Fun Home

Vorig jaar zijn M. en ik naar de musical Fun Home geweest in Londen. Fun Home is gebaseerd op de gelijknamige graphic novel van Alison Bechdel. Dat boek is zo goed, Are You My Mother? ook en de musical ook, en nu kwam de voorstelling ineens toch naar Amsterdam (geproduceerd door OpusOne). Wij moesten en zouden er dus heen. De speelperiode duurt nog niet eens twee weken, tijdens Pride, want… waarom eigenlijk? Blijkbaar is de voorstelling commercieel niet interessant genoeg. Omdat de hoofdrolspelers gay zijn? Ik begrijp het niet, ik zit vrijwel altijd naar hetero’s te koekeloeren het is zo’n prachtige voorstelling. In New York begonnen ze ook off-Broadway, maar wonnen ze vervolgens wel vijf Tony’s en in Londen was het ook in een theater buiten West End, maar hier framen ze het wel heel extreem als een voorstelling voor een bepaalde doelgroep. Als iemand tot die doelgroep hoort ben ik het wel, dus ik weet het verder ook niet, maar ik vind het wel heel zonde, want ik denk dat veel meer mensen dit mooi zouden vinden dan de mensen die het nu gaan zien.

Hier vind je de trailer. Ga ik nu even uitgebreid fangirlen, met spoilers en al.

Het verhaal blijft dicht bij het boek, ook in de musical kijkt de volwassen Alison terug op haar jeugd. In de musical geeft ze zelfs voornamelijk commentaar vanachter haar tekentafel, vraagt ze zich af hoe ze alles moet gaan tekenen voor in haar boek (er zijn ook tekeningen uit het boek in de voorstelling te zien). Het heeft dan ook echt meerwaarde om ook het boek gelezen te hebben. In de voorstelling spelen drie Alisons mee. De volwassen Alison dus (Renée van Wegberg), de middelste Alison (Dominique de Bont) en de jonge Alison (in ons geval Elles van den Berg). Je kunt je voorstellen dat dat nogal essentieel is. Er worden ook vrij veel aanwijzingen voor gegeven. Zo heten ze alle drie Alison, heeft de volwassen Alison het over ‘ik’ als ze over de andere Alisons spreekt, dragen ze dezelfde gympen en kleding in dezelfde stijl. En toch ving ik op toen we de zaal uit liepen: ‘Nou, en tóén had ik pas door dat ze een persoon speelden.’ Ik hoop voor diegene dat ‘toen’ niet pas bij de finale was, want dan heeft hij toch het een en ander gemist.

Renée van Wegberg speelt de volwassen Alison. Zij is zo goed! Vrijwel onherkenbaar in deze rol, met een bril en een pruik, maar ook hoe ze beweegt. We hadden van tevoren een filmpje gezien waarin ze daarover sprak, en toen wist ik eerlijk gezegd niet zo goed wat ik me daarbij moest voorstellen. Gaat ze nu uitgesproken lesbisch bewegen? Hoe bewegen ‘wij’ dan? Ik kan het niet goed uitleggen, maar het was heel subtiel en overtuigend. En we bleken dus helemaal vooraan te zitten, dus we konden het bijzonder goed zien.

Het decor is logischerwijs minder imposant dan dat in Londen. Het huis van de familie wordt door de vader volgepropt met antiek. Ze wekten hier die suggestie wel, maar ze hadden niet een hele kamer. Geen draaischijf ook. Het protserige van de schouwburg paste er wel prima bij! Er was geen doek, en Renée was ook al op terwijl de mensen de zaal nog binnenkwamen, echt heel tof gedaan. Ze zingt goed, ze speelt goed, ze is ontzettend grappig… Ze raakte me erg bij ‘Telephone Wire’ (een van mijn favoriete nummers uit de voorstelling). Ze gaf ook vaak woordeloos commentaar op de scènes, ik wist vaak niet waar ik moest kijken (ik denk dat ik nog steeds niet alles heb gezien na twee keer). De vierkoppige band (onder leiding van Marco Braam) zit trouwens ook op het podium, dat werkte ook goed.

Ad Knippels speelt Bruce, de vader van Alison. En o, wat was hij ook goed. Misschien komt het door de taal, maar hij raakte me meer dan de Bruce in Londen. Hij laat zo mooi zien hoe klem die man zit. Ik ben in principe meer geïnteresseerd in Alison dan in Bruce, in Londen was ik zelfs verbaasd door het enorme aantal mannen in de zaal, dat ik later pas dacht: O ja, het is natuurlijk óók heel erg het verhaal van Bruce. In Amsterdam waren er minder mannen en leek het publiek meer mainstream. Maar goed, met déze Bruce was ik helemaal mee. Het schijnt dat de regisseur, Koen van Dijk, Fun Home in New York zag en toen dacht: Als ik deze voorstelling naar Nederland haal, moet Ad Knippels Bruce spelen. En ik begrijp waarom. Hij kan zo goed schakelen tussen alle verschillende emoties, hij is zo wispelturig.

Marjolein Keuning speelt Helen, de moeder van Alison. Helen zit net zo goed klem. In Londen kwam de moeder hard bij mij binnen. In het boek Fun Home is ze wat meer op de achtergrond. Je zou kunnen zeggen dat Fun Home het boek over Alisons vader is en Are You My Mother? over haar moeder. Dat laatste boek had ik toen nog niet gelezen. Inmiddels wel, dus ik wist beter wat de rol van de moeder was. Ook een erg mooie rol. Een van Helens solo’s is ‘Days and Days’, en we wisten dat Marjolein dat bewust dramatischer zou zingen dan in de originele voorstelling. Dat was erg goed. Bovendien speelt ze echt piano in het stuk. Natuurlijk kun je prima de piano omdraaien en doen alsof, je hoeft geen piano te kunnen spelen om Helen te kunnen spelen, maar ik vond het zo gaaf dat ze het deed! De moeder heeft ook een grote rol in ‘Welcome to Our House on Maple Avenue’ (waarbij iedereen door het huis rent om het de vader naar de zin te maken), en dat was ook echt fantastisch.

Dominique de Bont speelt de middelste Alison. Ze is nog heel jong, maar wat een talent! Helaas was ik tijdens ‘Changing My Major’ voornamelijk bezig met proberen niet te hoesten en als het echt moest zo discreet mogelijk :( ‘Changing My Major’ is misschien wel het moeilijkste nummer uit de voorstelling, omdat het zo komisch en expliciet is. Wat een lef moet je daarvoor hebben. De Medium Alison uit Londen had misschien meer de lach aan haar kont hangen dan Dominique (hoewel er daar sowieso veel meer respons was vanuit de zaal), maar zij deed het ook geweldig.

Iris Bakker speelt Joan (de vriendin van Alison op de universiteit) en deed dat prima, maar ik had wat moeite met haar voorkomen. Het is de bedoeling dat Joan out and proud is, het contrast met Alison hoort enorm te zijn, maar moest dat per se met een tuinbroek én een houthakkersblouse? Mag het misschien iets meer gewoon stoer en iets minder hoe sommige mensen denken dat een lesbische vrouw eruitziet en doet? Zo subtiel als Renée van Wegberg was, zo clichématig was Iris Bakker. Vond ik een mindere regiekeuze.
Daarnaast had de jongste Alison een ander kapsel moeten hebben. Ik snap dat je voor een speelperiode van twee weken je haar niet gaat afknippen, maar een paardenstaart met een elastiekje met balletjes eraan? Dat zou Alison volgens mij nooit dragen. In de voorstelling vindt haar vader juist ook steeds dat ze een speldje in haar haar moet, maar doordat haar haar al netjes in een staart zat, sloeg dat niet echt ergens op.

Mitch Wolterink speelt een aantal minirolletjes, alle mannen die voorbijkomen. Wat ondankbaar, lijkt me, maar niks op aan te merken. Hij heeft daarnaast een psychedelisch solonummer (‘Raincoat of Love’) en dan merk je hoe zonde het is dat hij niet meer te doen heeft, want wat een stem en uitstraling!

De kinderen (wij hadden de cast met Elles van den Berg als jonge Alison, Donny Keune als John en Christophe Lowie als Christian) deden enorm hun best. En ze zongen echt wel goed, zeker Elles. ‘Ring of Keys’ is een lastig nummer. Het is helaas niet vanzelfsprekend dat kinderen in Nederlandse musicals zuiver zingen en dat deden zij wel. Natuurlijk waren de kinderen in Londen beter, die hadden veel meer tijd om te repeteren en het is daar sowieso veel makkelijker om een kind tijdelijk van school te plukken voor een show. Het is oneerlijk om te gaan vergelijken, en het was zelfs wel schattig om te zien hoe hard Donny zich concentreerde op de pasjes.

In Fun Home hebben de kinderen echter een nummer dat ze met z’n drieën moeten doen. Het heet ‘Come to the Fun Home’, en het is een verzonnen reclamespot voor de begrafenisonderneming van de familie. Het is een briljant nummer… en het sloeg hier totaal dood. Je zag ze worstelen met de lappen tekst, en het werkte gewoon niet. Daar kunnen zij niet veel aan doen, maar het was wel jammer.

Dat dat nummer niet werkte, lag zeker ook aan de vertaling. Als ik een negatief punt moet noemen, is dat het. Ik vond de vertaling (van de hand van regisseur Koen van Dijk) gewoon niet zo denderend. Het lijkt me ook een erg moeilijke musical om te vertalen, want erg Amerikaans en tekstgericht, dat probleem hadden ze in Londen niet. Hier kun je al meteen niks met de titel. Die hebben ze dan ook onvertaald gelaten, maar ‘Ja, kom naar Fun Home’ klinkt gewoon niet helemaal lekker. Ik had er toch wel meer van verwacht. Vaak paste de tekst net niet lekker in het ritme. De woordkeus in ‘Ring of Keys’ vond ik echt niet passen bij een tienjarige.

M. en ik hebben de afgelopen week vooral veel gesproken over het einde. Het einde is hartverscheurend. Alison schreeuwt tegen haar dode vader, de andere personages halen ineens allemaal spullen weg die ze eigenlijk wilde gaan tekenen. Ze is helemaal alleen. Maar dan zijn ineens de twee jongere Alisons bij haar en zingen ze weer over dat ze vliegtuigje speelde met haar vader, en dat ze deed alsof ze heel Pennsylvania kon zien vanuit de lucht, en dat sluit dan aan bij dat het leven van haar vader zich binnen een bepaalde straal heeft afgespeeld, dat hij nooit uit die cirkel is ontsnapt. Dit is een ronder einde dan in het boek, en wat mij betreft beter. Ik verpest het vast door het te beschrijven. Het is minder melodramatisch dan het in mijn woorden klinkt.

Het origineel eindigt met: ‘Caption: Every so often there was a rare moment of perfect balance when I soared above him.’ (Alison zegt steeds ‘caption’ of ‘tekstblok’, omdat ze dus een strip aan het tekenen is). En dat laatste beeld is zó mooi. Die hele familie is zo disfunctioneel, maar Alison legt in mijn ogen aan het eind heel bewust de nadruk op hoe fijn het ondanks alles soms ook was als ze samen waren. De vertaling leek op de een of andere manier de nadruk te leggen op het feit dat Alison boven haar vader ‘uitstijgt’. Daar zat voor mij ineens zo’n waardeoordeel in. Ik ben wel uit de kast gekomen, ik ben wel weggegaan uit Beech Creek, dus ik ben beter dan jij, zoiets. Terwijl haar vader in een andere tijd leefde (ik vergeet vaak dat Alison Bechdel is geboren in 1960, het verhaal speelt zich eerder af dan ik steeds denk), een man was, een totaal ander leven had. Alison vergelijkt zichzelf wel met hem, maar dat wil nog niet zeggen dat ze het van hem ‘wint’. Het leek me in ieder geval niet zoals Bechdel het einde heeft bedoeld, want in het boek durft ze in het zwembad te springen omdat haar vader klaarstaat om haar op te vangen.

Maar misschien huilde ik te hard om het te begrijpen. Ik heb sowieso weer best veel gehuild, ook bij ‘Telephone Wire’. Man, toen alle personages in het begin op kwamen rennen en invielen (‘until now gives way to then’) ging ik al (dat soort dingen, daar kan ik dus niet tegen in musicals). Ik dacht zelf dat het dit keer misschien ‘beter’ zou gaan omdat ik de voorstelling al een keer gezien had. Mwoah. Niet dat het me stoort of dat ik me ervoor schaam, ik wil juist geraakt worden door een voorstelling. En dat werd ik zeker. Ik weet nu al, als het ergens ook maar enigszins mogelijk is om ’m nog een keer te zien, ga ik weer.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *