Lief Dagboek (5)

Maandag 5 augustus

We zijn weer vergeten om de melk voor D. uit de vriezer te halen, al heeft M. het wel al gedaan als ik in paniek naar beneden kom rennen. Ik heb wel ook een half ijsblokjeszakje gevuld zodat ze eventueel nog een kleine hoeveelheid kunnen ontdooien. IJsblokjeszakjes zijn fascinerend. Het blijft enorm zoeken naar de juiste hoeveelheden, ik moet genoeg zien te kolven… In die zin zou het fijn zijn als D. meer fruit en zo zou gaan eten. Hopelijk gaat dat in de komende maanden gebeuren.

Als ik thuiskom van de crèche heb ik niet zoveel tijd meer om te werken voor mijn afspraak, maar die tijd besteed ik zowaar nuttig. De afspraak is wel oké, diegene is prima te vinden, aardig en heel positief, komt veel ernstiger gevallen tegen, er is heus verbetering mogelijk. En toch blijf ik het verschrikkelijk vinden. Ik wil hier helemaal geen tijd aan besteden, ik wil alles weer doen, ik wil mijn oude lichaam terug, ik vind toch nog wel weer dingen om me zorgen over te maken. En ik baal er zo van dat ik hier zo voor moet vechten, ik voel me zo in de steek gelaten. Een collega van M. vertelde uit zichzelf dat ze zich ‘afgedankt’ voelde na haar zwangerschap en dat is precies het goede woord. Tijdens je zwangerschap kun je alles vragen en wordt alles voor je geregeld, daarna zoek je het maar uit.

Na de afspraak lukt het om mijn opdracht helemaal af te maken. M’n broertje komt de travelbag van mijn backpack ophalen, die wil hij lenen voor zijn vakantie naar Oekraïne. En ik neem ook nog een andere opdracht aan. Deze maand zit nu echt vol. Ik had nog veel meer willen doen. Het probleem met de opdracht is inmiddels opgelost. Daarvoor is iemand op haar vakantieadres per ongeluk uit bed gebeld en aan de slag gegaan om vijf uur ’s ochtends plaatselijke tijd. Ik kan hier niks aan doen, maar ik kan me de stress van die persoon zo goed voorstellen dat ik me toch schuldig voel. De probleemoplosser stuurt nog een gezellige mail. Ik leef voor gezellige mails.

We hebben de gnocchi helemaal ontdekt. Ik kook voor ik de kindjes ga ophalen. Daardoor haal ik de kindjes pas laat op, zo laat dat M. me tegemoetkomt en we ze samen op kunnen halen. S. is naar een speeltuin in de wijk geweest met grotere kinderen. In het beleidsplan staat van alles over uitjes, je moet daar ook toestemming voor geven, maar volgens mij gaan ze nooit ergens heen, behalve nu dan, helemaal met zo’n wandelkoord dat de kindjes vast moesten houden. S. is onder de indruk.

We kijken Pisnicht: The Movie, een mooie documentaire van Nicolaas Veul (we hebben veel programma’s uit de week van de Pride opgenomen, moeten we het zo’n beetje weer een heel jaar mee doen). Het is toch wel echt anders om homo te zijn, alleen al vanwege hoe het woord ‘homo’ wordt gebruikt, daar gaat de documentaire over.

Dinsdag 6 augustus

S. slaapt uit tot 8.30 uur. D. is er twee uur eerder bij, maar die leg ik na de voeding nog weer terug in bed. Ik maak van de gelegenheid gebruik om opdrachten voor te bereiden, originelen op m’n e-reader te zetten. Was m’n Duits maar beter.

We gaan boodschappen doen. S. kan met een klein karretje rijden en krijgt een krentenbol van die ene man van de broodafdeling die vaak krentenbollen uitdeelt. Het is een vermoeiende dag, S. wil uiteraard geen middagdutje doen. Eerst huilde D. omdat ze alleen op haar buik kon rollen en niet terug, nu omdat ze wegrolt van haar speelgoed. Ze eet beter. Het zijn nog erg kleine hoeveelheden, dus het is vooral meer werk, want ze krijgt nog evenveel voedingen. Maar ze eet een stukje banaan en bij het avondeten wat aubergine. En we hebben bruin brood gekocht (ze mag nog geen volkoren), dus ze sabbelt bij de lunch wat op een broodkorst.

We zijn vergeten de witte bonen te laten wellen, dus ik improviseer met linzen.

Woensdag 7 augustus

M.’s moeder komt nog een keer oppassen. S. en zij maken zelf klei, S. is helemaal enthousiast. Het wordt uiteindelijk wel volkoren klei, want ze hebben er eerst te veel water bij gedaan en M.’s moeder vindt alleen tarwemeel in ons keukenkastje. Ik onderbreek haar als ze met S. ‘Hankie pankie Shanghai’ wil zingen. Ik vrees dat S. dat ook al kent van de crèche, maar ik vind het echt niet meer kunnen. Ik begin aan de grootste opdracht van deze maand. Ik heb een strakke planning voor mezelf gemaakt, ik weet hoeveel woorden ik elke week wil/moet redigeren. Hopelijk helpt het. Het geeft wel meteen stress, want M.’s moeder wil op tijd weg en ik moet nog koken (goed gelukte couscous met makreel). M.’s moeder beantwoordt appjes onder het eten, tot onze verbazing.

We kijken Zomergasten terug met Hanna Bervoets. Dat wil zeggen, een stuk, ik snap niet hoe mensen dit in een keer achter elkaar kijken. Het is erg interessant (al spoelen we sommige gruwelijke fragmenten door, nog een voordeel), ook de reacties op haar optreden (te analyserend, afstandelijk, niet emotioneel/persoonlijk genoeg). Ik herken veel van haar analyse van Literatuurwetenschap. Ik was helemaal niet zo goed in de theoretische vakken, maar hierin kan ik nog wel meekomen. We kennen haar werk vrij goed, en ze zegt interessante dingen over lesbisch zijn.
Ondertussen hecht ik eindelijk de laatste bol aan voor mijn sjaal (de basis, er komen nog andere onderdelen aan vast en ik wil er nog op borduren). Daar zijn ik en mijn schouder erg blij mee.

Donderdag 8 augustus

Weinig te melden over m’n werk vandaag, behalve dan dat ik m’n eigen planning meteen alweer niet haal. Dat geeft veel stress. Ik probeer te bedenken dat ik nog veel meer stress zou hebben als ik had besloten om de kindjes mee te nemen naar de verjaardag van mijn tante. Dan had ik ze eerder op moeten halen van de crèche. Waarschijnlijk veel eerder, aangezien S. anders weer totaal overprikkeld zou zijn. Dan zou ik dus nog minder tijd gehad om te werken. En in m’n eentje naar m’n tante moeten rijden met hen. Moeten fileparkeren in haar jarendertigwijk. Daarom hebben we afgesproken dat M. de kindjes ophaalt en dat ik alleen naar de verjaardag ga. Ik moet nog kolven, ik moet het eten voorbereiden, ik ben uiteindelijk zo laat klaar dat M. dan al thuis is om de kinderwagen op te halen. Ik ben niet bepaald in de stemming voor de verjaardag, maar het is wel gezellig. Er zijn natuurlijk alsnog talloze parkeerplekken. Het is erg fijn om erheen te kunnen fietsen en me even niet bezig te hoeven houden met de kindjes, ook al krijg ik veel vragen waarom ze er niet bij zijn. Veel dingen zijn altijd hetzelfde op mijn tantes verjaardag, mogen altijd hetzelfde blijven van mij. Dat kan natuurlijk niet. Ik mis I. weer eens extra. Het blijft zelfs gek dat L. er niet meer is. Het is ook fijn om ’s avonds terug te fietsen. M’n tante heeft taart meegegeven omdat we meteen gingen eten toen ik er was, ook voor M. en S.

Vrijdag 9 augustus

S. kan vandaag eindelijk haar paraplu gebruiken. Ik heb hoofdpijn, maar het lukt zowaar om de achterstand van gisteren in te halen. M. maakt een heerlijke zoete-aardappelsoep.

Zaterdag 10 augustus

We hebben D. slapend overgeheveld naar haar bedje zonder haar nog drinken te geven voor we gingen slapen. Slecht idee, nu komt ze midden in de nacht. Ik probeer ’s ochtends vroeg nog even te bloggen, maar kindjes worden al snel weer wakker.
S. roept bij het ontbijt dat ze stroop in haar neus heeft. Terwijl M. een washandje gaat pakken, haalt ze haar neus op. Handig…
Ik ga in mijn eentje boodschappen doen en ondertussen doet M. D. in bad. S. doet maar alvast weer al haar kleren uit. Het is heel efficiënt, als ik terug ben drinken we ijskoffie en delen we met z’n drieën het abrikozentaartje dat mijn tante nog had meegegeven voor S. Daarna besluiten we naar de bieb te gaan. Met de auto, want het weer is wisselvallig en het waait hard. S. is helemaal opgetogen dat we allebei meegaan. We halen een flinke stapel boeken voor iedereen. Als het aan S. lag, hadden we er nog wel meer gehaald, dus ze mocht er ook een paar kiezen om daar te lezen. Ze zegt een keer of veertig dat ze graag een boterham met (vega) smeerworst wil als we weer thuis zijn. Dubbel (met bijbehorend handgebaar). Totdat we eindelijk aan tafel zitten, dan wil ze ineens jam. Of nee, doe toch maar smeerworst. Hoe verrassend.
Na de lunch gaan de kindjes slapen (tegelijk, hoera!) en ga ik een poosje haken en podcast luisteren. De basis voor de sjaal komt af. Daarna begin ik aan de vegetarische moussaka. Superlekker, maar veel werk. Al is het minder werk dan ik me herinnerde. Ondertussen worden de kindjes weer wakker. Als de moussaka klaarstaat (S. heeft de ovenschaal ingevet met de kwast) gaan we nog even naar de speeltuin.

We kijken Zomergasten af en zijn vreselijk ontdaan van het fragment uit How to Survive a Plague, waarin nabestaanden van aidsslachtoffers protesteren tegen de Amerikaanse regering. Ze hebben foto’s en as van hun geliefden bij zich en strooien die as uit bij het Capitool of het Witte Huis of ik weet eigenlijk niet waar, terwijl de politie ze tegen probeert te houden. Ik dacht dat ze die as alleen mee hadden genomen, ik had niet verwacht dat ze ’m ook gingen uitstrooien, zeker niet daar, bij de mensen die hen haten. Maar verder ontbrak de emotie, hoor, in de aflevering met Hanna Bervoets (!)

Zondag 11 augustus

We hebben D. niet in bed gelegd zonder laatste slokje en toch was het weer een waardeloze nacht. Ik voel me slecht, zeker omdat S. veel kliert en huilt. S. en J. komen vanochtend langs omdat S. binnenkort naar Frankrijk vertrekt en vanaf daar in twee maanden naar Santiago de Compostella wil gaan lopen. En we moeten iets doen wat ik hier maar even niet specificeer, omdat ik niet weet wie er allemaal meelezen. Het lukt redelijk. Ze blijven lunchen. Nu is S. wel gezellig. Ze staat erop om D. na de lunch te poetsen met een washandje. Lieverdje dit, lieverdje dat.

Als S. en J. weg zijn, maak ik m’n boekenblog af. Ik voel me opgesloten. Naar aanleiding van de column van Asha ten Broeke veel nagedacht en gepraat over ‘mental load’. Ik mag zeker niet klagen. M. doet veel en het is een bevrijding om taken niet op iemands geslacht te kunnen gooien, maar natuurlijk hebben wij ook strubbelingen en hebben veel heterovrouwen volgens mij niet door hoe vanzelfsprekend ze bepaalde dingen (klussen, de auto, de tuin) aan mannen overlaten. Het kan ook lastig zijn om álles ‘zelf’ te moeten verdelen. Laat ik het zo zeggen, er blijven bij ons aardig wat dingen over. De column gaat overigens vooral over kunst/schrijven en hoe moeilijk het voor vrouwen is om in de benodigde flow te raken. Tja, dat lukt mij dus ook niet.

We gaan nog maar weer naar de speeltuin. Wat wonen er toch veel peutermeisjes in onze buurt. S. wil vooral met ons spelen, maar gaat nog wel op de nestschommel met het buurmeisje.

We eten pasta. S. is helemaal hysterisch omdat ze nog voor het eten Het Zandkasteel wil kijken. We geven haar uiteindelijk maar haar zin. We moeten nog zoveel doen na het eten. Als we eindelijk klaar zijn, moeten we echt iets vrolijks kijken. Er is niks vrolijks op tv, dus het wordt de dvd van 100% Coco.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *