Dochter (28)

Het is nu zoveel zichtbaarder dat ze bezig is met dingen verwerken. Ze vertelt ‘verhalen’. Toen er een pakje was bezorgd, wees ze naar de doos en vervolgens op de deur: ‘Open.’ Naar de vloer toen ze gevallen was. Aan M. vertelde ze dat ze aan het drinken was door ‘drinken’ te gebaren en te zeggen en op mijn borst te wijzen. Ze speelt dingen na, laat pop Zoë slapen en Aap drinken uit haar beker.

Veel klinkt hetzelfde, maar toch kunnen we vaak wel onderscheid maken tussen apen, schapen, slapen en gapen en happen. Tussen open en opa. Daarnaast brabbelt ze ook veel. Ze zegt heel vaak ‘oké’ (dat zullen wij dus wel vaak zeggen) en heel schattig ‘hatsjoe’ als er iemand niest.

M. doet sinds een tijdje aan pilates, en nu gaat S. steeds op handen en voeten staan en dan hoopt ze dat iemand haar aankijkt tussen haar benen door. Zoveel liefde als M. dan ook de ‘downward facing dog’ doet en S. begint te giechelen.

Ik probeer oog te hebben voor wat zij misschien graag ziet, ook als ze er niet bij is. Het is best een goede blik, mild en open.

Ze begrijpt zo veel. Ze trok me mee naar haar borduurwerk toen ik ‘Wielen van de bus’ voor haar zong. Ze gebaart ‘Waar?’ als we haar vragen om iets te pakken of aan te wijzen wat ze niet kan vinden.

Ze zwaait enthousiast naar werkelijk iedereen als ik haar ophaal van de crèche. Laatst gingen drie meiden die vast al bijna vier worden binnen bij het raam staan om terug naar haar te zwaaien. Terwijl ze haar kind op de fiets zette, hield een moeder een verhaal dat ik niet kon verstaan, maar dat eindigde met: ‘Slim bedacht van mama, hè?’ Waarop S. heel stellig ja riep en de moeder moest lachen en zei: ‘Fijn, die bevestiging.’

Er zijn momenten waarop ze enorme driftbuien heeft. Een ochtend waarop ze naar de crèche moest wilde ze niks. Geen schone luier, geen broek aan, geen sokken aan, geen schoenen en vooral geen jas. Ik telde tot honderdduizend, en liet haar toen toch maar even in de gang liggen krijsen, omdat ik totaal niet tot haar door kon dringen en niet wist wat ik anders moest doen. Het werd al snel stil. ‘Wil je nu dan wel je jas aan?’ Met zo’n dramatische laatste snik: ‘Ja!’ En ze werkte toen ook ineens wel mee. Meteen maar flink geknuffeld om het goed te maken. En niet eens mijn geduld verloren, ik kan het dus wel. Vervolgens wilde ze op de crèche niet mee naar de groep en ‘ontsnapte’ er een jongetje toen ik te lang in de deuropening bleef staan. Hij en S. hielden een poppenwagenrace in de gang en hadden de grootste lol…

Met eten maakt ze er vaak een enorme zooi van. Vooral haar placemat is in trek, ze schuift ermee over te tafel zoals zo’n gokmachine op de kermis, in de hoop dat dingen daardoor binnen handbereik komen (eigenlijk best slim). Ze gooit hem op de grond en is er al meerdere keren over uitgegleden omdat wij hem niet op tijd weer hadden opgeraapt. Ze kan ook enorm knoeien met haar open bekertje. Eerst dachten we dat ze dat überhaupt niet zelf vast kon houden. M. was even weg en S. en ik gingen theedrinken. S. gebaarde en zei ‘thee’ en pakte zo haar beker om eruit te drinken. Hoe vaak ik niet tegen haar zeg: ‘Dit gelooft mama M. dus straks weer niet.’

Ze geeft soms aan dat ze gepoept heeft, dus we besloten eens op te zoeken wanneer je eigenlijk kun beginnen met zindelijkheid stimuleren. Tussen de 18 en 20 maanden was ideaal, lazen we, want dat is nog voor je kindje in de nee-fase zit. Daar zit S. al zo’n beetje haar hele leven in, maar goed. Het lijkt me erg goor allemaal, dus ik hoop vooral dat we haar aan de wc-verkleiner kunnen krijgen. We laten haar soms meegaan naar de wc met ons, omdat we haar niet alleen kunnen laten en in de hoop dat ze dan vast een indruk krijgt van wat de bedoeling is. In de badkamer hebben we een kastje met aan de ene kant de wc en aan de andere kant een soort betegelde verhoging waar een buis onderdoor loopt. Ik zat op de wc en S. ging aan de andere kant van het kastje zitten. Om kiekeboe met mij te spelen :)

Muziek op schoot is nog steeds een beetje een verzoeking, maar de laatste keer dat ik er met haar heen was, gedroeg S. zich eigenlijk heel goed. Ik zei nog ‘weet aan wie je dit geeft’ tegen de moeder naast me toen ze een of ander attribuut aan S. doorgaf, maar het viel reuze mee. Niet dat ze nu ineens braaf iets in het zakje stopte dat de juf haar voorhield (‘We ruimen alles op, we ruimen alles op’ zingend, want zo gaat het), maar ze liet mij wel dingen inleveren en was dit keer niet hysterisch aan het huilen, zoals een ander kind. Ik geloof dat het me geruststelt als S. zich daar niet het ‘allerslechtst’ gedraagt. Op de terugweg naar de fiets wel omgelopen zodat ze de driewieler niet in het oog zou krijgen.

Over driewielers gesproken, m’n moeder en P. hebben zo’n fietsje met een duwstang op de kop getikt. Het is knalroze en S. kan er natuurlijk nog niet op fietsen, maar dat gezicht van haar als ze erop zit. Zo trots, haha.

M. kreeg het ultieme bewijs dat S. in haar ook een moeder ziet; S. dook op haar af, wees op haar vest en zei: ‘Open? Drinken?’ Je zou zeggen dat ze na praktisch anderhalf jaar wel weet waar ze het wel en niet kan halen (reken maar dat ik het af en toe zou hebben overgedragen als dat kon!).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *