Zoveelste

Ik ben hier nog wel, hoor. Maar er waren vreselijke weken, maanden zo onderhand, waarin we allemaal meerdere keren ziek waren, afwisselend en vaak ook tegelijkertijd, en op een gegeven moment wist ik gewoon niet meer hoe ik het op moest lossen. Ik begon heel erg achter te lopen met werk en natuurlijk had ik net een ingewikkelde, omvangrijke opdracht waarmee ik een nieuwe opdrachtgever zou moeten laten zien wat ik in huis heb, en dat lukte dus gewoon niet. En iedereen riep alleen maar (van een afstandje, zodat ze niet aangestoken werden): ‘Wat niet gaat, gaat niet!’ Maar dat is toch niet helemaal hoe het gaat als je zelfstandige bent. Ik zei het zelf ook, hoor: ‘Ik doe wat ik kan.’ En ik geloof ook wel dat ik heb gedaan wat ik kon, zoveel avonden en weekenden zo veel mogelijk gewerkt, maar ik bleef me er zorgen over maken. Wat ook niet echt helend was. Er waren ook momenten dat ik me geen zorgen maakte over werk, maar dan maakte ik me zorgen over S., met wie we op een dramatisch mistige avond nog op de huisartsenpost belandden omdat ze ineens geen theelepeltje water meer binnenhield. Aangezien ze rond middernacht bedacht om lekker in de wachtkamer te gaan spelen, vreesde de arts nog niet direct voor uitdroging, maar ze moest wel oordruppels tegen een door ons gemiste oorontsteking en ORS. Wat ze heel vies vond, dus mocht ze bij hoge uitzondering filmpjes kijken op de iPad tijdens het drinken daarvan. We weten nu een stuk meer (dieren)gebaren. Onze favoriet tot nu toe is ‘schildpad’. Iedere keer als ik dacht: Nu kan ik misschien weer een beetje inlopen, gebeurde er weer iets. Mijn schoonmoeder kwam extra oppassen en werd prompt ook ziek, waardoor er netto weinig extra werktijd bij kwam. Ik moest S. eerder van de crèche ophalen omdat ze toch weer koorts had.

Nu zijn we nog altijd moe en verkouden, maar afgezien van die ene heb ik alle deadlines gehaald en die ene uiteraard zo snel mogelijk alsnog. Ik heb opdrachten niet aangenomen, een opdracht zelfs teruggegeven en ik kan nu alleen maar afwachten wat dit voor gevolgen heeft. Ik heb ook veel begrip ontmoet, mailtjes gekregen die zo lief waren dat ik erom moest huilen. Ik moet de komende week nog een nagekomen hoofdstuk doen van een boek dat wel goed ging en dan langzamerhand weer verder met mijn ‘vaste’ opdrachten. Dat zou te doen moeten zijn.

Het was qua werk niet zo’n goed jaar, ik moest na mijn verlof alles weer helemaal opstarten en de combinatie met de zorg voor S. valt me behoorlijk tegen. Er zijn wel momenten geweest dat ik dacht: Misschien moet ik iets heel anders gaan doen, of niet alleen maar dit, en dat is voor het eerst en wil ik geloof ik ook niet echt. Hoe moeilijk het soms ook is en hoe weinig ik soms ook verdien. Sowieso, wat dan? Gelukkig hoef ik dat ook niet per se nu al allemaal te weten. Het is fijn dat S. niet zulke lange dagen hoeft te maken op de crèche en dat ik in de buurt ben, mocht dat nodig zijn.

En nu zit ik hier, tussen de dozen, met op de achtergrond te vroeg afgestoken vuurwerk, te hopen dat S. daar niet al te vaak van wakker wordt (ze werd dus net al wakker…). We moeten de komende week nog een heleboel doen. Het zal binnenkort vanuit ons nieuwe huis (een echt huis, het is nog heel onwerkelijk) allemaal vast weer heel anders zijn.

Ik wilde de afgelopen weken zo vaak bloggen, maar ik had er vaak niet de energie voor, of werk moest voorgaan. En dan kom ik altijd op zo’n punt dat ik niet meer weet waar ik moet beginnen en denk dat het allemaal toch geen zin meer heeft, omdat ik al zo lang niks meer heb gepost. Maar daar is ook altijd een oplossing voor: deze.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *