Hardlopen

marathonamersfoortik

Ik blog over hardlopen, staat er dan heel stoer in de sidebar. Wanneer precies? Het goede nieuws is dat ik wel nog steeds ren. Een beetje. Ook in de winter heb ik het volgehouden, zij het met veel smoesjes en geklaag. Het was zogenaamd altijd te koud en te nat, ik was zogenaamd altijd te moe en te druk. Maar ik heb het wel gedaan, af en toe. Omdat ik toch íéts moet doen, met dat zittende werk vanuit huis en dat erfelijk verhoogde cholesterol van mij. Omdat ik hardlopen nog steeds de leuksteminst erge sport vind.

De 10 kilometer binnen het uur, dat was mijn doel. Vorig jaar september kwam ik er al in de buurt met 1:01:49. Ik ben niet fanatiek, maar die 01:49 móést er echt af. En dus bleef ik toch lopen. Vaak niet vaker dan een keer per week. Vaak onderweg vooral bezig met me ergeren aan dingen: vage pijntjes, te warme kleren, een luisterboek dat zomaar zwijgt, diverse landbouwvoertuigen die stinken en mijn luisterboek overstemmen en over me heen rijden als ik niet uitkijk, mensen die hun honden los laten lopen waar dat niet mag, de aanwezigheid van honden in het algemeen, en van wielrenners, en van mannen die sigaren roken. Echt leuk, hoor, hardlopen…

In het kader van stokken en deuren had ik me ingeschreven voor de 10 kilometer van de Marathon Amersfoort. Mijn derde 10k-wedstrijd, in mijn eigen stad en voor het eerst een grote ronde in plaats van meerdere kortere (vond ik fijn). Zondag was het zover.

De start was al om tien uur. Ik loop graag ‘s ochtends, heb je ook geen gedoe met wanneer je moet eten. Ik had al een idioot druk weekend achter de rug, maar voelde me goed. Ontbijtje van havermout met banaan, omkleden, nummer opspelden en klaar voor vertrek.

Het was zo druk op het Eemplein! Dat was nogal overweldigend, ik ben niet zo goed in me in mensenmassa’s bevinden. Het duurde allemaal ook wel erg lang, de start werd uitgesteld omdat nog niet iedereen een startnummer had, ik werd steeds opzij geduwd door mensen die niet meeliepen maar in het startvak op zoek gingen naar mensen die wel meeliepen. Best moeilijk om je dan te concentreren. De allersnelste vrouwen kregen drie minuten voorsprong op de mannen en de andere vrouwen, dus dat betekende nog eens drie minuten extra wachten. Het startschot werd gegeven door de stadskanonniers (wist niet dat we die hadden), maar ik heb ze zelf niet gezien, alleen een doffe dreun gehoord. We werden gewaarschuwd dat we onze oren dicht moesten houden, maar waar ik stond klonk het helemaal niet zo hard.

Toen konden we eindelijk vertrekken. Het eerste stuk was wel fijn, want er stonden veel mensen langs de kant en de wegen waren breed. Mijn moeder stond daar ook al ergens, ik zag haar, maar zij riep eerst nog R., die bij haar op koor zit. Ik weet dat R. de 10k sowieso onder het uur loopt, dus ik verwachtte niet dat die nog lang in zicht zou blijven voor mij. Ik riep vervolgens mijn moeder en liep weer verder. Ik heb onderweg meerdere kilometerbordjes gemist, waaronder die van 1 kilometer. Net toen ik dacht: Nou zeg, we zijn toch allang een kilometer onderweg, zag ik het bordje van 2 kilometer, dus dat viel mee :)

Ik liep niet zo lekker, voornamelijk door de drukte. In de buurt van het ziekenhuis moest een ambulance dwars door het peloton, vlak voor mij struikelde iemand over een verkeersdrempel, iemand trapte op mijn hak. Bij de eerste drankpost stonden gewoon niet genoeg mensen, ik moest helemaal tot stilstand komen en iemand zoeken die mij een bekertje water kon geven. Ik liep wel lekker als ik mezelf vergeleek met sommige mensen om mij heen, die na een paar kilometer al flink liepen te puffen en te hijgen of zelfs gingen wandelen. Ook de fietstunneltjes gingen best soepel, ik kom er ook een tegen in mijn vaste rondje, dus het kwam mijn benen bekend voor. Vlak voor de tweede drankpost (met dj!) stond mijn moeder onverwacht nog een keer langs de kant, dat was erg leuk. Pas na zo’n 8 kilometer kreeg ik het moeilijker. Ineens leek nog 2 kilometer zo lang. Ik wist dat we nog een stuk over de singel moesten lopen. En ik zag M. nergens. Ik dacht te weten waar ze zou gaan staan, maar daar stond ze niet, en waar ik dacht dat ze dan misschien anders zou staan óók niet. Ik werd er al helemaal verdrietig van, maar toen zag ik haar toch nog. Ze was ergens gaan staan waar ze me van ver zou zien aankomen. Vervolgens keek ze over me heen tot ik haar riep (ik wil niet weten hoe dat geklonken heeft!), omdat ze op zoek was naar de kleur van het jasje dat ik tijdens de wedstrijd niet droeg. Maar goed, ik had haar gezien!

Ik had niet het idee dat ik in de laatste kilometer nog harder kon. Er was een percussiegroep, er waren onbekenden die mijn naam riepen en mijn moeder schijnt nog ergens op een brug te hebben gestaan, maar ik heb er niet zoveel van meegekregen. Ik zag een bord met 1:03:nogwat en was verder vooral bezig met niet gaan overgeven en in paniek raken omdat er een hele opstopping was na de finish. Met een flesje water wat meer uit de drukte ging het al snel beter, alleen bleef ik me maar voelen alsof ik elk moment in tranen uit kon barsten. Ik besloot snel mijn tas te gaan halen en in de buurt van de laatste bocht langs het parcours te gaan staan, zodat ik hopelijk zus C., die haar eerste 5k liep, nog voorbij kon zien komen. Voorbij kon zien stormen, zo bleek even later, want ze ging nogal hard. Ze keek ook niet op of om, maar ze had me wel gehoord, zei ze achteraf. Op dat moment kwamen er trouwens ook nog best wat mensen van de 10k voorbij. Ik ontmoette C. na de finish, en al snel ook M. en mijn moeder. We gingen weer naar het parcours, want P., de man van mijn moeder, liep de halve marathon (alleen op de hele hadden we geen familie!). Dat was prima, zonnetje, overlevingspakket van mijn moeder, gezellig. De kinderen op het muurtje naast ons deden hun best om zo veel mogelijk namen op startnummers te roepen, wat heel grappig was. ‘Lekker, Johan!’ en dat je dan Johan zoekend rond zag kijken (en toch helpt het, als mensen dat doen). Ik zei tegen mijn moeder dat ik haar R. had zien roepen, waarop ze zei: ‘Ja, die liep vlak voor jou.’
‘Ja, aan het begin wel.’
‘Later ook nog, hoor. De hele tijd eigenlijk.’
Hè? Nou ja, zal wel. P. kwam langs, finishte ondanks blessureleed onder de twee uur en we gingen maar weer eens naar huis.

Mijn telefoon heeft nog nooit iets van een gps-signaal op weten te vangen en ik heb ook niet zo’n hip sporthorloge, dus ik kon thuis pas kijken wat mijn tijd was. Niet onder het uur, leek me, maar misschien wel wat beter dan mijn PR. Het ging immers wel oké. Nu weet ik dat er in Amersfoort nog een Nicole Teunissen rondloopt. En ze houdt er ook nog eens dezelfde bezigheden op na als ik. Ik heb een keer een gedicht van haar onder mijn neus geschoven gekregen door iemand die dacht dat ik dat geschreven had, dat was freaky. En nu bleek ze dus ook de 10 kilometer te lopen. Geloof wel dat ze jonger is, maar de geboortejaren stonden niet vermeld. Ik zag alleen twee dezelfde namen en twee tijden… die allebei niet van mij leken te kunnen zijn. Er zat zo’n 12 minuten tussen. Die snellere was ik natuurlijk niet, maar de langzamere leek dan weer vrij… langzaam.

Ik geloofde het eerst gewoon niet. Nu zijn de tijden vandaag iets naar boven bijgesteld, dus die eerste tijd klopte inderdaad niet, maar toch. Mijn startnummer klopte wel. Ik had anders nooit zo snel al weer langs het parcours kunnen staan, of in de buurt van R. kunnen lopen. En ik zag mezelf later terug in het bijbehorende finishfilmpje. Dus ik zal het toch wel gelopen hebben.

58:00

Ik mag een nieuw doel verzinnen.

2 gedachten over “Hardlopen”

  1. Hallo Nicole,

    Je hebt een leuk lezend verhaal geschreven.
    Grappig dat ik ( een kleine ) rol in jouw verhaal heb gekregen.
    Goede tijd toch van jou?
    Toch nog even verder trainen en je loopt me de volgende keer voorbij.

    Succes en groetjes, Ria.

    1. Hoi Ria,
      Nou, dat weet ik nog zo net niet, hoor :) Maar wat leuk dat je op mijn blog reageert! We zien elkaar vast wel weer ergens.
      Groetjes,
      Nicole

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *