Categorie: blog
Struinen in de Tuinen
Het zijn stressvolle tijden hier. En dat is goed, want het betekent dat ik veel werk heb, maar het is ook… nou ja, stressvol dus. Moeilijk om rust te vinden en moeilijk om me niet dood te ergeren aan iedereen die lawaai maakt (er moet hier elke dag dringend iets gebeuren aan de straat of het plantsoen, aan iemands heg of huis). Aan iedereen die me lastigvalt. Dus als je een stel nepcollectanten bent of de politie die een uur na mijn melding dat er misschien een stel nepcollectanten is langs geweest terugbelt om te vragen of ze toevallig nog in de buurt zijn of iemand die zijn witte kat kwijt is of een kindje dat minstens een uur rondcrost in een oranje elektrisch autootje, blijf maar even uit mijn buurt.
Zondag nam ik even een break bij Struinen in de Tuinen. Het concept van dit festival: mensen stellen hun tuin open voor publiek en daar wordt dan een bepaalde act opgevoerd. Er is ook een binneneditie, Gluren bij de Buren. Veel over gehoord, nog nooit bezocht. Maar nu konden we gaan en we wilden graag De Koorts zien, een ‘Nederlandstalige indierockband’. De zanger kende ik van naam, hij heeft op mijn middelbare school gezeten, en we hadden online een paar liedjes van ze geluisterd. Best wel vaak zelfs, omdat we het zo tof vonden. Dus daar moesten we absoluut heen. Ik zie nu pas dat ze ook op de poster staan, dat zal van vorig jaar zijn.
Het was geweldig om daar een halfuurtje te spijbelen van alles. Iedereen was supergastvrij met koffie, thee, koekjes en bloemetjes op tafel. En ook in het echt waren ze enorm goed! Ze bewijzen voor mij dat het dus wel kán in het Nederlands: stevig, niet het suffe geneuzel waar de jury van DBSSW telkens weer voor valt. En dat terwijl ik altijd nogal kritisch ben op Nederlandse teksten. Hier vind je een filmpje van een van de nummers die ze zondag speelden.
Onze middag kon daarna al niet meer stuk, maar we zijn ook nog gaan kijken bij de theatersport van Voorheen met Matthijs (bonuspunten voor de groepsnaam!). Ik geloof dat ik het ook prima had gevonden als ik gewoon een tijdje bij die mensen in de tuin had mogen zitten zonder dat er iets gebeurde, maar het was toch wel vermakelijk. Vind de toepasselijke (ook geïmproviseerde) muziek trouwens altijd minstens net zo knap als het spel, in dit geval verzorgd door Luciën Greefkes.
Dit weekend zal er niet zo veel gestruind worden (al helemaal niet in tuinen van vreemden) wegens allerhande deadlines, maar dat haal ik later wel weer in.
The day after
Ik heb het gehaald!
Mijn tijd was 1:09:40. Ik had gehoopt onder de 70 minuten te blijven, en dat is dus gelukt. In werkelijkheid was ik zelfs nog iets sneller, want de tijdregistratie bij deze wedstrijd is handmatig. Zoals de organisatie het vorig jaar formuleerde, toen iemand paniekerig in het gastenboek meldde een startnummer zonder chip te hebben ontvangen: ‘Onze tijdregistratie werkt zonder chip, maar wel heel nauwkeurig.’ :) Ik startte vrij achteraan (expres, want ik start altijd langzaam), dus het duurde ruim een minuut voor ik over de start kwam.
Het was héél warm (goh). Er werd dus ook van tevoren omgeroepen dat je al het water aan moest pakken en rustig aan moest doen. Beide was makkelijker gezegd dan gedaan. Zie je mij al hardlopend water drinken? Precies, dat wordt natuurlijk niks. Ten eerste hadden ze van die zogenaamd heel handige zakjes die je met je tanden open kunt scheuren (die kreeg ik uiteraard nauwelijks open), ten tweede ben ik altijd heel goed in water in mijn luchtpijp gieten. Misschien moet ik daar ook op trainen! Gelukkig waren er ook bekertjes, schattige kinderen die een eigen drinkpostje langs de route waren begonnen en mensen die hun tuinsproeier op de weg hadden gericht.
Mijn supporters stonden op twee verschillende punten langs het parcours. Dat was superfijn, want dan kon ik van de een naar de ander(en) lopen. In het tweede rondje leken ze alleen wel heel ver uit elkaar te staan, evenals de kilometerbordjes! Het eerste rondje ging nog, al voelde ik mijn hart alle kanten op fladderen van de spanning. Er waren toen al veel mensen die gingen wandelen en veel mensen die eigenlijk de tien zouden lopen hielden het blijkbaar na een rondje al voorzien. Dat kwam niet in me op, twee rondjes zijn twee rondjes! Nadat ik mijn fans in de finishzone gepasseerd werd het wel echt zwaar, ook mentaal. Ik liep zo ongeveer alleen, er stonden niet veel mensen meer langs de kant, ik begon een beetje misselijk te worden (ook vanwege dat water dat ik braaf probeerde te drinken maar waar ik dus steeds zowat in stikte :)) en het leek gewoon ineens nog ontzettend ver! Maar ook dat gevoel ging uiteindelijk weer voorbij, vooral toen ik ein-de-lijk bij de man in het oranje T-shirt en de man in het blauwe T-shirt was, die een hele tijd in de verte voor mij hadden gelopen. Ik haalde ze in en zag ineens dat ze ook een groen nummer hadden, en dus ook voor de tien kilometer gingen. Ik was niet eens de laatste!
Van tevoren had ik gedacht dat ik misschien laatste zou worden en dat ik dat niet zo erg zou vinden, omdat ik de wedstrijd vooral uit wilde lopen, maar toen ik eenmaal bezig was, wilde ik natuurlijk liever toch geen laatste worden. Is ook nog gelukt! Het laatste doel was blij over de finish gaan, wat niet moeilijk was onder aanmoediging (‘Kom op, Nicole, eindsprintje!’) van mijn supporters. En daarna viel ik niet eens flauw, maar zoog ik heel profi op een partje sinaasappel.
Ik vrees alleen een beetje voor de foto’s, volgens mij lijk ik nog het meest op een tomaat op pootjes. Maar dan wel een blije tomaat op pootjes :)
10.000 meter en ik
Morgenavond hoop ik voor het eerst 10 kilometer te gaan hardlopen. 10K moet je geloof ik zeggen als je hip wilt zijn. Ik heb de afstand al een paar keer voor mezelf gelopen, maar zo’n wedstrijd blijft toch spannend.
Ik heb pas nieuwe schoenen. De medewerkster vroeg toen ze mijn oude schoenen zag of ik echt zulke smalle voeten had. Nee, ik vind het gewoon leuk om mijn voeten in veel te smalle schoenen te proppen, hoezo? Toen bleek dat ik echt zulke smalle voeten had, paste ik zo ongeveer een paar uit de hele winkel. Toen ik thuiskwam, zag ik pas dat ze een glitterrandje hebben.
Ik heb wat verse muziekjes. Ik moet echt met muziek lopen. Tot vijf kilometer liep ik met de onvolprezen Evy (ik mis haar soms nog wel, met haar quotes als: ‘Wat zijn wij een goed team, ik zeg lopen en jij gaat ervoor!’) en nu met mijn eigen muziek. Een enkele keer ook wel met een luisterboek, maar dat pept me eigenlijk niet genoeg op.
Want ik ben dus best een luie loper, zit ook nog steeds te wachten op het moment dat ik verslaafd zal raken aan hardlopen. Snel ben ik ook al niet bepaald. Ik heb Facebookvrienden die halve en hele marathons lopen, kom ik aan met mijn 10 kilometer. Maar het is wel míjn 10 kilometer en ik ga proberen ervan te genieten (in de hitte!).
Vanavond geen Vondel
Of eigenlijk dinsdagavond. Vanavond geen Vondel (briljante titel, dat sowieso) is een poëzieavond van de Nijmeegse alternatieve studentenvereniging Karpe Noktem. Ik was gevraagd er voor te dragen, misschien wel de grappigste uitnodiging voor een optreden die ik ooit gekregen heb. Ik stond op Onbederf’lijk Vers vorig jaar, en in de pauzes tussen de rondes verdrongen mensen zich om Ingmar Heytze om een praatje met hem te maken en hem om een handtekening te vragen. En Maarten en ik hingen daar dan ook een beetje rond, dronken wat en maakten grapjes over ‘backstage’ (er was geen backstage). En toen kwam er ineens ook iemand naar mij toe. ‘Hoi, wij organiseren een poëzieavond in Nijmegen en we willen je daar misschien voor uitnodigen. Ik vond je heel goed, maar mijn maat helemaal niet, dus we moeten nog even kijken.’
Best een goede samenvatting van de uiteenlopende meningen die er over mijn werk bestaan! En de beslissing viel blijkbaar uiteindelijk toch in mijn voordeel uit, want ik werd uitgenodigd. Andere optredens waren er van Astrid van Roosmalen namens Karpe Noktem, Omo Blau als huisdichter van café Weerlicht (daar was het), Jonathan Griffioen en Johan Roos. En er was muziek van singer-songwriter Kelvin Klaassen.
Het was zo tof. Daarom schrijf ik dit vooral, om te onthouden dat ik dit wil, ook al wil ik eigenlijk nog veel meer, zoals een bundel. Dat ik dit kan, ook als mensen zeggen van niet, ook als ik deadlines heb. Dat er altijd mensen zijn die ik ken, of op zijn minst mensen die mensen kennen die ik ken en dat dat dan gezellig is. Ook als er mensen zijn die zeggen dat ik niet moet zeggen dat het gezellig is, omdat dat niet ‘professioneel overkomt’.
Iemand verwoordde precies wat ik beoog. Iemand liet mij op een heel mooie, nieuwe manier naar mijn werk kijken: dat mijn gedichten weliswaar langer zijn dan haiku’s, maar net als haiku’s om momenten draaien. Dat er geen tijd verstrijkt, maar dat dat niet verveelt. Wikipedia noemt het een ‘ogenblikervaring’, weet ik nu. Iemand zei dat ik hem op een andere manier naar de wereld had laten kijken. Iemand vertelde dat hij iemand kende die mij ook goed vindt. Iemand herinnerde zich een gedicht van mij dat ik die avond helemaal niet voordroeg.
Dat alles blijft bij mij. Dank jullie wel.
Kaartverkoop
Ik vind dat dus echt leuk, kaarten bestellen voor het nieuwe theaterseizoen. Ik ga tussendoor ook nog wel eens ergens heen, maar het heeft toch wel wat, op een vast moment in een virtuele wachtrij staan. Noem het voorpret. Bij de Flint, het theater waar ik meestal naartoe ga, was het altijd goed geregeld: je zorgde op de grote besteldag dat je even voor 9 uur klaarzat achter de computer, je vulde stipt om 9 uur je telefoonnummer in en als je aan de beurt was om te bestellen, kreeg je een sms’je met een inlogcode. Nu heeft de Flint een nieuwe site. Heel handig: je kon van tevoren vast een ‘wensenlijstje’ samenstellen met de voorstellingen die je wilde bezoeken, zodat je lekker snel kon bestellen als je eenmaal aan de beurt was.
Gisteren was het dan eindelijk zover. We hadden de brochure bestudeerd, onze keuze gemaakt, een werkend account, wensenlijstje gevuld, we waren er helemaal klaar voor. Rond half 9 ging ik eens kijken hoe het ervoor stond. Zo stond het ervoor:
Aha, er waren dus meer mensen op dat idee gekomen. Ik wist niet beter dan dat de kaartverkoop om 9 uur zou starten, maar sommige mensen wisten blijkbaar daarnaast dat je al eerder in de rij kon gaan staan… iets minder handig. Afijn, de Flint-medewerkers zaten volgens Twitter nog even lekker te ontbijten voor de hel los zou barsten (het was ze gegund!) en ik stond in ieder geval nu alvast in de wachtrij.
En ik bleef daar ook na 9 uur nog ruim een uur in staan. Het leek een stuk langzamer te gaan dan anders, want je moest nu zelf in de gaten houden wanneer je aan de beurt was. Gelukkig was er zoals meestal bij mij nog wel een tekst te redigeren, en verder vermaakte ik me ook prima met tweets lezen van mensen die ook in die wachtrij stonden. Vooral toen die ene man die al vanaf half 7 (!) klaarzat woedend naar het theater twitterde: ‘Hoe kan dit? @die-en-die haalt me in!’ Het bleek te kunnen doordat Google Chrome niet ondersteund werd door de site. O. Een keer raden welke browser ik open had staan…
Alleen kwam ik wel gewoon aan de beurt en lukte het ook om kaarten te bestellen. Anticlimax, ik weet het. Maar wel heel fijn! Dit gaat het worden:
E-lezen
Dit is mijn e-reader. Een Sony PRS-T2, voor wie het weten wil.
Lees ik legaal? Natuurlijk, het boekenvak is mijn vak. Koop ik e-books? Nee, dat niet. Zoals zoveel mensen vind ik e-books te duur ‘voelen’. Het idee dat het maar een bestandje is, dat zomaar onherstelbaar beschadigd en/of spoorloos verdwenen kan zijn (je weet het maar nooit met mij). Toch graag boeken in de kast willen hebben staan, die je vast kunt pakken, die je uit kunt lenen. Ons inkoopbeleid is ook nogal streng, wat wil je met twee ex-studenten Literatuurwetenschap waarvan eentje als redacteur nu regelmatig presentexemplaren van van alles en nog wat krijgt. Als we een boek zo mooi vinden dat het er moet komen, dan van papier.
M. leest niet graag op de e-reader en ik gebruik hem momenteel vooral veel voor mijn redactiewerk, om originelen op te lezen als ik vertalingen redigeer, om eerdere delen op te lezen als ik iets moet doen met een volgend deel van een serie. Scheelt papier en opstuurtijd. Buiten mijn werk lees ik sowieso niet zo heel veel boeken meer, vaak geen puf voor.
Maar ik ben wel erg geïnteresseerd in digitaal lezen en nieuwe ontwikkelingen op dat gebied, dus ik deel graag wat vindplaatsen van legale gratis e-books met je:
* Ten eerste natuurlijk good old Project Gutenberg voor boeken die in het publieke domein vallen (oude boeken waar geen auteursrecht meer op rust).
* Het e-bookaanbod van de bibliotheek was bedroevend in verband met allerlei ingewikkelde rechtenkwesties, maar lijkt nu langzaam iets beter te worden. Vooral als je op je tablet (die ik niet heb) of smartphone (die ik wel heb, maar waar ik geen hele boeken op ga lezen) leest. Moet je wel lid zijn, al hoeft dat voor de Vakantiebieb geloof ik niet (maar dat is een app, dus ongeschikt voor de e-reader). Ook het boek van Nederland Leest (ieder jaar in november) is inmiddels digitaal beschikbaar. In Kanaleneiland kwamen de mensen voornamelijk voor de computers en om luidruchtig te socializen (met elkaar en met die ene vervelende medewerker), dus de hele vestiging werd zonder succes doorzocht toen ik om het kaartje met de downloadcode vroeg. Maar het bestond en uiteindelijk heeft iemand het vanuit een andere vestiging naar me opgestuurd!
* Volg @boekdownloaden op Twitter. Dit account meldt het als ergens een e-book gratis en legaal wordt aangeboden. Dat zijn vaak uitgaven in eigen beheer, maar reguliere uitgeverijen hebben ook nog weleens acties waarbij je gratis een boek kunt downloaden. Meestal zijn die acties (erg) tijdelijk, dus dan is het fijn als je er op tijd bij bent.
* First to Read van Penguin is een platform waarop boeken die nog moeten verschijnen gratis worden aangeboden als e-book in ruil voor een review. Als je een account hebt, kun je iedere paar weken meeloten voor exemplaren en punten sparen. Als je genoeg punten hebt, kun je daarmee een exemplaar reserveren (dan hoef je dus niet mee te loten en krijg je het hoe dan ook). Toen ik voor zo’n vijftien boeken uitgeloot was, begon ik te vermoeden dat het een grote reclamestunt was. Inmiddels had ik wel genoeg punten om een titel te reserveren, maar de exemplaren die daarvoor beschikbaar waren gesteld, waren steeds al op als ik dat wilde doen. Zogenaamd, dacht ik al wantrouwend. Maar nu schijnt het me laatst zowaar gelukt te zijn, dus wordt vervolgd.
Op de reader trouwens ‘Woonplaats’ van Annelies Verbeke, een zogenaamd citybook van DeBuren. Erg de moeite waard, maar het is eigenlijk een luisterboek. Daarover misschien meer in een volgende blog! Welke e-books lees jij (niet)?
Balkon
Eerste oogst van ons balkon. Ons eigen balkon! Zoveel mensen hebben me rond de verhuizing gevraagd naar mijn niet-bestaande tuin, maar wij zijn hier al heel blij mee. Aan de kant van de galerij hebben we trouwens ook nog een hoekje met planten en ruimte voor een stoel of twee. In Utrecht hadden we alleen een gezamenlijk balkon op de verdieping, waar het meestal hard waaide en een zooitje was en dan belden er weer mensen aan van verdiepingen zonder balkon om te zeuren dat ze erop wilden. Ik hield van het park voor de deur, maar voordat je daar een keer zat met al je spullen, dat doe je niet voor tien minuten.
Echt groene vingers heb ik geloof ik niet, maar ik blijk het wel leuk te vinden om met planten bezig te zijn. Ik heb jaren een bijbaantje achter de kassa van een tuincentrum gehad, maar daar vooral een afkeer van bolchrysanten aan overgehouden. Ik kan goed planten inpakken in doorzichtig folie en ik weet dat je met een stukje plakband haast onzichtbare maar pijnlijke stekeltjes van cactussen uit je handen kunt halen, dat is het wel zo ongeveer.
Het is wennen om nu ook zelf iets te kunnen met buitenplanten. Een balkon is gelukkig lekker overzichtelijk, je zet wat bakken en potten neer en je bent al een heel eind, je hoeft niet eerst in de weer met tegels en borders en schuttingen. Dus dat hebben we gedaan, wat bakken en potten neergezet en maar kijken wat er opkomt en groeit en bloeit en afsterft. Zelf het een en ander gekocht en veel gekregen van lieve mensen.
In The Big Allotment Challenge zouden deze radijsjes trouwens waardeloos scoren. Ze zijn niet even groot en moet je die blemish op dat ene blaadje zien! Ach ja.
Iemand nog tips voor makkelijke planten/groenten/kruiden?
Colofon
Als redacteur werk je meestal achter de schermen en daar voel ik me thuis. Ja, misschien word je een keer genoemd in een dankwoord. Misschien mag je een keer speechen op een boekpresentatie. Als je jarenlang met een heel beroemde auteur werkt, wil de krant je misschien iets vragen als hij/zij dood is. Maar dat geldt eigenlijk alleen voor redacteurs in dienst bij uitgeverijen, niet voor freelancers. Meestal blijkt nergens uit dat ik aan een boek heb meegewerkt. Dat hoeft van mij ook niet zonodig. Mijn aandeel is vaak maar klein, ik haal veel voldoening uit het werk zelf en ik krijg genoeg waardering van de mensen voor en met wie ik werk.
En toch is het tof om een keer (onverwacht) in een colofon vermeld te worden.
In dit geval in dit boek, waar ik vooral vorig jaar intensief aan gewerkt heb.
Motregenvariaties
Een toneelstuk over twee dichteressen. Dat leek Marleen en mij wel wat. En mij daarna niet echt meer, weer een aantal afwijzingen verder. Ik baal al genoeg van alles wat mij niet lukt en anderen wel, dat hoef ik niet ook nog eens op het toneel te zien. We gingen natuurlijk toch en het was fantastisch.
Over het stuk (bron):
Mirthe Kamp (Olga Zuiderhoek) is niet lang geleden weduwe geworden. Haar man was de bekende poëziecriticus Alex Kamp. Hoewel Mirthe nog dagelijks gedichten maakt, is na haar debuut Kind van Mist begin jaren ’70 nooit meer werk van haar gepubliceerd. Hoe anders verliep de carrière van Sacha van Loon (Ria Eimers), die tegelijk met haar debuteerde met de spraakmakende dichtbundel Phèdres tranen en vervolgende de ongekroonde koningin van de vaderlandse letteren werd.
Terwijl Mirthe steeds meer in bezit wordt genomen door de afwikkeling van haar mans nalatenschap, een verhuizing en pijnlijke benen, ontmoet ze na 40 jaar haar oude rivale. Misschien is het niet te laat en kan ze de wereld alsnog laten zien wat ze in haar mars heeft.
Het was het tegenovergestelde van deprimerend, ik kreeg buikpijn van het lachen en zin om te schrijven. Wat een tekst van Robert Alberdingk Thijm. Ik denk dat ik de uitgave ga kopen. Wat speelden ze goed alle drie (naast Zuiderhoek en Eimers een mooie dubbelrol als jonge uitgever en zoon van Sacha voor Jan-Paul Buijs). Het hele semiliteraire sfeertje was zó goed getroffen. Ze hadden weinig nodig, een tafel werd een graf, een boeket een telefoon, wat kartonnen dozen eromheen en ik heb nog nooit twee mensen zo overtuigend zien roken zonder sigaret. En wat zaten we mooi, helemaal vooraan. En wat een fijn publiek. Ja, dat maakt uit. Vorige maand nog werd ik bij On Golden Pond omringd door bejaarden die de homofobe uitspraken van Bram van der Vlugt (in zijn rol van ietwat seniele oude man) werkelijk hi-la-risch vonden, en dat was gewoon echt niet leuk. Ze konden bovendien hun mond niet houden. Dat was nu gelukkig helemaal anders. Geweldige avond gehad. Het motregende de hele terugweg, maar dat was gewoon speciaal voor ons.
Motregenvariaties. 6 mei 2014, Blauwe Zaal, Staddschouwburg Utrecht. Tournee tot eind mei. Foto: Arjan Benning/buro RuSt