Iemand op Twitter bood zichzelf aan als redacteur. Met een spelfout in de tweet waarmee ze dat deed, ‘full-time’ in plaats van ‘fulltime’. Ik wees haar daar vriendelijk op, want het leek me niet zo’n goede start. Vervolgens deed ze alsof ze het zelf gezien had. Dat was iets minder, maar het levert me vast karmapunten op en ik zou waarschijnlijk ook niet de concurrentie gaan aanprijzen als ik zelf klussen zocht. In ieder geval, er gingen nog een paar tweets heen en weer over spelfouten en ik dacht daar later nog wat verder over na.
Natuurlijk moet je goed kunnen spellen als redacteur. Beter dan de meeste mensen. Je wordt immers betaald om fouten van anderen uit teksten te halen. Dan is het wel handig als je die ook opmerkt en er zeker niet meer bij maakt. Maar toch. Wie beweert nooit een fout te maken, liegt, dat weet ik zeker. De standaard ligt zeer hoog, maar het blijft toch altijd ‘zo perfect mogelijk’ in plaats van ‘perfect’. Hoe frustrerend dat soms ook is.
Ook redacteurs hebben blinde vlekken, dingen die ze altijd op moeten zoeken, foutjes die er vaker doorheen glippen dan andere. Een goede redacteur zal weten welke dat voor hem of haar zijn en die dingen dus inderdaad altijd opzoeken. Maar dan nog.
Zelf heb ik bijvoorbeeld nog steeds erg veel moeite om ‘overnieuw’ uit mijn systeem te krijgen. Het wordt door veel mensen gezien als een contaminatie van ‘over’ en ‘opnieuw’. Dat weet ik, en toch blijf ik het zeggen. En zo kon het gebeuren dat een halve uitgeverij tegen mij begon te schreeuwen. En dat het in een dichtregel van mij zonder pardon door iemand werd gewijzigd in ‘opnieuw’, waardoor het hele ritme naar de maan was.
Maar wat blijkt nu? Er is nog hoop voor mij! Het staat wel degelijk in het Groene Boekje! Onze Taal schrijft dat veel mensen het ‘desalniettemin nog steeds als fout beschouwen’ (prachtig woord, hè, desalniettemin). Maar ze stellen ook dat ‘overnieuw’ niet precies hetzelfde betekent als ‘opnieuw’, omdat ‘overnieuw’ niet alleen betekent dat je iets nog een keer wilt doen, maar ook anders dan de eerste keer. Ik las dat, en ik dacht: Dat is het dus.
Ik zal het heus verbeteren zolang als nodig is, zolang het als ‘gewestelijk’ en informeel wordt gezien. Maar ik zal het ook blijven zeggen als dat is wat ik bedoel. En misschien (taalverandering en zo) kunnen andere mensen het dan ooit gewoon aanhoren.