Ik had januari overgeslagen omdat er toen niet veel te melden viel. Ik was niet van plan om februari ook over te slaan, maar nu is het toch ineens alweer half maart. Dat zou je helaas niet zeggen als je mijn projecten bekijkt. Het gaat wel wat beter met m’n schouder, maar ik heb toch nog steeds het idee dat ik er voorzichtig mee moet zijn. En ik wil echt eerst dingen afmaken voor ik weer aan nieuwe dingen begin. Dat is niet helemaal gelukt, maar dat blijft mijn streven.
Ik kan kort zijn over de afgelopen maanden: Sandbank en Georgetown. Georgetown en Sandbank. Ik ben ver met beide, maar beide leken ook helemaal tot stilstand te komen. Dat kan niet als je er wel aan breit, weet ik, maar ik breide er niet zo heel veel aan en zo leek het. Lastig om dan door te gaan. Vandaar ook dat ik van mezelf niet aan andere dingen mag werken, want die zouden dan zoveel interessanter zijn dat deze projecten zeker in een donker hoekje zouden belanden.
Sandbank
M’n Sandbank is eindelijk bijna af! Ik ben klaar met breien. Heel gek als je er zo lang aan gewerkt hebt, het voelde ook heel plotseling. Ik moet nu alleen nog de draadjes wegwerken en de sjaal opspannen. Ik heb het al een paar keer gezegd: dat opspannen was bij Sandbank #1 een drama, dus daar ben ik nu nog even blijven steken. Een andere reden daarvoor is dat ik hem op zolder neer moet leggen (hij is al groot, maar wordt nog groter) en het daar nu vaak erg koud is. O, en ik houd dus niet van draadjes wegwerken.
Het helpt om er hier over te mopperen, merk ik, want daardoor denk ik nu wel: Kom op, doe dat, hij is bijna af! Ik heb trouwens wel al een heel aantal foamtegels in elkaar gepuzzeld (daar slepen m’n kinderen nog weleens mee), hopelijk genoeg om hem straks op te leggen. Ik blijf dit een erg leuk patroon vinden, maar ik denk niet dat ik er meteen nog een ga maken.
Patroon: Sandbank van Lea Viktoria
Garen: Holst Coast in de kleur Sea Green (50 procent merino, 50 procent katoen)
Naalden: 3 mm (2,5 mm voor de opzet)
Ik heb ondertussen ook weer veel gekeken naar andere shawls en heb mijn oog laten vallen op Stellate van Julie Knits in Paris, die ik blijkbaar al meer dan vijf jaar in mijn Favorites op Ravelry heb zitten (dat kun je zien). Gek hoe zo’n patroon dan ineens weer je aandacht kan trekken. Hij ziet er mooi uit, ik denk dat hij leuk is om te breien (met brioche!) en ik zie mezelf er ook al in verdwijnen.
Een andere shawl waar ik benieuwd naar ben is EWEYE van Olga Buraya-Kefelian. Ook deze shawl zie ik mezelf zeker dragen. Heel interessant patroon, en aan de voorbeelden te zien maakt het voor de look ook echt uit welke kleuren je kiest als kleur A, B en C. Bovendien heb ik begrepen dat het bij deze shawl makkelijk is om de draadjes weg te werken, en daar ben ik uiteraard zeer gevoelig voor :)
Al weet ik nog niet of ik meteen hierna weer een shawl ga opzetten.
Georgetown
Ook m’n Georgetown vordert, maar daarbij zit ik nog vast in de kraag (zoals ik bij m’n Sandbank ook eindeloos vastzat in de rand). De vorige keer was ik nog bezig aan de tweede mouw, dus er is zeker iets gebeurd, maar zo voelt het niet. Deze foto is ook al van een maand geleden omdat ik te lui ben om de steken weer over twee naalden te verdelen, maar veel lijkt er niet veranderd (en de kleur blijft elke keer anders). De kraag is breder geworden en ik weet dat ik er bijna ben, maar de laatste loodjes wegen zwaar. De boordsteek is saai, m’n schouder protesteert er snel tegen en ik blijf worstelen met het wisselen tussen de verschillende bollen.
Ik wist dat ik niet genoeg garen zou hebben om de hele kraag van een bol te breien (zoals ik bij de andere boorden heb gedaan), maar ik wist ook niet goed hoe ik dan zou kunnen wisselen. Met twee bollen werd de rand lelijk, met drie bollen vond ik te veel gedoe, dus nu doe ik het opnieuw met twee, maar schuif ik de steken naar de andere kant van de naald in plaats van dat ik keer. De voor- en achterkant zien er hetzelfde uit in de boordsteek, maar ik brei zeg maar eerst de voorkant met draad A, dan de voorkant met draad B en dan keer ik pas. Ik wissel dus elke toer van bol, zodat ik elke keer maar een klein stukje met de draad naar boven hoef. Helemaal tevreden over de randen ben ik nog steeds niet, maar het kan ermee door.
Ik ben wel blij dat de tweede mouw af is. Het is fijner om steken op te nemen rond het armsgat dan om een mouw daar later in te zetten (ik weet eigenlijk niet of ik dat ooit al heb gedaan, ik denk eigenlijk dat mijn moeder dat voor me heeft gedaan bij mijn eerste twee truien), maar dat betekent wel dat het hele vest eraan hangt en de hele tijd draait. Op een gegeven moment was ik hier ook helemaal de draad kwijt met het wisselen van de twee bollen, ik hoop maar dat het uiteindelijk goed is gegaan. Je ziet op dit moment wel een beetje waar ik het heb gedaan, ik hoop dat dat nog wat minder wordt door het wassen en blocken.
En ik hoop dat ik genoeg garen heb! Ik dacht dat ik ruim voldoende had, maar ik ben uiteindelijk voor maat L gegaan en heb het vest volgens mij ook wat langer gemaakt dan in het patroon, dus nu is er ineens niet zo veel meer over. De kraag zal sowieso wel groot zijn, dus waarschijnlijk is het geen probleem, maar toch. Ik weet nog dat S. zei: ‘En anders brei je gewoon nog een muts van de rest!’ Dat gaat niet gebeuren.
Patroon: Georgetown van Hannah Fettig
Garen: Malabrigo Rios in de kleur Pearl (100 procent merino)
Naalden: 3,25 en 4,0 mm
Sokken
Ja, toch een nieuw project(je), mijn excuus is dat ik met de trein naar Amsterdam ging (om Les Misérables te zien in Carré, was fantastisch) en iets kleins bij me wilde hebben. Uiteindelijk heb ik alleen op de terugreis een paar toeren gebreid en die vervolgens thuis net zo hard weer uitgehaald omdat mijn linksvallende en rechtsvallende meerderingen de verkeerde kant op bleken te vallen. Dus tja.
M. en S. vroegen onafhankelijk van elkaar of ik ‘weer een blaadje’ aan het breien was. Eh… nee :) Dit worden de sokken die ik al een keer heb gebreid, maar dan in kleuren die ik beter bij het patroon vind passen. Ik heb zowaar mijn aantekeningen nog (al moest ik wel over een krabbeltje érg diep nadenken voor ik me herinnerde wat ik daarmee bedoelde).
Wordt vervolgd, ik wil hier heel graag een patroon van maken, maar dan moet het wel ook voor meerdere maten zijn, dus dat wordt nog flink puzzelen en rekenen. Het lekker felgroene garen is trouwens Jawoll van Lang Yarns.
Haarfrutsels
S. had ‘Raar met je haar’-dag op school. Leuk, alleen zou ze eerst gym hebben en draagt ze een fietshelm. We moesten dus op zoek naar iets raars wat in die omstandigheden bruikbaar was. En dat zijn deze speldjes geworden, die ze zelf in kon doen na gym. Door drie vasten te haken in elke losse gaat de sliert vanzelf krullen (ook bekend van de octopusjes en vogeltjes voor te vroeg geboren kindjes). S. was blij, dus ik ook.