Balkon

DSC_0248

Eerste oogst van ons balkon. Ons eigen balkon! Zoveel mensen hebben me rond de verhuizing gevraagd naar mijn niet-bestaande tuin, maar wij zijn hier al heel blij mee. Aan de kant van de galerij hebben we trouwens ook nog een hoekje met planten en ruimte voor een stoel of twee. In Utrecht hadden we alleen een gezamenlijk balkon op de verdieping, waar het meestal hard waaide en een zooitje was en dan belden er weer mensen aan van verdiepingen zonder balkon om te zeuren dat ze erop wilden. Ik hield van het park voor de deur, maar voordat je daar een keer zat met al je spullen, dat doe je niet voor tien minuten.

Echt groene vingers heb ik geloof ik niet, maar ik blijk het wel leuk te vinden om met planten bezig te zijn. Ik heb jaren een bijbaantje achter de kassa van een tuincentrum gehad, maar daar vooral een afkeer van bolchrysanten aan overgehouden. Ik kan goed planten inpakken in doorzichtig folie en ik weet dat je met een stukje plakband haast onzichtbare maar pijnlijke stekeltjes van cactussen uit je handen kunt halen, dat is het wel zo ongeveer.

Het is wennen om nu ook zelf iets te kunnen met buitenplanten. Een balkon is gelukkig lekker overzichtelijk, je zet wat bakken en potten neer en je bent al een heel eind, je hoeft niet eerst in de weer met tegels en borders en schuttingen. Dus dat hebben we gedaan, wat bakken en potten neergezet en maar kijken wat er opkomt en groeit en bloeit en afsterft. Zelf het een en ander gekocht en veel gekregen van lieve mensen.

In The Big Allotment Challenge zouden deze radijsjes trouwens waardeloos scoren. Ze zijn niet even groot en moet je die blemish op dat ene blaadje zien! Ach ja.

Iemand nog tips voor makkelijke planten/groenten/kruiden?

Colofon

Als redacteur werk je meestal achter de schermen en daar voel ik me thuis. Ja, misschien word je een keer genoemd in een dankwoord. Misschien mag je een keer speechen op een boekpresentatie. Als je jarenlang met een heel beroemde auteur werkt, wil de krant je misschien iets vragen als hij/zij dood is. Maar dat geldt eigenlijk alleen voor redacteurs in dienst bij uitgeverijen, niet voor freelancers. Meestal blijkt nergens uit dat ik aan een boek heb meegewerkt. Dat hoeft van mij ook niet zonodig. Mijn aandeel is vaak maar klein, ik haal veel voldoening uit het werk zelf en ik krijg genoeg waardering van de mensen voor en met wie ik werk.

En toch is het tof om een keer (onverwacht) in een colofon vermeld te worden.

DSC_0247

In dit geval in dit boek, waar ik vooral vorig jaar intensief aan gewerkt heb.

Motregenvariaties

motregenvariaties

Een toneelstuk over twee dichteressen. Dat leek Marleen en mij wel wat. En mij daarna niet echt meer, weer een aantal afwijzingen verder. Ik baal al genoeg van alles wat mij niet lukt en anderen wel, dat hoef ik niet ook nog eens op het toneel te zien. We gingen natuurlijk toch en het was fantastisch.

Over het stuk (bron):
Mirthe Kamp (Olga Zuiderhoek) is niet lang geleden weduwe geworden. Haar man was de bekende poëziecriticus Alex Kamp. Hoewel Mirthe nog dagelijks gedichten maakt, is na haar debuut Kind van Mist begin jaren ’70 nooit meer werk van haar gepubliceerd. Hoe anders verliep de carrière van Sacha van Loon (Ria Eimers), die tegelijk met haar debuteerde met de spraakmakende dichtbundel Phèdres tranen en vervolgende de ongekroonde koningin van de vaderlandse letteren werd.
Terwijl Mirthe steeds meer in bezit wordt genomen door de afwikkeling van haar mans nalatenschap, een verhuizing en pijnlijke benen, ontmoet ze na 40 jaar haar oude rivale. Misschien is het niet te laat en kan ze de wereld alsnog laten zien wat ze in haar mars heeft.

Het was het tegenovergestelde van deprimerend, ik kreeg buikpijn van het lachen en zin om te schrijven. Wat een tekst van Robert Alberdingk Thijm. Ik denk dat ik de uitgave ga kopen. Wat speelden ze goed alle drie (naast Zuiderhoek en Eimers een mooie dubbelrol als jonge uitgever en zoon van Sacha voor Jan-Paul Buijs). Het hele semiliteraire sfeertje was zó goed getroffen. Ze hadden weinig nodig, een tafel werd een graf, een boeket een telefoon, wat kartonnen dozen eromheen en ik heb nog nooit twee mensen zo overtuigend zien roken zonder sigaret. En wat zaten we mooi, helemaal vooraan. En wat een fijn publiek. Ja, dat maakt uit. Vorige maand nog werd ik bij On Golden Pond omringd door bejaarden die de homofobe uitspraken van Bram van der Vlugt (in zijn rol van ietwat seniele oude man) werkelijk hi-la-risch vonden, en dat was gewoon echt niet leuk. Ze konden bovendien hun mond niet houden. Dat was nu gelukkig helemaal anders. Geweldige avond gehad. Het motregende de hele terugweg, maar dat was gewoon speciaal voor ons.

Motregenvariaties. 6 mei 2014, Blauwe Zaal, Staddschouwburg Utrecht. Tournee tot eind mei. Foto: Arjan Benning/buro RuSt

Week 14

♥ Twee jaar getrouwd zijn. Een papieren bruiloft is dat blijkbaar. En in België een leren bruiloft. ‘Soms ook paardenhaar’, zegt Wikipedia dan. Doe dan toch maar papier. Al schijnt dat ook 2 weken getrouwd te zijn (wederom in België) en 37 jaar. De inspiratie was op een gegeven moment blijkbaar op. Gisteravond aten we heerlijk bij de Eetstee, een vegetarisch restaurant in Amersfoort. Toch extra fijn dat er geen dieren dood hoefden omdat wij onze trouwdag wilden vieren. We eten trouwens eerder flexitarisch dan vegetarisch, of eigenlijk zelfs flexipescotarisch. In ieder geval waren onder andere sneeuweieren (‘gestoomde eitjes van eiwit’) en sapjes van sinaasappel, mandarijn en appel dus heel lekker.

Code rood persklaarmaken, oftewel deel 2 van Spy Girl. Ik heb vorig jaar deel 1 ook mogen persklaarmaken, alleen was ik een beetje vergeten hoe leuk het was. Oké, de titel geeft al weg dat het over een tienermeisjesspion gaat, dus daar stond me nog wel iets van bij, maar mijn hoofd had daarvan gemaakt dat er ook iets was met geheimzinnige e-mailtjes. Niet dus, dat was een andere opdracht voor De Fontein Jeugd (namelijk dit boek, ook leuk). Nou ja, deel 2 op de e-reader, vertaling erbij, buiten in de zon, veel beter wordt het niet.

♥ Lekkere losse thee drinken en ondertussen werken aan een Bouquetreeksboekje over een theesalon. Daar eindelijk weer eens op tijd mee begonnen zijn. De 3500e Bouquet wordt groots gevierd (o.a. met een schrijfwedstrijd) en dat leidt dan tot semiliteratuurwetenschappelijke blogs waarin men verbaasd concludeert dat de vrouwelijke hoofdpersonages vaak best nog wel onafhankelijk zijn en er vrij expliciet over seks geschreven wordt. Heel grappig om te lezen als je er zoals ik elke maand een of twee onder handen neemt en literatuurwetenschap gestudeerd hebt. Het lijkt me overigens nog best lastig om er eentje te schrijven (ze worden allemaal vanuit het Engels vertaald, de schrijfwedstrijd is een uitzondering), vooral qua opbouw. Het zwakke punt van mijn proza is dan ook altijd dat er nauwelijks iets in gebeurt… De onafhankelijkheid van de Bouquetreeksvrouwen is verder vooral de uitgangspositie voordat ze die man hebben ontmoet. Ze hebben vaak een eigen bedrijf, maar de zaken lopen regelmatig niet al te best. Ook deze theesalon is weer erg noodlijdend. Uiteraard wordt het pand waarin het bedrijf gevestigd is vervolgens ook nog eens opgekocht door een geheimzinnige koper, en dat blijkt dan die man te zijn, zoiets. Ik heb er oprecht veel plezier in om voor Harlequin te werken :)

♥ Mijn eigen Verhalenloket is al weer drie jaar oud, en niet eens noodlijdend (ik ben dan ook geen Bouquetreeksvrouw, maar toch)!

♥ Voor het eerst een eigen balkon hebben en daar dingen mee gaan doen. Naar het tuincentrum gaan. Hoe lekker het ruikt in een tuincentrum. Van mensen planten en zaadjes krijgen. Elke dag kijken hoe de planten groeien/heel hard hopen dat ze dat nog gaan doen. Dat onze dood gewaande orchidee na bijna twee jaar toch nog weer nieuwe knoppen krijgt.

♥ Dat twee moeders eindelijk allebei juridisch ouders kunnen zijn!

♥ Eindelijk weer eens een gedicht afmaken en insturen voor een wedstrijd. Makkelijker om kunnen gaan met afwijzingen. Ja, het blijft bizar om van dat ene tijdschrift dat op de website zonder enig voorbehoud kopij welkom heet na een paar uur te horen te krijgen dat alle nummers al vol zitten voor dit jaar. Of ik het over anderhalf jaar nog eens wil proberen. Want dan zitten de nummers van volgend jaar natuurlijk niet allang vol? Helemaal als het dan vervolgens beweert in élk nummer werk van mensen zonder bundels op te nemen en een collega-dichter die rond dezelfde tijd instuurt wel een positief bericht krijgt. En helemáál als dan bij een andere afwijzing in de categorie ‘jaheeljammermaarzoveelinzendingenentalentdusgavooralzodoor’ specifiek dit tijdschrift aangeraden wordt omdat het altijd zo openstaat voor onbekend talent! Dat je denkt: jullie mogen het ook gewoon zéggen als jullie mijn gedichten niet willen, en dan kom ik jullie niet eens in elkaar slaan!