Ik vind het maar een vreemd mailtje. De redacteur schrijft dat ze vergaderd hebben over de uitgaven van volgend jaar en dat het ze leuk lijkt als ze met mij tot een uitgave kunnen komen. Of ik nog meer gedichten heb die daarvoor in aanmerking komen. Groeten.
Hè? Ik heb maar vijf gedichten gestuurd. Hoe kunnen ze zoiets belangrijks nu beslissen op basis van vijf gedichten? Ze horen eerst om meer te vragen voor ze dit soort dingen zeggen. Ze horen eerst koffie met mij te drinken, want ze kennen mij nog helemaal niet. En dan daarna te zeggen dat het helaas toch niks kan worden.
Maar goed, je weet maar nooit. Ik reageer vrij pragmatisch, het is in ieder geval geen afwijzing! Ik heb nog wel (iets) meer gedichten dan vijf, dus die mail ik. En ik zeg toch maar dat mij dat ook leuk zou lijken (dat is op zich ook zo) en vraag wat de volgende stap is.
In haar volgende mail begint de redacteur over een contract. Ze schrijft dat het de bedoeling is dat mijn bundel in september of oktober uit gaat komen. Dat we nog wel een keer af zullen spreken om mijn gedichten te bespreken, maar dat ze al gezien heeft ‘dat er weinig aan hoeft te gebeuren’. Dat ze zich op de samenwerking verheugt.
Wacht even. Ze doet net alsof het allemaal hoe dan ook doorgaat. Spring ik nu een gat in de lucht? Niet bepaald. Ik krijg vooral enorme argwaan. Dit gaat ineens wel erg snel en makkelijk. Ik kan alleen nog maar denken aan van die schimmige bedrijfjes die zich vermommen als uitgeverij en dan naïeve amateurschrijvers erin luizen. Daar verschijnen regelmatig topics over op Schrijven Online. Aanvankelijk zijn die mensen dolgelukkig: hoera, iemand wil hun boek uitgeven! Dan blijken ze die ‘uitgeverij’ flink te moeten betalen, wordt hun boek inclusief honderdduizend spelfouten gedrukt, moeten ze verplicht tig exemplaren afnemen en is het nergens te krijgen. En dat is dan nog in het beste geval, als de ‘uitgever’ er niet inmiddels vandoor is met het geld zonder ook maar iets te doen voor de auteur in kwestie…
Ja, die dingen gebeuren, maar geen zorgen. Ik kan nadenken en ik weet zo’n beetje hoe het werkt in het boekenvak, dus ik heb dat meteen door. Toch? Dat ligt eraan. Als dit zo’n bedrijf is, heb ik ze nietsvermoedend gecontacteerd. Het lijkt me eigenlijk van niet, de site ziet er prima uit en de uitgeverij wordt genoemd op de site van de CPNB. Maar het is ook crisis en er zijn steeds meer tussenvormen, uitgeverijen die auteurs om eigen bijdragen vragen en zo. Zou dit zoiets zijn? Ook daar zit ik niet op te wachten.
Als ik vragen heb, mag ik ze gerust stellen, schrijft de redacteur ook nog. Tja. Zoals ik vorige keer al schreef, is het mijn talent om irritatie op te wekken bij mensen die ik over dit soort zaken mail. Ik moet dus even heel goed nadenken over hoe ik dit ga brengen. Zodat ik erachter kom hoe schimmig ze zijn, maar ze niet beledigd zijn als ze níét schimmig blijken te zijn.
Ik wil nog steeds per se alleen regulier, omdat ik nog altijd denk dat dat erin zit. Al denk ik tegelijkertijd dat deze uitgeverij haast niet regulier kán zijn, juist omdat ze zo enthousiast reageren… Uiteindelijk besluit ik vrij rechtstreeks te informeren of ze regulier zijn. Het heeft tenslotte ook geen zin als we elkaars tijd gaan zitten verspillen. Aangezien ik vaak arroganter overkom dan ik bedoel, probeer ik wel zo goed mogelijk uit te leggen waarom ik het vraag. Ik schrijf dus eerlijk dat ik al wat afwijzingen op zak heb en dat ik daardoor niet zo goed weet wat ik hiermee moet.
Gelukkig vat de redacteur het niet verkeerd op. Integendeel, ze begrijpt mijn vraag en neemt de moeite om van alles over regulier uitgeven uit te leggen. Ze beschrijft wat het Modelcontract inhoudt, hoe het zit met de verkrijgbaarheid van boeken. Ik weet dat al, maar zij weet waarschijnlijk niet dat ik dat weet, en ik vind het hoe dan ook erg sympathiek. Onder het glimlachen hierover begint er langzaam iets tot me door te dringen: ze zijn dus wel degelijk regulier.