Maakwerk van oktober

Hoi. Nog steeds stress en chaos hier. Vooralsnog zitten we nog steeds elke dag in onzekerheid. En dat is slopend. Het heeft op zoveel dingen impact. Ik weet het ook even niet, heb ook niet zoveel zin om over alles wat akelig en irritant is te schrijven. Er komen best een paar leuke dingen aan (als ze door kunnen gaan, ik kan me tegenwoordig nauwelijks meer op dingen verheugen). En ik heb vandaag een deadline gehaald zonder dat ik eerst om uitstel hoefde te vragen (vraag me niet hoe, maar het is gelukt). Dus nu kan ik eindelijk deze blog afmaken.

Nightbook
M’n Nightbook is eindelijk af! Na dik anderhalf jaar, ook al heb ik er zeker niet de hele tijd aan gewerkt. En zoals dat dan gaat, de hoeveelheid werk begint alweer te vervagen in m’n hoofd. Ik ben niet van plan om nu meteen weer een patroon te gaan breien met colorwork overal, maar sommige andere truien van deze ontwerper zijn toch ook wel erg mooi… Oké, het was wel echt veel werk, zeker als je zoals ik totaal geen goede techniek hebt en handgeverfd garen gebruikt. Maar het kan dus wel, gewoon doorgaan.

Perfect is hij zeker niet geworden. Wassen heeft veel gedaan voor de gelijkmatigheid van de steken, maar het is nog steeds niet overal even netjes, en zeker niet bij de mouwaanzet. Het model is ook niet helemaal zoals zou moeten, hij is aardig lang en breed, en de mouwen zijn een beetje vreemd, doordat ik bij m’n polsen echt nog wilde minderen, maar dat door het patroon niet gelijkmatig kon doen. Maar hij is ook weer niet veel te groot, zoals ik vreesde, het mag een comfy grote trui zijn en ik denk dat je blik vooral naar het patroon wordt getrokken. Dus ik ben blij!

Ik durf mijn zelfgebreide kledingstukken vaak dus niet te dragen, vanwege mijn klunzigheid en m’n kinderen die willen knuffelen met vieze handen en monden. Zo zonde als er iets mee gebeurt. Maar natuurlijk ook zonde als ik ze maak en ze vervolgens niet draag. Blijft een lastige afweging!

Ik héb m’n Nightbook gedragen naar de Breidagen, waar ik naartoe geweest ben met schoonzus S. (Hoera! Later in deze blog meer.) Het was een geweldige dag, ik denk de beste dag van de maand. Ook al bleef ik met m’n rugzak haken aan m’n trui (ik zei het, klunzig). Gelukkig ging er niks kapot en kon ik de losser geworden steek weer een beetje minder los maken.

Ik droeg m’n trui daar ook echt wel met trots. En ik heb nog nooit zoveel complimenten gehad op een beurs over wat ik aanhad. En daar heb ik ook van genoten. (En ik vind het dan toch weer heel moeilijk om dat te vertellen, omdat mensen mij toch al vaak arrogant vinden overkomen. Maar goed, zo was het.) Het was erg leuk om het eindresultaat te kunnen laten zien aan Sylvia van Wol met Verve, die het garen voor me heeft geverfd, helemaal omdat zij zelf zei: ‘Hé, dat is een bekende trui!’ En ik werd helemaal verlegen van iemand die het patroon herkende omdat ze zelf ook een Nightbook wilde gaan maken. Diegene reageerde superenthousiast op mijn trui en wilde die graag laten zien aan haar vriendin, dus dat was echt zo van: die trui moet hierheen komen, en o ja, de persoon die erin zit dus ook. Ze zei ook dat ze jaloers was omdat ik hem al af had, wat ik snap. Ik wist me natuurlijk weer totaal geen houding te geven, maar het was toch leuk.

Patroon: Nightbook van Rachel Illsley (Unwind Knitwear)
Garen: Basic Sock van Wol met Verve (75 procent merino, 25 procent nylon), in de kleuren Steel Blue en 20203672
Naalden: 2,75 en 3,25 mm

Deken
Ik heb best hard gewerkt aan deze deken! Ik vind het wel lastig, want hij blijft mislukt voelen en ook al maak ik hem op dezelfde manier als de eerste (met de kleuren omgekeerd), ik heb nog steeds meestal het idee dat ik geen idee heb wat ik aan het doen ben. Al zit ik wel iets rustiger achter de naaimachine, ik denk omdat de vorige keer nu korter geleden is. Dat is ook het enige wat ik nog moet doen: de wafelstof er aan de achterkant aan vastnaaien. Het blijft ingewikkeld om hier tijd voor te vinden, want het kan eigenlijk alleen ’s avonds, overdag ben ik of aan het werk of in de weer met de kinderen. Die kunnen zichzelf soms best even bezighouden, maar vaak ook ineens niet meer… En ’s avonds ben ik dan toch vaak te moe om achter de naaimachine te kruipen, zeker als ik net achter de laptop vandaan kom. En dan is het vaak koud in huis en wil ik alleen nog maar onder een dekentje op de bank. Geen zelfgebreid dekentje overigens, daar zou ik ook nog eens verandering in moeten brengen. Dus nu ligt deze deken alweer een paar weken stil. Maar ik doe gewoon af en toe een stukje, dan komt hij uiteindelijk ook heus wel af.

Garen: Natura Just Cotton van DMC, in de kleuren Nacar, Pistache en Zaphire
Naalden: 2,0 mm

Sandbank
Ik zei de vorige keer dat ik m’n Sandbank hier niet meer iedere maand ging laten zien, omdat hij zo langzaam groeide. Ja, ja. Totdat er ineens verder niks meer op m’n naalden stond en dit weer hét project tegen stress bleek te zijn. Die functie heeft m’n eerste Sandbank twee jaar geleden ook vervuld. Ik weet niet wat het is met dit patroon, maar ik ben het nog steeds niet zat. Het werkt gewoon goed voor mij: ik pak hem erbij, drapeer hem zo’n beetje over me heen en ga weer verder. Niet alle toeren zijn precies hetzelfde en in alle toeren moet je meerderen, maar het is ook steeds heel lang rechtdoor, doordat de omtrek zo groot is. In mijn hoofd ben ik er al heel ver mee, maar ik weet ook dat dat niet echt zo is. Je vordert natuurlijk steeds langzamer doordat je vanuit het midden breit, en ik weet nog van de vorige keer dat er geen einde leek te komen aan de rand, die ik nu nog niet eens heb bereikt. Ik denk dat ik eerder net over de helft ben (ik ben wel alweer iets verder dan op de foto, maar dat zie ik eigenlijk vooral aan m’n slinkende bol).

Patroon: Sandbank van Lea Viktoria
Garen: Holst Coast in de kleur Sea Green (50 procent merino, 50 procent katoen)
Naalden: 3 mm (2,5 mm voor de opzet)
Steekmarkeerders (appeltaart en HAPPY) van The Happy Kiwi via Etsy

Sokken
M’n zelfontworpen sokken zijn af, ik heb ze in een vlaag van inspiratie kort na de Breidagen afgemaakt, maar ik heb besloten om ze hier nog niet te laten zien. Ik wil eerst nog een sample maken in ander garen, dat ik op de Breidagen heb gevonden. S. raadde het aan, die had er al eerder mee gebreid, en ik vond het in de kleuren die ik wilde. Felgroen en donkergrijs van Jawoll van Lang Yarns is het geworden, ik denk nog steeds dat dat goed bij mijn patroon past. Ik kocht het bij Caro’s Atelier.

Het zou me moeten lukken om een tweede sample te breien. Ik heb aantekeningen gemaakt en ben behoorlijk tevreden, al heb ik wel drie keer de boord opnieuw gebreid omdat die totaal niet werd hoe ik wilde. Ik wil daar een kleurovergang, en ik denk dat dat toch een verschil is tussen toe-up en cuff-down, want dat werd me toch lelijk! Maar ik geloof dat ik het nu heb opgelost. Ik merk wel dat ik echt totaal geen ruimte in m’n hoofd heb om te bedenken hoe ik het ga doen met de verschillende maten (ik wil verschillende maten, dat sowieso) en het patroon uitwerken. En alles. Ook hier maar even stapje voor stapje.

Over sokken gesproken, ik raakte vrij onverwacht geobsedeerd door twee oudere paren. Ik schreef eerder al dat ik had ontdekt dat die daarvan vol gaten zaten. Ik weet nog steeds niet hoe die erin komen, maar ik vrees toch door motten. Niet dat ik motten heb gezien, maar ze leken wel echt aangevreten. Heel irritant, alle sokken zitten nu dan ook in een afsluitbare plastic bak en we doen dingen met lavendel, want daar schijnen motten niet van te houden. Ik had de kapotte sokken apart gelegd, en ik wist nog niet of ik ze zou gaan repareren. Dat heb ik nu toch gedaan, weifelend, een paar had ik aanvankelijk zelfs al weggegooid. Ik ben niet per se goed in sokken stoppen (eigenlijk weet ik niet eens precies hoe het moet) en ik vind het ook niet echt een leuk klusje. Maar ik had dringend afleiding nodig door alle ellende met D., en toen vond ik mezelf toch ineens terug met die sokken. Ik heb alle gaten (en dat waren er aardig wat bij elkaar) zo goed mogelijk gerepareerd en de sokken vervolgens in de vriezer gelegd, want dat was een advies van Milieu Centraal. Daar zijn ze inmiddels weer uit, dus nu maar hopen dat er geen nieuwe gaten meer ontstaan.

Breidagen
Ik ging dus met S. naar de Breidagen in Zwolle. We gingen met S.’ auto, dus dat was voor mij helemaal relaxed. We waren op een serieuze missie, want we wilden allebei garen voor een trui en een vest. En ja, daar doen we dan gerust zo’n beetje de hele dag over, om dat uit te zoeken en overal te kijken. Heerlijk! Met andere mensen is het ook leuk, maar met S. is het gewoon altijd erg gezellig en het maakt ons ook niks uit als de ander nóg een keer terug wil naar die ene stand omdat ze ergens over twijfelt. Verder hebben we ook Irma (die had een stand) en Tessa van de BreiSTER even gesproken, dat was ook tof.

Ze hadden wel mogen zorgen voor meer zitjes. Wij willen toch altijd ook zitten en kletsen en nadenken en een stukje breien, maar nu helemaal, gezien S.’ zwangerschap. Nu waren er eigenlijk alleen een paar krakkemikkige bankjes zonder leuningen en een megadruk restaurant. En er was geen poffertjeskraam, zoals op de Handwerkbeurs (poffertjeslucht hoort gewoon bij de Handwerkbeurs).

Maar goed, over naar de buit. Ik heb best veel geld uitgegeven, maar verantwoord dat naar mezelf (moet dat dan? Ja, toch wel) door te zeggen dat ik hier hopelijk weer heel lang plezier van ga hebben en dat breien me zo goeddoet. Therapie kost ook geld, zoiets. En hopelijk houd ik er uiteindelijk ook nog een paar mooie kledingstukken aan over.

Allereerst heb ik garen gekocht voor het vest Georgetown van Hannah Fettig. Ik twijfelde de vorige keer nog of ik dat patroon zou kopen of niet, maar dat heb ik dus gedaan. Hiervoor was ik op zoek naar worsted garen. Ik overwoog de Gilliatt van De Rerum Natura, ik heb al een keer een trui gebreid met dunner garen van dat merk (Ulysse) en dat was me goed bevallen, maar de Gilliatt bleek voor dit patroon toch wat dun en ik kwam niet helemaal uit de kleur. Toen zag ik bij Recht en Averecht een streng Malabrigo Rios die ik niet meer uit m’n hoofd kreeg, dus dat is hem geworden. De kleur Pearl. Het lijkt misschien grijs op de foto, maar er zit een soort lichtpaarse gloed overheen. Dit was een rustmomentje voor S., want de eerste mevrouw moest er heel lang naar zoeken. De tweede mevrouw haalde ze vervolgens zo tevoorschijn, dus de eerste mevrouw had vooral weer even gezien wat ze verder nog allemaal hadden. Ach ja, we hadden geen haast.

Het zou ruim voldoende moeten zijn, ik twijfel nog een klein beetje over de maat omdat ik het idee heb dat bij Hannah Fettig alles vrij strak aansluit, terwijl ik wel echt een groot en comfy vest wil, met een grote kraag. Dit garen is iets dikker dan in het patroon wordt genoemd, maar ik dacht dat ik er wel mee weg zou komen. Voor de Georgetown kocht ik ook rondbreinaalden 4,5 mm en 3,75 mm, de ChiaoGoo Lace, bij Batts and Threads (ook een stand die ik altijd graag bezoek, zelfs al hadden ze de Hjertegarn dit keer niet bij zich). Ik heb meer naalden van dit merk en vind ze fijn breien.

Verder was ik op zoek naar garen voor Hikari van Bernice Lim. Daar zijn extra rondjes voor over de beurs gelopen! Op zich was er veel keus in die dikte (fingering), ook het meeste sokkengaren valt daar bijvoorbeeld onder. Alleen wilde ik liever geen nylon in een zomershirtje. De kleur was nog het grootste probleem, soms lijkt alles te fel of te donker en ben ik bang dat ik gedoemd ben mijn dagen in pastelkleuren te slijten. Ik kom sowieso heel vaak uit bij blauw en groen, nu ook weer. Uiteindelijk vond ik bij de stand van APmezga uit Litouwen merino met linnen. Ik kende deze hand dyers nog helemaal niet, maar hun garen zag er erg mooi uit. Maar ja, blauw of groen, hè? Ik probeerde mezelf maar voor te houden dat ik eigenlijk niet echt verkeerd kon kiezen en koos uiteindelijk de blauwe.

Nu heb ik dus voor beide kledingstukken weer handgeverfd garen gekozen, dus zal ik de bollen weer moeten afwisselen. Daar kijk ik niet per se naar uit na m’n Nightbook, maar hopelijk is het dit keer iets makkelijker omdat het allemaal in één kleur is (dus twee bollen tegelijk in plaats van vier).

Ik gunde mezelf ook nog deze steekmarkeerders van VMCJ Knitwear, die ik ook nog niet kende. Ik raad af om op haar site te gaan kijken, ik zie daar in ieder geval nog wel meer dingen die ik wil hebben! Ik heb in principe zat steekmarkeerders, en dan gebruik ik vaak genoeg alsnog die goedkope plastic exemplaren van de Zeeman waarvan er nog weleens een sneuvelt ook, maar ik vond deze zo mooi!

Wat deed ik vervolgens met mijn aankopen van de Breidagen? Nou, eerst maar eens even helemaal niks. Te veel onrust om daadwerkelijk ergens aan te beginnen. Bij de kledingstukken kan dat ook niet zomaar, want daarvoor moet ik eerst bollen maken van de strengen en proeflapjes breien. En ik heb geen parapluhaspel en garenwinder (heten die dingen zo?). S. wel, zij heeft me destijds ook geholpen met het garen voor m’n Nightbook. Maar uiteraard wilde ik toch ineens iets doen, dus toen heb ik alvast bollen gemaakt van twee strengen van de Rios voor de Georgetown. Die zijn ook ‘maar’ 192 meter, dus dat viel nog best mee.

Ik heb er inmiddels ook twee proeflapjes van gebreid. O, daar heb ik toch altijd zo’n hekel aan. Ik doe het braaf voor kledingstukken, maar het voelt als tijdverspilling. Het eerste was niet goed, het tweede bíjna, een toer verschil in de lengte, dus dat is prima. Uiteraard kom ik nu uit op naalden die ik al had, in plaats van op de naalden die ik (nog altijd niet in het bezit van een rondbreinaaldenset) speciaal voor dit project heb gekocht. Het gekke is dat ik nu in principe kan beginnen, maar dat niet doe. Ik voel het nog niet, of, minder zweverig geformuleerd: ik heb er gewoon nog geen zin in. Ik heb het idee dat ik over alles in deze blog zeg dat het nog wel komt, maar dit komt vast ook nog wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *