Maakwerk van januari

Zo. Januari. Lockdown, dus de avonden bestonden nog meer dan anders uit handwerken. En januari, dus ik was nog helemaal gemotiveerd om m’n plannen uit te voeren. Waar dan ook steevast bij hoort om meer te bloggen en schrijven en delen, dus laten we gauw beginnen.

Wanten voor D.
Ik begon dit jaar met het breien van nieuwe wanten voor D. De babywantjes die ze droeg werden nu echt te klein en hebben geen duim, dus ze kon niets vastpakken als ze ze droeg. Ik had nieuwe voor haar gekocht, vooral omdat ik wollen wanten/handschoenen niet fijn vind in de regen, maar die bleken nog te groot. De winkels waren inmiddels weer dicht en ik besloot toen toch maar zelf kleinere voor haar te maken. Op zich goed te doen, ware het niet dat ik het voor elkaar kreeg om de steekmarkeerders voor de duim verkeerd te plaatsen, waardoor de duim iets korter en de hand iets smaller is dan bedoeld. Nou ja. Deze wanten zijn ook nog iets aan de grote kant, maar ze passen beter dan de gekochte (die heeft S. inmiddels ingepikt) en ze houdt ze vaak zowaar aan. Toen ze net af waren, riep ze steeds: ‘Mama! Passen!’ en ‘Mama maakt!’:) Ik ben ook erg blij dat ze zwart zijn, aangezien ze er al aardig wat mee door de modder heeft gezwierd.

Patroon: The World’s Simplest Mittens van Tin Can Knits (gratis)
Garen: Semilla van BC Garn (100 procent wol)
Naalden: 2,5 en 3,0 mm

Trove Sweater
Mijn Trove is eindelijk af! Ik ben vaak niet zo snel met truien breien, en met deze zeker niet, want argh, hoe kon ik, iemand die zo’n hekel heeft aan draadjes wegwerken, in hemelsnaam dit patroon kiezen? Nou ja, dat snap ik op zich nog steeds wel, want het is prachtig. Maar toch. Daarnaast was ik niet helemaal tevreden over het model, dat vrij kort is en wijde mouwen heeft. Wijde mouwen zijn geen goed idee als je zo’n kluns bent als ik. Ik wilde het lijf wat langer maken, en daarom besloot ik eerst de mouwen te breien, zodat ik zeker genoeg garen zou hebben. Dat bleek uiteindelijk niet nodig te zijn, maar de mouwen leken helemaal eindeloos te duren, dus uiteindelijk was ik wel blij dat ik die niet op het laatst nog moest. Alleen had ik toen nog niets gelezen over de minderingen aan de zijkanten van het lijf (klassieke fout, niet het hele patroon vooraf doorlezen), dus had ik zelf een mindering verzonnen voor de mouwen. En wat was ik daar op een gegeven moment ontevreden over. De minderingen uit het patroon vond ik ook niet geweldig, maar die van mezelf zeker niet, en ik baalde gewoon ontzettend van de hele trui. Waarschijnlijk kwam die inzinking door de lockdown en dergelijke, maar ik twijfelde dus echt of ik de mouwen moest uithalen. De volgende dag besloot ik dat toch maar niet te doen. Gelukkig maar, want het zou echt een hels karwei zijn geweest, alleen al doordat ik voor het eerst de tubular bind off had gebruikt. En omdat er dus heel veel losse draadjes in zitten, die ik allemaal al had weggewerkt, want ik dwong mezelf steeds om dat iedere paar strepen te doen. Als ik dat voor het laatst had bewaard, zou die trui nu waarschijnlijk ergens in een hoek liggen. S. en ik hebben ’m samen gewassen en daarna heeft hij een eeuwigheid liggen drogen op zolder, waar het nu niet zo warm is, maar waar de kinderen hem niet konden slopen. En nu ben ik er toch wel blij mee, al heb ik ’m juist omdat ik er blij mee ben nog niet durven dragen. Hij is best warm, dus ik moet daar dit jaar niet al te lang meer mee wachten.

Ik ben vooral erg blij met de kleuren, die helemaal anders zijn dan in het patroon en die ik online uit moest zoeken. Het garen heb ik gekocht bij Stephen & Penelope, en ik wil er zeker meer mee gaan breien. De tubular bind off was dus nieuw voor mij. Wat een gedoe. Het effect is op zich wel mooi (behalve als je ’m nog niet zo goed kunt en besluit om ’m eerst maar eens bij de halsboord toe te passen, vol in het zicht…), maar ik weet niet zo goed of ik het alle moeite waard vind.

Patroon: Trove van Emma Ducher
Garen: Ulysse van De Rerum Natura (100 procent merino) in de kleuren Poivre Blanc, Argile, Cypres, Sauge en Genet
Naalden: 3,5 en 4,0 mm

Het vest voor S.
Ik schreef er al over in mijn plannen, ik had een vestje dat ik nooit droeg en dat wilde ik uithalen om met het garen iets anders te breien. Dat heb ik voortvarend gedaan! Dat viel nog niet mee, want ik had de draadjes niet heel netjes weggewerkt en het vestje bleek anders in elkaar te zitten dan ik dacht. Uiteindelijk bleek ik (slechts) ongeveer 450 meter te hebben, het was dan ook een erg open patroon met amper mouwtjes. Nog wel net genoeg om iets te maken voor een van m’n kinderen, maar het was best lastig om een patroon te vinden in een kleine maat voor zulk dik garen dat ik mooi vond. Uiteindelijk vond ik een Frans patroon. Waarom ook niet? Mijn Frans is niet heel goed, maar met een lijstje breitermen Frans-Nederlands ernaast ging het heel aardig. Behalve dan dat ik onmogelijk uitkwam op het genoemde aantal steken. Ik dacht eerst nog dat het aan de taal lag, maar anderen kwamen er ook niet uit. Het was een gratis patroon, dus ik kan moeilijk klagen over dat het niet perfect was, maar het was best een gedoe. Ik heb uiteindelijk aardig wat aan het patroon veranderd, vooral aan de rand. Ik vond het leuk dat die om het hele vest heen zit, maar in de nek vond ik ’m niet zo mooi en aan de onderkant al helemaal niet, want daar golfde hij heel vreemd en het patroon deed net alsof er geen hoeken in zaten. Het ligt nu te drogen, dus S. heeft het eindresultaat nog niet aangehad, maar het lijkt best goed gelukt (foto’s volgen). Het garen kan helaas niet in de wasmachine, dus ik vraag me af hoelang het overleeft, maar S. is er nu in ieder geval heel enthousiast over.

Patroon: little Rebecca cardigan van Audrey Collete (gratis)
Garen: Royal Tweed van Lana Grossa in kleur 61 (100 procent merino)
Naalden: 5,0 en 6,0 mm

Over garen dat niet in de wasmachine kan gesproken, M. heeft de enige trui die ik voor haar heb gebreid per ongeluk in de wasmachine gegooid. Helemaal vervilt en gekrompen. Ik was zo teleurgesteld toen ik daarachter kwam, het was zo niet nodig geweest. Als iemand die zelf niet breit weet hoeveel werk en tijd er in zo’n trui gaat zitten, is zij het wel, dacht ik, en het voelde echt alsof het haar niks kon schelen. Ook al was het per ongeluk, ja. Zucht.

Verder ben ik druk bezig met allemaal nieuwe plannen. Ik haak nog steeds af en toe balletjes van acryl die ik uiteindelijk in een kussen wil verwerken (maar dat wordt een langetermijnproject). En ik heb garen gekocht voor mijn Nightbook! Ik vind het heel spannend, terwijl… het is maar breien, en zoals S. ook al zei: sinds wanneer laten wij ons tegenhouden door nieuwe technieken? Ik ga het gewoon proberen. Het wordt voor mij de eerste trui die volledig in twee kleuren is. De Trove is natuurlijk ook in meerdere kleuren, maar daarin zit een heel andere techniek, waarbij je nooit twee kleuren tegelijk gebruikt in een toer. Ik heb nog maar weinig ervaring met colorwork. Wel in wat dubbelgebreide projecten, maar ook dat werkt anders, daarbij is het vrij gemakkelijk om de draden goed op spanning te houden, omdat je twee kanten tegelijk breit. Ik heb het garen nog niet in huis, maar ik heb het na een tip van S. gekocht bij Wol met Verve, en het is speciaal voor mij geverfd omdat ze niet op voorraad hadden wat ik wilde. Zo tof, zo’n leuk contact ook gehad, ik fleurde er helemaal van op. Tot nu toe zeker een aanrader! Omdat het handgeverfd garen is, zal ik de strengen moeten afwisselen (daardoor vallen eventuele kleurverschillen minder op), wat ik ook nog nooit eerder heb gedaan. Ik ben heel benieuwd, ik ben gevallen voor deze trui zodra ik er foto’s van zag, dus hopelijk wordt het wat.
Daarnaast heb ik linnen garen gekocht omdat ik iets voor de zomer wil breien, maar daar ben ik nog niet zo mee opgeschoten. Het is donkergrijs en ik vind het heel mooi, maar het is ook iets dunner dan ik dacht, en daardoor heb ik nog geen patroon gevonden dat me aanstaat. Ik zoek verder, of misschien dat ik toch zelf iets ga proberen (zou de eerste keer zijn). Ik ben ook weer actief bezig met het patroon voor de deken die ik voor mijn neefje heb gemaakt. Zeker nu lukt het vaak niet om daaraan te werken. Het kost heel wat tijd, en ik vraag me ook steeds af wie er in vredesnaam op zit te wachten, maar ik wil het toch graag afmaken. Om meer te kunnen doen met patronen, moet je immers wel patronen hebben.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *