Ik had het eigenlijk nu pas willen vertellen. Dat was het oorspronkelijke idee, wachten op het contract. Want je weet maar nooit. Of, als je mij bent: het zal wel weer niet doorgaan. Nu had ik eigenlijk geen reden om aan te nemen dat het niet door zou gaan. Steeds minder. Want ondertussen werd (en wordt) er hard gewerkt aan de bundel en alles daaromheen. Ik wist al dat het ‘gewoon’ het Modelcontract zou zijn, en wanneer dat ongeveer mijn kant op zou komen.
Uiteindelijk bracht ik toch het nieuws vast, en dat was ook goed. Maar nu is het contract er ook echt! Vrijwel iedereen wist het inmiddels al, en het ondertekenen en terugsturen was op zichzelf ook niet heel bijzonder. Alles wat erin staat was al afgesproken, maar in het contract staat het allemaal nog eens opgesomd: de titel (waarover later meer), de deadline, hoe mijn naam in het werk vermeld zal staan. Niet dat ik een of ander vreemd pseudoniem gekozen heb, maar meer het idee: er zal dus een werk zijn waarin mijn naam vermeld zal staan! Dat de uitgever zich verplicht het werk binnen twaalf maanden uit te geven en belooft er zorgvuldig mee om te gaan, daar komt het zo’n beetje op neer. O, en hoe het zit als iemand er een toneelstuk of een film van wil maken. En nog zo wat van die dingen die met een dichtbundel toch nooit gaan gebeuren (maar je kunt ze maar vast vastgelegd hebben!).
Behoorlijk indrukwekkend, toch wel. En dat terwijl ik het Modelcontract dus al kende. Ik heb zelfs een heel vak moeten volgen over auteursrecht (tot mijn verbazing vond ik dat heel interessant, ik heb nooit overwogen om rechten te studeren, maar het is genuanceerd en talig, in die zin past het bij me). Het voelt toch anders als het over je eigen werk gaat. Beter!
Tussen alle deadlines door dus bewust even tijd genomen om hierbij stil te staan. Dat schiet er bij mij vaak bij in. Druk, overdreven, focus op wat nog beter had gekund. Maar als je dit al niet viert, wat dan wel?