De poëziemiddag zou in april al zijn, maar was om organisatorische redenen uitgesteld tot gisteren. Of ik nog steeds wilde voordragen, ze hoopten heel erg van wel. Eh, ja, tenzij de baby tegen die tijd besluit te komen. Dat begrepen ze gelukkig.
Vanwege het uitstel was het thema ‘het voorjaar in het najaar’ geworden, en daar paste de Buik natuurlijk prima bij. Al vergat ik even dat het misschien niet zo’n heel goed idee meer was om die enorm hoge trap in het Eemhuis te nemen. Ik hoefde me niet voor te stellen aan de organisatie en ook verder kreeg de Buik veel aandacht, wat ik eigenlijk wel logisch en fijn vond. Het voelde ook best bijzonder om ermee op te treden. Ik kom afspraken graag na, dus ik was blij dat ik erbij kon zijn, ondanks mijn wat problematische relatie met optreden in het algemeen. Ik vrees dat dat blijvend is.
Soms denk ik: Al publiceer ik tien bundels (in dit tempo hoef ik daar tenslotte slechts 120 voor te worden), dan nog zullen er na afloop van een optreden mensen naar me toe komen om me te vertellen dat ik talent heb en vooral door moet gaan, maar… dat ik wel wat meer ruimte in mag nemen op het podium. Dat ze wel konden zien dat ik zenuwachtig was. Dat mijn teksten het waard zijn dat ik mezelf beter presenteer. Enzovoort.
En dat gebeurde gisteren niet eens, kun je nagaan. Of nou ja, dat van dat talent en dat dóórgaan wel, maar de rest zat alleen in mijn hoofd. F., die altijd beweert dat hij mij ontdekt heeft, zei dat nu ook weer tegen iemand, maar hij vertelde erbij dat het een beetje was zoals met Columbus en Amerika: ik was er al, maar toch.
Soms zou ik wat meer willen hebben van de onbevangenheid van andere mensen. Jullie hebben gezegd dat ik maar drie minuten heb, maar dat is natuurlijk belachelijk weinig, dus zie me maar weer eens van het open podium af te krijgen. Ik schrijf trouwens ook songteksten. En koop mijn bundel, mensen! Het is niet per se sympathiek of realistisch en het brengt je ook niet per se verder, maar het moet heerlijk zijn om er niet aan te twijfelen dat men op je zit te wachten.
Ik weet ook wel dat mijn schrijven vaak voortkomt uit gepieker, ik zou heel andere dingen maken als ik me anders zou verhouden tot de wereld. Momenteel gaat het misschien nog wel trager en moeizamer dan ooit, al heeft het vele wakker liggen ’s nachts een nieuw gedicht opgeleverd waar ik blij mee ben. En er is sinds kort een document dat ‘Bundel 2’ heet, dat tot nu toe maar liefst vijf teksten bevat en ik nog totaal niet serieus kan nemen. Maar dat geeft misschien niet.
Ik wacht geduldig af! Veel succes met de Buik en al het anders!
Dankjewel! Ik wacht natuurlijk ook nog steeds op jou (en tot die tijd geniet ik van je blog)!