt zo langzamerhand wel een beetje een ziekenhuisproject, dus dat is vrij deprimerend. Maar dat komt ook juist doordat het zo’n fijn project is dat je elk moment kunt oppakken en weer weg kunt leggen. Ik zie het allemaal wel. Het is geen project dat ik van mezelf per se af moet hebben voor ik weer aan iets anders mag beginnen, al zou het misschien wel goed zijn om niet aan nog meer grote shawls te beginnen. En dat is nog best lastig, ik merk dat ik daar veel naar kijk de laatste tijd.

Patroon: Sandbank van Lea Viktoria
Garen: Holst Coast in de kleur Sea Green
Naalden: 3 mm (2,5 mm voor de opzet)
Steekmarkeerders (appeltaart en HAPPY) van The Happy Kiwi via Etsy
Projecttas: Hanna Lisa Haferkamp (maar die maakt ze volgens mij niet meer)

Sokken
Ik ben aan een nieuw paar sokken bezig! Ik ga er hier alleen nog niet zo veel van laten zien, want ik hoop dat ik het patroon ooit kan publiceren (ik vind het lastig om daar veel mee bezig te zijn momenteel, mis er de ruimte voor in mijn hoofd, maar goed, wie weet, het is een mooi voornemen). Ik brei deze sokken toe-up, dus vanaf de teen naar de boord, en het is de eerste keer dat ik dat doe. Alle sokken die ik hiervoor heb gebreid, breide ik andersom, vanaf de boord naar de teen, zo heb ik het geleerd en ik heb me ook laten vertellen dat die methode het oudst is. Ik heb er niet echt iets op tegen, maar het zorgt er wel voor dat je steken andersom zitten (omgekeerde V’s, met de punt omhoog), en dat wilde ik dit keer liever niet. Als je vanaf de teen breit, schijnt het lastiger te zijn om een hiel met een spie te breien, maar die brei ik toch al niet zo graag. In mijn vorige paar probeerde ik voor het eerst een forethought heel, die beviel goed en daarbij maakt het niet uit welke kant je op breit, dus ik dacht: Die doe ik nu gewoon weer. Het voordeel van toe-up zou zijn dat je dan de teen niet dicht hoeft te mazen met de kitchener-steek, omdat je daar juist begint. Tja. Ik vind een klein stukje mazen meestal wel te doen (bij de forethought heel moet het ook) en in plaats daarvan moet je een of andere moeilijke opzet doen. Dus of dat nou zo’n voordeel is… Die opzet dus. Als ’ie er goed in zit, vind ik hem echt mooi, want dan lopen de steken door alsof je daar helemaal niet bent begonnen, maar het heeft me aardig wat tijd gekost om hem zo te krijgen. En dat terwijl ik niet eens onbekend was met deze opzet. Er zijn er een paar met hetzelfde resultaat, maar alleen de Turkish cast on is me tot nu toe gelukt. Die had ik ook nodig voor m’n Sandbanks, dus ik had hem al twee keer gedaan met véél meer steken. En toch was het nu weer een heel gedoe. Bij de eerste sok dan, bij de tweede sok ging het gelukkig wat beter (en dat terwijl ik me toen in een indoorspeeltuin bevond).

Ik ben nu al best ver met de tweede sok, en ook best tevreden over m’n patroon. Niet over de kleuren, dus ik ga sowieso nog een sample breien in andere kleuren. Dat maakt me op zich niet zoveel uit, ik heb straks in ieder geval weer een paar sokken erbij. Ik wil het patroon ook uitwerken voor meerdere maten, en daarvoor zal ik het inbreipatroontje een beetje moeten aanpassen, dus dat vraagt ook nog om denkwerk.

Je ziet, het valt best mee met m’n WIP’s! Dat wil ik ook graag zo houden, want ik zou heel goed nog veel meer kunnen opzetten en dan niks meer afmaken. Maar plannen heb ik zeker. Als m’n Nightbook af heb, mag ik sowieso van mezelf een nieuw kledingstuk maken, en misschien plan ik er ook wel meteen twee. Ik hoop dus over ruim een week naar de Breidagen in Zwolle te gaan (ik weet weer even iets te goed dat alles altijd op losse schroeven staat, maar ik hoop echt dat ik kan gaan), dus ik ben al bezig aan m’n verlanglijstje. Ik wil in ieder geval dus kijken voor sokkengaren in kleuren passend bij m’n patroon, en minimaal voor één patroon garen aanschaffen. In ieder geval voor Hikari van Bernice Lim, een patroon voor een shirtje dat ik al heb gekocht. Ik had daar lang geleden al mijn oog op laten vallen, maar het stond eerst in een duur tijdschrift met andere patronen waar ik niet in geïnteresseerd was, dus ik heb gewacht tot de ontwerper het als los patroon publiceerde. En toen nog een tijd, omdat ik met andere dingen bezig was. Ik wil graag meer breien voor de zomer, maar deze zomer is het daar totaal niet van gekomen, dus ik ga het gewoon nu doen. Ik vind het er nog steeds supermooi uitzien en de constructie is ook apart, dus ik ben heel benieuwd.

Ik vind dit wel een goed excuus om ook nog te kijken voor een patroon dat meer ‘in het seizoen’ is, dus ik denk dat ik dat ook nog ga doen. Ik heb zin om weer eens een vest te breien, in één kleur dus, met een sjaalkraag. Daar ben ik ook al langer voor aan het kijken, maar ik ben er nog niet helemaal uit. Het vest waar ik al jaren verliefd op ben, is Ronan van Andrea Mowry. Dat wil zeggen, als het model het draagt. Ik keer er elke keer weer naar terug. Maar als ik dan foto’s zie van mensen die het ook hebben proberen te breien, hun verhalen lees… Dan zakt de liefde weer een beetje weg, haha. Bij veel mensen ziet het er toch, eh… anders uit, en als ik dan lees over dat ze de zakken niet goed kregen, de mouwen hebben moeten verplaatsen en wat al niet meer, dan denk ik: Laat maar. Dus nu ben ik op zoek naar iets vergelijkbaars, maar daar blijf ik een beetje in hangen, bij elk patroon is er wel iets waarvan ik denk: Mwoah. Ligt misschien ook gewoon aan de omstandigheden hier, hoor, sommige dingen zouden vast meevallen als ik er eenmaal mee bezig zou gaan, zo werkt het meestal bij mij. Ik overweeg nu Georgetown van Hannah Fettig, maar ik lees onheilspellende dingen over de mouwinzet. Misschien moet ik het patroon gewoon kopen en kijken hoe ver ik kom.

Dan nog het korte nieuws. De dingen die (zijdelings) met handwerken te maken hebben.

Paulien Cornelisse schreef weer over breien op de voorpagina van de Volkskrant. Altijd tof.

Ik dacht dat ik m’n Ilene Bag kwijt was. Erg vervelend, want ik gebruik hem nog steeds heel veel en ik ben m’n eerste ook kwijtgeraakt. Ik kon alleen bedenken dat ik hem misschien in het pashokje had laten hangen van de winkel waar ik m’n nieuwe jas had gekocht (ook heel blij mee, ik had eigenlijk al jaren geen goede zomerjas/regenjas meer, ik weet nu weer dat ik daar gewoon in moet ‘investeren’). Maar ik vond hem gelukkig toch nog in huis terug, uiteraard nadat ik de winkel had gecontacteerd. Nadeel van dat hij zo weinig ruimte inneemt.

Ik ging een dagje alleen naar Amsterdam (het staat er nu heel nonchalant, maar het lukt me helaas bijna nooit om zo’n dag voor mezelf te nemen). Ik bezocht de tentoonstelling Zeur niet in het Allard Pierson Museum (over de musicals van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink, ik schreef hier al over het bijbehorende boek). Was de moeite waard!

Dat heeft niks met handwerken te maken, maar toen ik in Amsterdam was, kocht ik eindelijk een lijstje voor m’n print van Marloes de Vries. Het werk heet Untangle en ik vind het fantastisch, het past zo goed bij mij. Het is een print op A5-formaat, dus ook niet moeilijk om aan een lijstje daarvoor te komen (ik had het niet per se in Amsterdam hoeven kopen), maar om een of andere reden blijft dat dan eindeloos liggen. Maar hij hangt!

In Amsterdam ging ik ook naar Stephen & Penelope, de wolwinkel van Stephen West. Daar was ik heel benieuwd naar, daar zie je natuurlijk altijd veel van online, nu zeker weer, met de MKAL (waar ik trouwens niet aan meedoe, ik heb wel een beetje fomo, maar ik denk dat ik me beter met m’n eigen plannen kan bezighouden). Ik had ook al eens iets besteld in de webshop, maar ik was er nog nooit geweest. De laatste tijd kijk ik ook weer heel graag naar de Stranded Podcast, en Judes garen wordt daar nu ook verkocht. Dus ik daarheen. Het was leuk, maar ook nogal ongemakkelijk, ongetwijfeld dankzij mezelf. Iedereen daar was echt superaardig en het was leuk om zo veel samples in het echt te zien, maar de medewerkers sprongen wel gelijk op m’n nek, terwijl ik al wist dat de meeste garens die ze verkopen boven mijn budget zijn en dat ik dus geen grote aankopen ging doen. Daarnaast sprak iedereen Engels, en dat spreek ik natuurlijk ook wel, maar ineens niet meer als ik niet weet of mensen ook Nederlands kunnen. Of zo. Ik weet niet, uiteindelijk werd ik er zo zenuwachtig van dat ik helemaal ben vergeten te kijken of Judes garen daar inderdaad was :( Ik heb nog wel sokkengaren van Onion gekocht, dat wilde ik ook al een tijdje uitproberen. In dat garen zit brandnetelvezel in plaats van nylon voor de stevigheid. Dat blijft blijkbaar wit bij het verven, waardoor het garen een beetje mat is. Heel mooi, maar soms zit er wel een erg wit plukje tussen. Ik ben er nu mijn sokken mee aan het breien en ben benieuwd of die fijn zijn om te dragen en hoe snel ze slijten.

Dat was september, hopelijk volgende maand een verslag van de Breidagen en van mijn nieuwste naaimachineperikelen!

Maakwerk van augustus

Op een bepaalde manier wordt dit een saaie aflevering, want ik ben deze maand niks nieuws begonnen. Maar er is een aflevering! Ik heb me aan mijn voornemen gehouden om eerst dingen af te maken. Met moeite, dat wel. Ik zie van alles voorbijkomen op Instagram en Ravelry, en maak daar dan vage plannen over, en ook mijn opgeslagen favorieten bekijk ik vaak. O, en ik heb een idee voor een paar sokken, maar ik denk dat dat het beste zou werken als ik vanaf de teen omhoog brei, en dat heb ik nog nooit gedaan.

Nightbook
Deze is natuurlijk voorlopig nog niet af. Welcome to Sleeve Island! (Een bekende bestemming voor breiende mensen, en niet per se een aangename). M’n volgende kledingstuk is sowieso in één kleur (zeg ik nu, ik heb nog niet bepaald wat dat gaat zijn). Ik ben nog steeds bezig aan de eerste mouw. Ik ben wel eindelijk klaar met het eerste deel van de eerste mouw. Dat schoot echt helemaal niet op, ik heb mezelf min of meer gedwongen om elke dag een paar toeren te doen. Het scheelde wel iets toen het patroon duidelijker werd en ik de meeste steekmarkeerders kon weghalen. Het patroon van het volgende deel komt ook voor in het lijf en bevat enkele toeren in één kleur. En het is een patroon over minder toeren, en ik heb ervoor gekozen om de mouwen iets smaller te maken. Kortom, ik hoop dat dat wat sneller gaat. Ik heb er trouwens vooral voor gekozen om de mouwen wat smaller te maken omdat ik erg klunzig ben. Hoe minder mouw, hoe kleiner de kans dat die door viezigheid zwiert…

Ik snap nooit waarom ze je vaak vragen om je maat te bepalen aan de hand van je borstomtrek. Bij mij werkt dat nooit goed, doordat ik kleine borsten heb, maar niet heel klein ben. Meestal brei ik maar een M en hoop ik dat het goed komt. In dit geval brei ik dus wel de onderarmen van maat XS en S, die vind ik al wijd genoeg. Het patroon biedt allerlei opties om dingen aan te passen, het is heel uitgebreid. Maar ik denk niet dat ik extra herhalingen ga toevoegen om de mouwen langer te maken, zoals ook kan. Mochten ze echt te kort worden, dan brei ik wel wat extra toeren aan de boord. Ik denk trouwens niet dat ze snel te kort worden, want volgens mij week m’n stekenverhouding wat af in het aantal toeren. Het is misschien eerder te hopen dat ze niet veel te lang worden. Zou echt iets voor mij zijn.

Ik vraag me ook af of ik iets verkeerd heb gedaan bij het opnemen van de steken voor de mouw. Het ziet er vreemd uit in de contrastkleur, maar ik heb in het patroon nog niet kunnen ontdekken wat er eventueel fout kan zijn. Ik heb geprobeerd het te vergelijken met foto’s van truien van anderen, maar het zit in de oksel, dus op de meeste foto’s zie je het niet. En het zit in de oksel, dus het is hopelijk niet zo belangrijk. Ondanks mijn zeer perfectionistische aard ga ik het zo laten en er het beste van hopen (en mijn armen naar beneden houden als ik de trui ooit aanheb). Voor hetzelfde geld is er iets niet helemaal goed gegaan bij het afkanten van de mouwen in het lijf, en daar ga ik toch zeker niet naar terug. Wel altijd vervelend, dit soort dingen.

Patroon: Nightbook van Rachel Illsley (Unwind Knitwear)
Garen: Basic Sock van Wol met Verve (75 procent merino, 25 procent nylon), in de kleuren Steel Blue en 20203672
Naalden: 2,75 en 3,25 mm

Sandbank
Aan m’n Sandbank heb ik deze maand niet zoveel gewerkt, en dat is goed nieuws, want dat betekent dat ik veel aan andere projecten heb gewerkt. Ik heb inmiddels wel de tweede bol (van de vijf) aangehecht. En gemerkt dat het garen inderdaad akelig snel breekt, zoals ik vorige keer ook al schreef, want dat gebeurde plotseling terwijl ik aan het breien was. Misschien blijven haken achter de rits van m’n projecttas, zou kunnen. Het breekt in ieder geval te snel voor iemand die zo lomp is als ik. Ik zou denk ik inmiddels wel alle steken op de langste naald (van 150 cm) kunnen zetten, maar dat heb ik nog niet gedaan. Het gaat eigenlijk zo ook nog wel goed, en als je alles op één naald zet, moet je ook weer meer steekmarkeerders gebruiken (kan ook een voordeel zijn, ik heb nog wel meer leuke). Ik denk dat dit project komende maand nog wel wat verder gaat groeien, want het is op dit moment het project waar ik het minst bij na hoef te denken en dat ik het makkelijkst kan meenemen.

Patroon: Sandbank van Lea Viktoria
Garen: Holst Coast in de kleur Sea Green
Naalden: 3 mm (2,5 mm voor de opzet)
Steekmarkeerders (appeltaart en HAPPY) van The Happy Kiwi via Etsy

Liefstebeest #2
M’n Liefstebeest is af! Ik hoefde vorige keer niet veel meer, de pootjes moesten er nog aan en ik moest het slaapzakje afmaken, maar de laatste loodjes wogen zwaar. Ik ben heel blij dat hij af is, ik ben mijn belofte aan m’n kinderen nagekomen. Ze zijn er ook blij mee, maar zoals dat gaat, we zijn een paar weken verder en ze zijn alweer met andere dingen bezig. En dat is natuurlijk prima. Het moge duidelijk zijn dat er voorlopig geen andere knuffel op de planning staat hier. Ze kunnen zeker schattig zijn, maar ik maak ze gewoon niet graag. S. en ik hadden nog wel bedacht dat het met een geel-zwart truitje aan ook een bij kan zijn, maar ik voel me ook nog niet direct geroepen om dat te gaan breien (met zes van die minimouwtjes).

Patroon: mijn patroon, rechten liggen nu bij Wolplein
Garen: Must-have van Yarn and Colors, in de kleuren Black, Cardinal, Marble, Pesto en Green Beryl
Naalden: 2 mm

Sokken
M’n sokken zijn ook af! Daar was ik de vorige keer ook al bijna klaar mee, maar ik kan dingen lang laten liggen als ik eigenlijk alleen nog maar een paar draadjes weg moet werken. En ik wilde wachten op mijn nieuwe sock blockers om ze deftig te kunnen showen. Ik heb die uiteindelijk gekocht in dezelfde Etsy-shop als waar S. die van haar heeft gekocht (en bij nader inzien heb ik ze bij meer mensen gezien online). Die van S. mocht ik lenen bij De BreiSTER en waren me goed bevallen, en ik vind de patroontjes van deze zo leuk (ook al zie je daar dus niks van als er sokken omheen zitten). Je kunt er zelfs gratis iets in laten graveren, dus nu staan mijn initialen erop, zo ben ik dan ook wel weer. Ze komen volgens mij wel rechtstreeks uit een ‘LGBT-free zone’ in Polen, dus daar heb ik wel over getwijfeld. Ik heb ook geprobeerd om erachter te komen hoe de eigenaresse ertegenover staat, wat ik dan weer heel hypocriet en discriminerend van mezelf vond, want ik weet heus wel dat niet alle mensen in Polen homofoob zijn en dat doe ik in Nederland toch ook niet bij al m’n aankopen. Ik betaal ongetwijfeld geld aan homofobe mensen, daar maak ik me geen illusies over. Maar ja, zo rechtstreeks aan een small business owner, dat voelt dan toch anders of zo. Helaas heb ik het niet kunnen uitsluiten, al deelt ze aardig wat regenboogsokken om haar sock blockers en volgt ze het bijzonder woke Pom Pom Magazine en mensen als Stephen West.

Ik ben blij met m’n nieuwe sokken, al werd m’n blijdschap wel overschaduwd doordat ik gaatjes ontdekte in twee paar sokken die ik eerder breide. Vooral een oud paar van mezelf is er slecht aan toe, en er zitten ook enkele gaatjes in een paar dat ik ooit voor M. breide. Van motten? Geen idee. In ieder geval zitten de overige paren nu in een afsluitbare plastic bak. Ik weet nog niet of ik ga proberen om ze te stoppen. Dat zou heel duurzaam van mij zijn, maar ik weet niet of ik er tijd aan wil besteden.

De CraSy Trio-naalden zijn me in ieder geval wel goed bevallen, dus daar hoop ik nog meer sokken op te breien. En de forethought heel op zich ook. Er ontstaan wel snel gaatjes bij de overgang tussen de hiel en de rest van de sok, maar dat heb ik eigenlijk tot nu toe bij alle soorten hielen, en de streepjes zitten zo wel echt mooi.

Garen: Super Soxx 4ply van Lang Yarns, in de kleur 901.0345
Naalden: 2,5 mm
Sock Blockers: van MlynJedrow via Etsy

Deken
Ja, dat zie je goed. Het betreft de deken van de donkerblauwe vierkanten, die ik overhad omdat ik ze toch niet samen met de groene vierkanten in één deken ging gebruiken. Na alle ellende met de deken die ik uiteindelijk wel van de groene vierkanten heb gemaakt, wist ik niet of ik er nog iets mee wilde doen, maar wel dus. Anders liggen ze hier ook maar. Ik wil het dan toch gewoon afronden of zo, ik zou het nu ook niet fijn vinden om aan een totaal andere deken te beginnen. Ik weet ook niet precies waarom.

Ik ga dus nog precies zo’n deken maken, maar dan met de kleuren andersom, en dus ook met lichtgroene wafelstof aan de achterkant (die moet ik nog uitzoeken en bestellen). Ik kan niet zeggen dat ik uitkijk naar nieuwe sessies op de naaimachine, maar oké. Ik heb er in ieder geval als het goed is in deze deken wel voor gezorgd dat de ribbeltjes in alle middelste vierkantjes horizontaal lopen. En het in elkaar zetten ging ook wel wat soepeler dan bij de eerste, ik wist nu natuurlijk ook al dat ik die opstaande randjes erin ging maken. Ik ben nu bijna klaar met het breien van de laatste zijkant, de rest is naaiwerk. De lange zijden kosten trouwens wel echt veel tijd om te breien. De rand is in brioche, dat gaat al traag, en dan is de rand aan de zijkant ook nog eens een stuk breder dan aan de boven- en onderkant. Het effect is leuk, maar je hebt er wat geduld voor nodig. Zeker toen ik een aantal toeren uit moest halen omdat ik een foutje had gemaakt en het me niet lukte om dat te herstellen.

Garen: Natura Just Cotton van DMC, in de kleuren Nacar, Pistache en Zaphire
Naalden: 2,0 mm

In handwerkvlogs doen mensen ook vaak een blokje ‘favorites’, en daar heb ik er ook twee van deze maand.

Allereerst de podcast Why I Knit. Ergens een beetje vreemd om die nu al te tippen, want ik heb er pas één aflevering van geluisterd, namelijk die met Karie Westermann. Misschien is de rest wel niks, maar ik kan in ieder geval die specifieke aflevering aanraden. Het is een podcast van een klinisch psycholoog, die dus met mensen praat over waarom ze breien. Ze heeft natuurlijk in het bijzonder interesse in mentale gezondheid, maar de aflevering met Karie Westermann gaat ook over identiteit, over herinneringen en zelfexpressie. Ze wist in ieder geval veel van wat breien voor mij betekent te verwoorden, en dat vind ik zelf vaak lastig.

En dan raad ik je nog Just Another Knitting Nerd aan, de gloednieuwe vlog van mijn lieve mede-BreiSTER Tessa (nee, ze heeft me niet gevraagd om reclame te maken). Volgens mij was het een impulsieve beslissing van haar om een vlog te beginnen en weet ze zelf ook nog niet precies wat ze ermee wil of gaat doen, maar ik vond de eerste twee afleveringen in ieder geval superleuk om te kijken. Voor De BreiSTER vlogde ze natuurlijk ook, maar het is toch anders als ze niet tig keer onderbroken wordt door ons allemaal! Ik denk dat ze ook leuk is als je haar helemaal niet kent, want ze is met mooie dingen bezig en ze is heel grappig. En ik vind het sowieso superstoer dat ze is gaan vloggen. Dat zul je mij waarschijnlijk niet zien doen.

Mocht je trouwens nog goede tips hebben voor andere (handwerk)vlogs, dan zijn die van harte welkom. Het gaat bij mij altijd een beetje in periodes, en op dit moment kijk ik weinig. Sommige mensen vind ik wat minder leuk of vloggen niet meer. Maar ik vind het altijd wel ontspannen, dus ik heb er wel weer zin in (we hebben het maar even niet over dat alle gedachten en gevoelens daarna net zo hard weer terugkomen).

O, en ik vind het ook altijd leuk om te lezen waar jij mee bezig bent (of wat je nog zou willen maken of proberen)!

Maakwerk – de langverwachte update

Ik vond het dus altijd heel leuk om over mijn projecten te schrijven op mijn blog. Tof om alles zo op een rijtje te zien, meer ruimte om dingen te vertellen… Toen kwam De BreiSTER en waren er maandenlang geen eigen projecten meer. Daarna wel weer, maar toen kwamen de afleveringen van de BreiSTER online en schreef ik daarover, en ondertussen en daarna is er zoveel gebeurd met D. en moest ik werken enzovoort. Het gaat nog steeds niet zo lekker, ik heb het idee dat ik nog totaal niet bijgekomen ben van het eerste half jaar en dat dat ook niet echt kan omdat de situatie elk moment weer kan omslaan.

Maar ik moet (en wil) ergens beginnen. De laatste aflevering van Maakwerk is inmiddels bijna een jaar oud, maar het lijkt me toch een goed plan om die er even bij te pakken. Het meeste wat ik daarin bespreek is namelijk nog altijd niet af… Waarschuwing vooraf: het is aardig wat, alles bij elkaar!

Allereerst m’n Nightbook, die ik toen blijkbaar even had weggelegd. Nou, dat even heeft lang geduurd. Het goede nieuws is dat ik verder ben dan toen, inmiddels heb ik het lijf helemaal af. Het slechte nieuws is dat ik nu vastzit aan het begin van de eerste mouw. Ik weet niet, ik vind het (gelukkig) nog steeds een mooie trui, de ontwerper (Rachel Illsley) heeft er meerdere die ik mooi vind, maar dat inbreien… zucht. Het is zo veel werk, zeker doordat ik werk met handgeverfd garen (van Wol met Verve, waar ik ook nog steeds blij mee ben), waardoor ik steeds de strengen moet wisselen om kleurverschil zo veel mogelijk te voorkomen. Daar heb ik dan ook nog eens niet goed genoeg over nagedacht. Ik heb te laat de derde bol erbij gepakt, waardoor ik waarschijnlijk op een gegeven moment niets meer overheb om die mee af te wisselen. Ook de mouwen zijn volledig in patroon, en… ik werk er gewoon niet aan. Ik heb wel met mezelf afgesproken dat ik geen ander kledingstuk opzet voor ik deze trui af heb.

Patroon: Nightbook van Rachel Illsley (Unwind Knitwear)
Garen: Basic Sock van Wol met Verve (75 procent merino, 25 procent nylon), in de kleuren Steel Blue en 20203672
Naalden: 2,75 en 3,25 mm

Dan volgt er een heel verhaal over frivolité. Niet mee bezig op dit moment, die boekenlegger is nog steeds niet af en ik vrees dat ik alweer vergeten ben hoe bepaalde dingen moeten. Loopt niet weg. Ondertussen ben ik wel een beetje geobsedeerd geraakt door geknoopte armbandjes. Als kind heb ik ook weleens van die armbandjes gemaakt, maar nu hoop ik voor iets ingewikkelder exemplaren te gaan, met meer touwtjes. Het gaat heel langzaam, want ik moet er goed bij opletten en ik ben echt een beginner, maar ik vind het wel leuk.

Ik heb een armbandje gemaakt met 8 draadjes en ben nu bezig aan eentje met 18 draadjes. In twee kleuren, dat maakt het ook lastiger. Het begin was even gedoe, met die lus en het uitlopende stukje, al deed die lus me wel denken aan frivolité. Het mislukte twee keer, maar nu ben ik vertrokken.

Ilene Bag
Deze is af! De vorige keer was ik al bezig aan de schouderband, dus er hoefde op zich ook niet veel meer aan te gebeuren. Alleen vond ik het dus vervelend om aan die schouderband te breien, omdat je daarbij steeds moet keren en het 1 recht, 1 averecht is, ik heb altijd het idee dat dat helemaal niet opschiet. Nu is mijn techniek sowieso waardeloos. Ik ben namelijk een thrower: ik laat met mijn rechterhand laat steeds de naald los om de draad om te slaan. Zo hoort het officieel niet en het is verre van efficiënt, maar ik ben te lui om te proberen mezelf een betere techniek aan te leren. Ik had de schouderband zo nu en dan opgemeten en vergeleken met die van Ilene Bag #2 (die ik voor M. heb gebreid en die in tegenstelling tot #1 nog wel hier aanwezig is). Eindelijk was dat ding lang genoeg, dacht ik. Dus ik deed een 3-needle bind-off (uiteraard in eerste instantie aan de verkeerde kant) om de band te bevestigen en hing de tas om met iets erin om hem in functie te zien. Ik blijf me erover verbazen hoe ver dat ding kan uitrekken, en dat bleek in linnen garen niet anders. Alleen rekte ook de schouderband gigantisch mee, waardoor de tas zo ongeveer op mijn knieën hing. Oftewel: ik moest de bind-off lospeuteren en een gigantisch stuk van de schouderband uithalen. Echt zo’n tijdverspilling :( Maar sinds hij af is, heb ik hem echt al heel veel gebruikt. Superhandig voor S.’ knutsels en tekeningen als ik haar ga ophalen, voor m’n zonnebril (al komt de rits van m’n hoesje er wel vaak in vast te zitten) en flesje water, als extra boodschappentasje… Inmiddels heb ik ook alweer zin om er nog een te maken, maar dat ga ik nu niet doen, want ik wil echt eerst andere projecten uit deze blog af hebben.

Patroon: Ilene Bag van Hannah Mason (gratis patroon, helaas nog steeds geen goed alternatief gevonden voor Ravelry)
Garen: Lino Melange van Borgo de Pazzi, kleur 63 (donkergrijs) en, eh… anoniem groen katoen uit mijn voorraad. Waarschijnlijk van Catania of de Must-have van Yarn and Colors, maar welke kleur precies?
Naalden: 4 mm en 3,5 mm

Sandbank
Deze shawl was ergens in een tas beland, volledig in de knoop met allerlei restjes garen en probeerseltjes… In dit geval was het geen goed teken dat ik dat helemaal ging uitzoeken, want mijn eerste Sandbank was voor mij hét project tegen stress in 2020, en ook de tweede gebruik ik voor anxiety knitting. Ik realiseerde me te laat dat er lifted increases bestaan en dat ik die had gebruikt in m’n Nightbook en daarna ook in m’n linnen top. Hiervoor ongetwijfeld ook een goede, minder zichtbare optie, maar ik wist al snel dat ik ze niet belangrijk genoeg vond om opnieuw te beginnen. Het stoort me ook niet in mijn eerste Sandbank dat je de meerderingen een beetje kunt zien. Momenteel werk ik er niet veel aan, ik ben nog steeds bezig aan de eerste bol en hij ligt nu ik dit typ alweer weken stil, maar wel graag. Het garen voelt fijn, de naalden (de Red Lace van ChiaoGoo) breien prettig, de kleur vind ik nog steeds prachtig. Ik ben soms wel bang dat het garen snel breekt (zeker toen ik het uit de knoop moest halen). Het is dun, maar het is ook half wol, half katoen, dus zo kwetsbaar zou het nu ook weer niet moeten zijn. Al heb ik op een gegeven moment wel een ongelukje gehad met m’n #1 (ander merk garen, maar met dezelfde samenstelling en dikte) toen ik onder de bank dook om iets te pakken voor een van m’n kinderen en ergens achter bleef haken… RATS! In twee toeren van de rand de draad gebroken! Dat was even schrikken, al heb ik het nog best netjes kunnen repareren.

Patroon: Sandbank van Lea Viktoria
Garen: Holst Coast in de kleur Sea Green
Naalden: 3 mm (2,5 mm voor de opzet)
Steekmarkeerders (appeltaart en HAPPY) van The Happy Kiwi via Etsy

Nog zo’n lompe actie had ik trouwens met m’n Trove (ik baal soms echt van mezelf). De tubular bind-off in de boord onderaan knapte gewoon wéér toen ik de trui deze winter een keer uittrok! Een van m’n medebreisterren vertelde me dat die bind-off niet heel strak zou moeten zijn, dus misschien heb ik toch iets verkeerd gedaan? In ieder geval was ik er na dit incident helemaal klaar mee. Ik heb de bind-off helemaal uitgehaald (dat viel nog niet mee, zeker omdat ik hem dus al een keer eerder provisorisch gerepareerd had) en vervolgens gewoon losjes afgekant. Ziet er misschien minder profi uit, maar is wel veiliger. Nu kan ik hem in ieder geval weer aan.

Mutsje voor M.
Kort nadat ik was afgevallen bij De BreiSTER breide ik een mutsje voor M., de nieuwe baby van een van M.’s collega’s (het wordt al snel verwarrend zo, met al die M’en, maar oké). Ik had voor een van zijn zusjes een paar jaar geleden ook een mutsje gebreid, waar ze toen supergelukkig mee waren, dus dit gezin is zeker knitworthy. Een mutsje vind ik altijd een uitstekend kraamcadeautje, je kunt het ook nog vrij last minute maken indien nodig. Ik heb alleen standaard een probleem met het bepalen van de juiste maat, welk patroon ik ook uitkies. Ook dit keer was het weer raak. Ik kocht Bits + Pieces van Veera Välimäki. Zij is een bekende ontwerper en honderden mensen hebben dit mutsje al gemaakt en laten zien op Ravelry. Ik verwachtte dus weinig problemen. Veel mensen schreven wel dat het mutsje extreem klein uitviel. Dus ik dacht: Ik pak een grotere maat. Je raadt het al: ik pakte een te grote maat. En concludeerde pas dat het écht een te grote maat was toen ik bijna klaar was. Uiteindelijk heb ik volgens mij die voor 6 maanden gebreid. Die paste de baby vrijwel meteen. Nu was het een aardig grote baby, maar het mutsje viel bij mij dus ook wel klein uit. Verder vond ik het een duidelijk en leuk patroon, de vorm komt erin door verkorte toeren. Mensen schreven ook dat er daardoor een soort ‘oortjes’ ontstonden boven op het mutsje, maar dat leek bij die van mij mee te vallen. Ik maak er vast nog weleens een!

Patroon: Bits + Pieces van Veera Välimäki
Garen: Favorite van Yarn and Colors in de kleuren Glass en Gold (BreiSTER-restjes)
Naalden: 2,5 mm? (slechte administratie)

Haarband
Ik vind van die geknoopte haarbanden zo leuk. Niet per se voor mezelf, beetje heftig misschien ook in combinatie met een bril, maar wel voor m’n kinderen. Die op hun beurt liever voor wiebelende wortels gaan (serieus, D. was vorige week zaterdag nog van plan om die naar een bruiloft te dragen…). Ik weet dat ze relatief eenvoudig zelf te maken zijn van een restje stof, maar ook dat lukt mij natuurlijk weer niet op de naaimachine. Nu deed S.’ school vorig jaar voor het eerst mee aan Paarse Vrijdag en had S. geen paarse kleren. Ik had wel paars garen, dus besloot ik een haarbandje voor haar te breien. Uiteindelijk bleken ze er bij de kleuters toch niks aan te doen. Dat was heel jammer, zeker omdat in diezelfde week nog kinderen tegen S. hadden gezegd dat twee meisjes niet zouden kunnen trouwen… Ander verhaal voor een andere keer, en niet bedoeld als kritiek op de school (daar voelen we ons gelukkig welkom). In ieder geval, toen was er een nieuwe haarband. Die ik uiteraard alweer moest repareren omdat ze ergens achter was blijven hangen of weet ik veel. Ze heeft het niet van een vreemde! Ik ben hier wel tevreden over en wil graag het patroon(tje) nog eens uitwerken en beschikbaar maken (als ik mijn aantekeningen terug kan vinden :S).

Deken
In januari werd een andere baby M. geboren. Ik ben al meer dan twintig jaar bevriend met zijn moeder en wilde graag een dekentje voor hem breien. Ik lag eruit bij De BreiSTER, dus het kon. Nou, dat heb ik geweten! Dit is het project waar ik de afgelopen maanden het meest aan heb gewerkt en ook de meeste stress over heb gehad. Ik had waarschijnlijk beter een bestaand patroon kunnen kiezen, in plaats van meteen na de wedstrijd zelf iets te gaan verzinnen. Het werd daarna natuurlijk ook een grote stresstoestand met D. op de ic. Om een lang verhaal kort te maken: die baby is inmiddels een half jaar, en ik heb de deken net pas kunnen geven. Dat was een stuk later dan ik had gepland en ik voelde me er slecht over, ook al was zijn moeder inmiddels alweer vergeten dat ik iets zou maken en was het dus alsnog een verrassing.

Ik ben zoals je misschien wel weet groot fan van dekens die je aan twee kanten kunt gebruiken, dus dat wilde ik bij deze ook. Ik dacht aan een combinatie van ribbelsteek en brioche. Beide omkeerbaar, en ik wilde sowieso meer weten van brioche, want brioche is tof. Voor m’n sjaal van de BreiSTER had ik kort iets overwogen geïnspireerd op log cabin blankets, en dat idee kwam nu ook weer bovendrijven. Daarbij begin je met een vierkant in het midden, en daar brei je dan rechthoeken omheen. Je kant af, draait je werk negentig graden en neemt dan weer steken op voor de volgende rechthoek. Oké, dit is misschien niet echt een duidelijke uitleg, maar het kan heel leuk zijn, geloof me.

Het werd ook best leuk, alleen al snel diende het eerste probleem zich aan. Ik had bedacht om aan de boven- en onderkant van elke streep in brioche een strakke witte lijn te maken, door de steken op een bepaalde manier op te nemen en af te kanten. Dat zag er goed uit, alleen was de voorkant daardoor niet meer hetzelfde als de achterkant. Daarnaast viel het me enorm tegen hoeveel draadjes ik moest wegwerken. Ik kon de draad soms wel meenemen aan de achterkant, maar daardoor zag de achterkant er al helemaal niet meer uit alsof het ook de voorkant zou kunnen zijn.

Toen dacht ik: Weet je wat, dan doe ik twee vierkanten op elkaar, met de kleuren omgekeerd. Hè, ja, dubbel zo veel werk (dit alles ook nog eens op naalden van 2 mm…). Dan zouden alle draadjes aan de binnenkant terechtkomen. Extra garen besteld en aan de slag. Ik wist eerst ook niet hoeveel vierkanten ik wilde maken (ik had misschien ook één heel groot vierkant kunnen maken, of juist heel veel kleinere), maar uiteindelijk besloot ik voor 6 vierkanten per kant te gaan. Ook met het oog op de tijd en de hoeveelheid garen die ik had. Uiteraard bleek dat ik daar toch te weinig garen voor had, dus nog wat garen bijbesteld en weer door. In de tussentijd werd de baby geboren en liep alles nogal uit de hand.

Maanden later waren de 12 vierkanten eindelijk af. Maar toen bleek, zeker nadat ik ze aan elkaar had gehaakt, dat ze niet mooi plat bleven liggen. Misschien door de hoogte van de rechthoeken en/of de verschillende steken? Geen idee. Zo frustrerend, ik heb regelmatig op het punt gestaan om hem aan de kant te gooien of zelfs volledig uit elkaar te trekken. Zeker toen ik erachter kwam dat ik om een of andere reden niet alle vierkanten in dezelfde richting had vastgemaakt (wat je ziet aan de vierkantjes in het midden van elk groter vierkant). Ik koos er echter toch steeds voor om door te gaan (tot het bittere eind). Ik kwam erachter dat als ik in ieder vierkant een opstaande rand maakte, de rest van de deken wél aardig plat bleef. En eigenlijk vond ik dat ongeplande 3D-effect nog wel leuk ook. Maar dat kon ik moeilijk aan beide kanten doen. Daarnaast werd de dubbele laag (100 procent katoen, want dan hoef je niet zo na te denken bij het wassen, het ouderschap is al ingewikkeld genoeg) ook behoorlijk zwaar. Dus toen was daar het dilemma: wat doe ik dan met de achterkant?

Een stofje ertegenaan naaien, dat was niet zo moeilijk te verzinnen. Eén probleem: ik ben waardeloos op de naaimachine. Ik heb al jaren een tweedehands naaimachine die m’n tante had teruggevonden op de zolder van de school waar ze altijd heeft gewerkt. Hij kan niet veel, maar ik ook niet, dus dat schept een band. En het is een vrij robuust ding, dus hij kan enige mishandeling aan. Ik hoef me niet heel schuldig te voelen, ook niet als ik er niks mee doe. Meestal doe ik er niks mee, want ik kan dus bijna niks. Daar komt natuurlijk ook geen verandering in, als ik nooit oefen. De realiteit is: ik zou er graag beter in zijn en bewonder mensen die het goed kunnen zeer, maar ik krijg er altijd zó veel stress van. Ik weet niet zo goed waarom, je zou zeggen dat er niet zoveel kan gebeuren, maar het is gewoon echt niet fijn. Het begint meestal al bij het knippen van de stof, want dat kan ik ook niet (recht). Mensen vinden dat vaak heel raar, maar het is toch echt zo. Er bestaan veel scharen waar ik überhaupt niet mee kan knippen en ik mag graag mijn linkshandigheid de schuld geven, maar ik heb een linkshandige stofschaar, dus dat is hier geen excuus.

Maar goed, ondertussen had ik de hele rand in brioche om de deken gebreid, en stof aan de achterkant leek me de enige manier om hem af te krijgen, dus ik besloot mijn moed bijeen te rapen. Wafelstof moest het worden, want ook katoen en lekker zacht en heel geschikt voor babyprojecten. S. tipte een stoffenwinkel in Amersfoort. Leuke winkel, maar geen donkerblauwe wafelstof te bekennen. Ook niet bij de andere stoffenwinkel. Ik had de deken bij me voor de kleuren en zocht vast bijpassend naaigaren uit, maar de wafelstof moest ik toch maar online bestellen. D. was mee op dit mislukte shoptripje, wist een ijsje bij me los te peuteren en sprak toen de wijze woorden: ‘We hebben een ijsje in onze buik. Dat is in ieder geval iets!’ :)

Wat kan ik over het naaien vertellen? Ik heb er lang over gedaan, de naaimachine heeft verontrustende geluiden voortgebracht en ik heb aardig wat wanhopige momenten gekend (vooral toen ik dacht dat er misschien een naald in de deken verdwenen was, vraag maar niet verder). Ik heb de buitenste rand helemaal met de hand vastgenaaid omdat ik niet wist hoe ik die anders goed kon krijgen, en het is verre van perfect geworden. Maar de naaimachine leeft nog en de stof is vast komen te zitten, met een groene bovendraad en een donkerblauwe onderdraad. En van een afstandje ziet alles er altijd beter uit.

Door al dit gedoe vond ik het extreem spannend om de deken te geven. Ik vind dat altijd wel spannend, maar nu helemaal. Gewoon toch bang dat ze zouden denken: Wat moeten wij met dit lelijke ding? Dat alles voor niets was. Terwijl ik zeker wist dat ze het nóóit tegen me zouden zeggen, als ze dat al zouden denken. En ze hoefden niet eens moeite te doen om hun reactie te verbergen, want het was allemaal zo hectisch bij iedereen dat de deken uiteindelijk op hun bruiloft op de cadeautafel belandde en ik niet eens bij het uitpakken was. Een dag later kreeg ik een lief bedankje van mijn vriendin met foto’s van de baby met de deken (dat soort foto’s behoren tot mijn favorieten), dus alles was in orde, zou je zeggen.

Ik weet niet, ik heb wel eens fijnere gevoelens overgehouden aan een project. En nu is natuurlijk ook nog de vraag: wat doe ik met de zes donkerblauwe vierkanten? Van vijf van de zes blijk ik zelfs al alle draadjes te hebben vastgezet, dus ik zou er vrij snel mee verder kunnen. Er bestaat ook felgroene wafelstof, en ik weet nu dat ik het (min of meer) kan. En anders is het ook zonde van alle tijd en moeite die ik er al in gestoken heb. Maar wil ik het nog een keer? Ik ben er nog niet helemaal uit.

Garen: Natura Just Cotton van DMC, in de kleuren Nacar, Pistache en Zaphire
Naalden: 2,0 mm

Liefstebeest #2
Een van de opdrachten van de BreiSTER was een knuffel breien, ik schreef er hier al over. In tegenstelling tot de jury waren mijn kinderen wél fan van mijn lieveheersbeest, maar ik moest ’m na afloop inleveren bij Wolplein. Ik heb zelfs nog gevraagd of we hem niet mochten houden als ze ’m toch zo slecht vonden, maar helaas. Ik beloofde mijn kinderen daarop dat ik er een voor ze zou maken die ze wel mochten houden. Hier heb ik aardig lang tegen aan zitten hikken, toch ook door het rotgevoel dat ik over heb gehouden aan deze opdracht. Ik was zo teleurgesteld en wilde er liever niet aan herinnerd worden. Maar ja, wat je belooft moet je doen.

Tijdens de wedstrijd hadden we twee weken om de knuffel te verzinnen, maken, het patroon te schrijven, alles. Vraag niet hoe, maar dat lukte. Nu hoef ik alleen maar mijn eigen patroon te volgen. Logisch dat je het iets rustiger aan doet zonder deadline, maar waarom duurt dit zo lang?

Nou, onder andere omdat ik nog steeds niet van knuffels breien houd, en dan vooral niet van het gepriegel dat daarbij komt kijken. Ik zag overal tegen op, tegen de kop met de gezichtjes, de i-cord-pootjes, de stippen en de mouwen van het truitje… Maar ik ben nu dan toch een heel eind! Ik heb dit project zelfs meegenomen om er op vakantie aan te werken (niet zonder tegenzin, maar toch). Ik ben niet helemaal tevreden over de gezichtjes, zo zitten de wakkere oogjes eigenlijk net te hoog. Maar hij kijkt wel schattig en ik laat het zo. De kinderen knuffelen hem nu al en S. heeft al helemaal bedacht dat hij straks om en om bij haar en D. in bed mag slapen (maar goed ook, want ik maak er echt maar één voor hen samen). De pootjes moeten er nog aan en ik moet het slaapzakje afmaken, dat is het.

Patroon: mijn patroon, rechten liggen nu bij Wolplein
Garen: Must-have van Yarn and Colors, in de kleuren Black, Cardinal, Marble, Pesto en Green Beryl

Sokken

Sokken breien is tot nu toe ook niet echt mijn ding, maar ik heb nu naalden waardoor het al wat meer mijn ding wordt (de CraSy Trio van Addi, drie korte naaldjes met een kabeltje in het midden). Ik was er al een tijdje heel benieuwd naar en heb ze bij wijze van laat verjaardagscadeau van mijn zusje gekregen toen ik met haar en mijn tante naar de Handwerkbeurs in Zwolle ging. Het garen heb ik daar trouwens ook van mijn tante gekregen, ik werd verwend! Ik voelde me op de beurs als vanouds erg ongemakkelijk en sociaal onhandig (nu geen zin om daar verder over uit te weiden), en ik ga óók altijd graag op pad met mijn schoonzus, die dit keer niet kon, maar het was een erg gezellige dag. Een dag eerder was ik mee geweest als begeleider op het schoolreisje van S. Daar moest ik nog een beetje van bijkomen, maar het was erg fijn om erover te kletsen met mijn tante, en ook om even op geen een kind te hoeven letten. We waren met de trein, en ook dat verliep voorspoedig, voor de verandering.

Ik ben blij met de naalden. Ik brei sokken normaal gesproken op een lange rondbreinaald met behulp van magic loop. Het kan ook op vier naalden, dat vinden mensen die niet breien vaak heel indrukwekkend, maar je gebruikt er dan nog steeds maar twee tegelijk, dus het valt wel mee. Alleen heb ik dan toch het idee dat ik te veel tegelijk in de gaten moet houden en vallen er soms steken af aan de achterkant. Dat probleem heb ik bij de CraSy Trio minder, dat zijn ook maar drie naalden, maar in een onbewaakt moment gebeurt het toch nog weleens, dus het zal wel aan mij liggen. Verder vind ik ze fijn breien, er ontstaan bij mij niet snel ladders en ze zijn makkelijk mee te nemen. Ik vond dit leuke zakje terug dat ooit bij een winterjas van een van de kinderen zat, en dat blijkt dus een geweldig projecttasje te zijn (tot hilariteit van D.).

Ik brei in tricotsteek, want het garen is druk genoeg (dat kleurverloop zit er dus al in, ik zeg het er toch maar even bij). En ik heb een voor mij nieuwe hiel uitgeprobeerd: de peasant heel/forethought heel. Op de plek waar je de hiel wilt, brei je dan een halve toer met een restje garen, en als je de hiel gaat breien, haal je dat uit en neem je de steken voor de hiel op de naalden. De afterthought heel bestaat ook, daarbij brei je eerst de hele sok en daarna knip je er een gat in waar je de hiel wilt. Eh… ik pak het liever iets voorzichtiger aan! Zeker als je twee lifelines invoegt, zoals ik deed bij een van de sokken, kan er weinig misgaan en gaat het vrij eenvoudig (ook al heb ik altijd wel gaatjes bij de overgang tussen de hiel en de rest van de sok, welke hiel ik ook kies). De hiel zelf brei je hetzelfde als een bandteen, en ik heb die ook gebruikt voor de daadwerkelijke teen. Vrij hoekig, maar wel grappig dat dezelfde constructie dan twee keer terugkomt in een sok. En het geeft een leuk effect bij gestreept garen.

Garen: Super Soxx 4ply van Lang Yarns, in de kleur 901.0345
Naalden: 2,5 mm

Inmiddels ben ik bijna klaar met de tweede sok. Ik heb besloten mezelf te trakteren op een stel sock blockers en maak plannen voor een volgend paar (ook alvast met het oog op komende winter). Ik wil echter eerst meer afmaken van waar ik in deze blog over heb geschreven. M’n Sandbank beschouw ik als ‘voor ernaast’ en de niet-breiprojecten ook, maar m’n knuffel, sokken en trui gaan hopelijk voor op nieuwe projecten. En dan dus misschien nog die deken. En daarna weet ik het nog niet precies. Ja, misschien dus nog een Ilene Bag en nog een paar sokken. En een volgend kledingstuk, altijd wel weer een volgend kledingstuk. En ik wil dingen met patronen (laatst kocht een volslagen vreemde ineens Interpunctie, toen was ik natuurlijk even dolgelukkig, want dat gebeurt vooralsnog bijna nooit). Die haarband. En de deken die ik twee jaar terug voor neefje J. heb gebreid en die zelfs al een naam heeft, maar die ik online nog helemaal niet heb laten zien. Ik ga proberen om je weer wat meer op de hoogte te houden!

De BreiSTER

Ik mag het eindelijk zeggen: ik doe mee aan de allereerste editie van De BreiSTER!

Misschien (waarschijnlijk!) was het je helemaal niet opgevallen dat ik de afgelopen maanden nog minder van me liet horen dan anders en niks meer deelde over mijn breiprojecten. Maar dit was de reden.

De wat?

De BreiSTER is de breiwedstrijd van Wolplein, en Wolplein is een grote webwinkel met garens en andere benodigdheden voor handwerken. Ze hebben de haakversie al een aantal keer georganiseerd, maar nu is er dus voor het eerst ook een wedstrijd voor mensen die breien. Ik, M. en schoonzus S. vonden het altijd heel leuk om De HaakSTER te kijken en erover te kletsen. Ik haak zelf weinig en heb nooit overwogen om daaraan mee te doen, dus daar bleef het bij. Maar als er ooit een breiversie zou komen…

Ik noem het nu wel een breiwedstrijd, maar eigenlijk is het vooral een ontwerpwedstrijd. Je krijgt de opdracht om binnen een bepaalde tijd iets te ontwerpen en dat moet je dan bedenken en breien (thuis, in je eigen tijd). Je werkt het patroon uit en maakt foto’s. Een jury beoordeelt de projecten, geeft punten en degene met het laagste aantal punten valt af. Tien kandidaten beginnen aan de wedstrijd, daar komen drie finalisten uit en uiteindelijk één winnaar. En o ja, de kandidaten vloggen over het hele proces. Die vlogs verwerken de video-editors van Wolplein tot afleveringen, en die afleveringen komen op YouTube.

Dat is in het kort hoe het werkt. De afleveringen gaan nu online komen, een aflevering per week op vrijdag, te beginnen met interviewtjes om de kandidaten voor te stellen. Ik ben er vanaf het begin eerlijk over geweest: die interviewtjes, dat vloggen, dat waren voor mij belangrijke redenen om me niet op te geven. Ik vond (en vind) het niets voor mij en schaam me bij voorbaat al rot. Ik zal daar later ongetwijfeld nog wat meer over schrijven.

Desondanks heb ik me opgegeven. En ben ik geselecteerd. En dat mag iedereen nu eindelijk weten, dat is heel fijn. Ik heb zin om te laten zien wat ik heb gemaakt, maar ik vind het ook heel spannend dat de afleveringen nu online komen (ik weet natuurlijk wat ik heb gefilmd, maar ik heb de afleveringen zelf ook nog niet gezien).

Dit is natuurlijk een uitstekende reden voor een nieuwe blogserie, dus die start ik dan ook bij dezen. In deze serie zal ik je meenemen achter de schermen van de wedstrijd en schrijven over wat je niet terugziet in de afleveringen. Te beginnen met mijn inschrijving en de aanloop naar de wedstrijd.

Meer informatie over de wedstrijd en mijn fantastische medekandidaten vind je alvast hier op de website van Wolplein.
De afleveringen zullen worden gepubliceerd op het YouTube-kanaal van Wolplein.

Kom hier dus zeker nog eens terug voor meer BreiSTER-blogs, en laat het weten als je vragen hebt of als je ergens benieuwd naar bent!

Maakwerk van juli

Oké. Ik schreef vorige keer dat ik die ruit voor op m’n Nightbook Sweater nu af wilde hebben, maar ik heb hem even weggelegd. Niet eens zo bewust, maar ik vond het te veel gedoe om ’m mee te nemen op vakantie en ik heb er weinig plezier in op het moment. Ik kijk nog steeds graag naar alle versies via #nightbooksweater op Instagram en ik wil zo’n trui, maar ik heb nu even geen puf om ’m te maken. Dat geeft ook niet, het kan zo weer veranderen. Ik ben niet iemand die een hele berg WIP’s heeft liggen en maak de meeste dingen (uiteindelijk) af. Dat wil niet zeggen dat ik altijd maar aan één project tegelijk bezig ben en pas naar het volgende ga als ik dat helemaal af heb gemaakt. Er zijn projecten voor verschillende stemmingen en gelegenheden.

Ik ben dus op vakantie geweest, een weekje, normaal gesproken voor mij zeker een moment om lekker te handwerken, maar het is er deze vakantie niet van gekomen. Ik geloof dat ik één ringetje aan mijn boekenlegger heb toegevoegd (waarover later meer). Verder wilde ik ook mijn schouder wat rust gunnen. Ik verdenk nog steeds mijn redactiewerk, maar het vreemde was dat ik op vakantie (zonder laptop, en dus in feite ook zonder handwerken) er eigenlijk meer last van had dan toen ik thuis weer aan het werk was. Ik weet het niet, ik probeer nog steeds maar een beetje rustig aan te doen. Verder sliepen de kinderen slecht en wilden ze het liefst de hele dag door ons vermaakt worden. Wat natuurlijk ook logisch is en (tot op zekere hoogte) ook niet erg. Het lukte naarmate de week vorderde ook wel wat beter om me erbij neer te leggen dat een vakantie met twee kleine kinderen gewoon (ook) heel hard werken is, en we hebben het fijn gehad. Ik was eigenlijk van plan om nog wat langer vakantie te nemen dan dat we van huis waren, maar de aanloop naar de vakantie was erg stressvol, onder andere door een vierde koortsstuip van D. Ik ben in die dagen aardig wat tijd verloren, waardoor ik eerder dan gepland weer aan het werk moest om mijn deadlines te halen. Veel is nu weer in orde, maar niet fijn. Het voelt soms alsof ik een keuze moet maken tussen mijn fysieke gezondheid (schouder) en mijn mentale gezondheid, die zonder meer beter is als ik kan handwerken. Maar niet als ik eigenlijk te moe ben om een patroon te volgen en het dan toch probeer, terwijl het ook weer niet werkt om zomaar wat voor me uit te breien zonder patroon. Het moet interessant genoeg zijn om me af te leiden en het moet iets worden. Moeilijk om daar een goede balans in te vinden.

Tot zover de algemene update, door naar de projecten van deze maand. Blijkbaar zit ik in een groene periode, daar past de Nightbook natuurlijk ook niet bij (ook dit kan zo weer anders zijn).

Frivolité
Eens in de zoveel tijd haal ik toch m’n tatting shuttles (schuitjes of spoeltjes in het Nederlands, geloof ik) weer tevoorschijn. Meestal ben ik er ook vrij snel weer klaar mee, omdat ik dan weer weet hoe moeilijk ik het vind om het echt netjes te krijgen en fouten te herstellen. Ik vind het leuk dat het anders is dan haken en breien, en dat het wat onbekender is. Het kan overal mee naartoe doordat het zo weinig ruimte inneemt (al weet ik vaak sowieso wel een handwerkje in m’n tas te proppen, geen zorgen, desnoods zorg ik voor een grotere tas). Ik hou van de ‘trucjes’ om elementen met elkaar te verbinden of dingen niet te laten opvallen of op een andere plaats uit te komen met je draad (het is vrij lastig om draadjes weg te werken, dus je wilt aan- en afhechten zo veel mogelijk voorkomen). Het lijkt niet echt op touwfiguren maken zoals ik als kind graag deed, maar het doet me er ergens toch aan denken. Het ontstaat meer in je handen dan een breiwerk.

Je hebt er weinig voor nodig, alleen twee shuttles dus (voor sommige patronen maar eentje) en wat garen. Het fijnst is ‘vormvast’ katoen, bijvoorbeeld van het merk Lizbeth. De dikte van de draad bepaalt hoe fijn je werk wordt (en hoe moeilijk het uit de knoop te halen is). Ik gebruik zelf meestal maat 20, dat is de op een na dikste draad. Er zijn supermooie shuttles te koop. Van hout, handgemaakt, helemaal gedecoreerd, maar dat vind ik een beetje overdreven voor hoe weinig ik het doe. Ik heb een stel plastic shuttles van het merk Clover, die zijn heel standaard. In sommige shuttles zit een verwisselbaar spoeltje, maar dat mis ik niet echt bij die van mij. Ik denk zelfs dat ik de draad makkelijker op spanning kan houden zonder. Ik vind het wel heel handig dat er een punt aan zit. Als die er niet aan zit, heb je ook nog een dunne haaknaald nodig om de verbindingen te maken.

Naaldfrivolité (needle tatting) bestaat trouwens ook, de naam zegt het al, dat is met een naald in plaats van een shuttle. Ik vind het juist leuk om een keer iets te doen wat níét met een naald is, en needle tatting is volgens mij vaak wat losser, doordat je afhankelijk bent van de dikte van de naald. Het schijnt wel makkelijker te zijn om te leren.

Mijn grote ‘probleem’ met frivolité is dat ik vaak niet weet wat ik ermee wil maken. Er zijn niet zoveel patronen beschikbaar, en al helemaal weinig patronen die me aanspreken. En ik ben er niet goed genoeg in om zelf iets te kunnen ontwerpen. Je kunt er kleedjes mee maken, decoratieve randjes voor aan je zakdoek, sieraden, sneeuwvlokken voor in de kerstboom… Veel dingen passen niet zo goed bij mij. Een boekenlegger vind ik soms nog wel aardig, maar ja, hoeveel boekenleggers heeft een mens nodig? Ik heb trouwens de indruk dat het nogal een christelijke hobby is, gezien de vele patronen van kruisen die circuleren.

Voor nu ben ik toch weer aan een boekenlegger begonnen, namelijk Sherry’s Chatelaine van Sherry Pence. Ik moest er wel echt weer even inkomen, ik had nog wat restjes garen die ik wilde gebruiken (dus toch extra draadjes wegwerken). Verder zijn de meeste patronen heel beknopt, en ik wist niet meer waar alles voor stond. Ik heb het patroon ook een klein beetje aangepast, omdat het me niet lukte om een self-closing mock ring met een ring erin en een klein ringetje erbovenop te maken. Ik doe daar nu een onion ring. O, en ik maak telkens één extra knoop tussen de drie ringen in de punten. Geen idee hoe je dat netjes krijgt zonder, want ik weet er dus niet zo veel van. Ik heb dankzij dit patroon wel weer een paar nieuwe technieken geleerd. Die onion rings dus, en verder double picots en thrown rings. Double picots zijn die dubbele lusjes bovenin (de enkele zijn standaard, die moet je meteen leren) en de thrown rings zijn de ringen onderaan, midden in een ketting.

Meestal valt het me tegen hoe langzaam zo’n werkje vordert, ik heb er niet altijd genoeg geduld voor. We gaan zien of en wanneer het af komt!

Patroon: Sherry’s Chatelaine van Sherry Pence (gratis patroon)
Garen: Lizbeth Crochet Thread (size 20), in de kleur Christmas Green

Boodschappennetje
Mijn zwarte Ilene Bag (te zien in deze blogpost) is nog steeds kwijt (waarschijnlijk definitief), dus ik wilde een nieuwe. Ik vond dat eigenlijk wel een goed excuus om biologisch katoen aan te schaffen in allerlei kekke kleuren, maar gebruiken wat je hebt liggen is natuurlijk nog duurzamer, dus dat besloot ik toen toch maar te doen. Ik vreesde dat ik van mijn linnen top net niet genoeg garen overhad, daarom heb ik het gecombineerd met een restje groen katoen. Waar ik dan weer bijna niet genoeg van had voor de bodem en de rand. De keukenweegschaal kwam er weer aan te pas, en uiteindelijk had ik nog maar zo’n 80 centimeter over van het groene garen, dus de rand had geen ronde langer moeten zijn. Ik moet nu alleen de schouderband nog afmaken, en daar heb ik me toch een hekel aan. Continu keren doordat het zo weinig steken zijn, en dan ook nog 1 recht, 1 averecht. Gelukkig ben ik inmiddels een heel eind. Ik hoop trouwens dat ik de schouderband op de juiste plaats gestart ben. Ik brei de Ilene nu voor de derde keer en heb alle tassen iets dieper gemaakt, maar daardoor kom ik natuurlijk niet helemaal op dezelfde plek uit voor de schouderband. Het patroon zorgt voor een soort spiraal, en ik vind het lastig om te zien of de band nu goed boven de korte kant van de tas zit. Nou ja, hopelijk maakt het niet zoveel uit.

Patroon: Ilene Bag van Hannah Mason (gratis patroon via Ravelry)
Garen: Lino Melange van Borgo de Pazzi, kleur 63 (donkergrijs) en… groen katoen. Waarschijnlijk van Catania of de Must-have van Yarn and Colors, maar welke kleur precies?
Naalden: 4 mm en 3,5 mm

Sandbank 2
Ik ben begonnen aan mijn tweede Sandbank Shawl! Vorig jaar was dit een van mijn favoriete projecten (boven aan deze blogpost te zien), en hét project waarmee ik alle stress te lijf probeerde te gaan. Ook dit jaar is er helaas weer meer dan voldoende stress in mijn leven, dus wie weet helpt het weer (een beetje). Daarnaast draag ik mijn Sandbank 1 ook gewoon graag. Het is een gigantische, lichte sjaal in de vorm van een halvemaan. Ik heb er destijds speciaal een extra lange rondbreinaald van 150 cm voor gekocht, maar nu ik nog niet zo ver ben brei ik nog op twee naalden (ook nog op een rondbreinaald van 100 cm). Uiteindelijk komen alle steken op die langste naald en brei je een bepaalde herhaling over zestien naalden. Dat komt goed, met behulp van enige administratie (ik moet alleen niet vergeten om een kruisje te zetten als ik eindelijk weer aan het einde van een ronde ben aangekomen). Dan wordt het pas echt relaxed (totdat je bij de schier eindeloze rand aankomt, maar dat is van veel later zorg).

Het begin is niet bepaald relaxed, want daarvoor moet je meer dan 350 steken opzetten met behulp van een speciale techniek die ervoor zorgt dat je vanuit het midden twee kanten op kunt breien. Die techniek gebruik je bijvoorbeeld ook wanneer je sokken vanaf de teen breit, iets wat ik nog nooit heb gedaan. De techniek die in het patroon wordt gesuggereerd lukte me bij mijn eerste shawl niet, en dit keer heb ik ’m niet eens geprobeerd. De Turkish cast-on is redelijk goed gelukt, maar op dit moment niet helemaal onzichtbaar. Maar volgens mij viel het de vorige keer na het opspannen een stuk minder op, dus daar hoop ik nu ook weer op. In het patroon staat ook dat je op bepaalde plaatsen een extra omslag kunt maken als je strak breit, zodat je de punten goed kunt opspannen. En dat die omslagen bij het opspannen volledig verdwijnen. Dat laatste is bij mijn eerste Sandbank zeker niet gebeurd, maar dat vind ik niet zo erg en voor de zekerheid doe ik ze toch maar weer, want het lijkt me problematischer om de vorm er niet goed in te krijgen (dat was vorige keer ook met omslagen een klein drama). Ik ben nu nog niet bij de herhalingen, dus nu is het nog even puzzelen en tellen en opletten dat ik de goede naald gebruik, maar ik weet dat het goed kan komen.

Ik brei deze shawl in Holst Coast, een wol-katoenmix. Ook mijn eerste Sandbank is half wol, half katoen, maar die heb ik gebreid in Organic 350 van Hjertegarn. De garens lijken erg vergelijkbaar, behalve dan dat Coast helaas niet ecologisch is. Ik probeer hier nog altijd op te letten, maar ben zeker geen heilige. In dit geval is mijn slappe excuus dat Coast in veel meer kleuren beschikbaar is dan Organic 350 en dat ik mijn oog liet vallen op deze kleur groen.

Patroon: Sandbank van Lea Viktoria
Garen: Holst Coast in de kleur Sea Green
Naalden: 3 mm (2,5 mm voor de cast-on)