De BreiSTER – Mijn overwegingen

Ik weet niet zo goed wat ik er hier nu over wil schrijven, maar eerlijk gezegd staat mijn hoofd op dit moment helemaal niet naar de wedstrijd, en misschien is het toch een goed idee om even kort uit te leggen waar dat door komt. Anders denk je misschien ook: Waar blijven alle doldwaze BreiSTER-avonturen en inspirerende breiprojecten nou? Ik maak me erg veel zorgen over onze jongste dochter D. Zij is onlangs voor de tweede keer op de kinder-ic beland met een status epilepticus. Een koortsstuip waar ze niet uit kwam, in haar geval. Zo’n twee jaar geleden is dat ook gebeurd bij haar eerste koortsstuip, en sindsdien zijn we hier bang voor geweest. Ondertussen zijn we helaas wel wat gewend met haar, dit was haar zesde koortsstuip, maar deze opname was toch wel weer erg ingrijpend. Ze is inmiddels weer thuis. Dat is heel fijn en het gaat op zich nu ook weer goed met haar, maar ik ben nog erg van slag door alles wat er gebeurd is. En het blijft ongelooflijk stressvol. Het gebeurt bij haar eigenlijk altijd totaal onverwacht, de stuip is het eerste teken dat er iets aan de hand zou kunnen zijn met haar. Preventief kunnen ze eigenlijk niks doen. Niemand kan voorspellen of en wanneer het weer gebeurt, en hoe ernstig het dan is. De arts zei letterlijk: ‘Ze mag naar huis! In theorie kan het vanavond weer gebeuren.’ Bij een stuip moeten we noodmedicatie geven en 112 bellen, en hopen dat het meevalt. Ze heeft nu in bijna twee jaar zes stuipen gehad, en is bij de eerste en de meest recente op de ic terechtgekomen. Er zijn dus ook heel veel dagen waarop er niets aan de hand is met haar, daar moet ik me aan vasthouden, dankbaar voor zijn. Het is alleen van tevoren niet te zeggen welke dagen dat zullen zijn en of dat zo zal blijven. Ik brei onder andere omdat het voor rust zorgt in mijn hoofd (voor zover mogelijk). Understatement: dat kan ik nu weer even heel goed gebruiken.

Oké. Ik had dus een mailtje gekregen dat ik mee mocht doen aan De BreiSTER. Mocht je het gemist hebben: hier kondigde ik mijn deelname aan en hier schreef ik al over mijn inschrijving.

Laat ik vooropstellen: ik was natuurlijk heel blij, verrast en dankbaar dat ze mij hadden uitgekozen. Ik had het niet verwacht en verzon alweer meteen allerlei ‘redenen’, zo van: ze wilden eigenlijk iemand anders vragen maar hebben een foutje gemaakt, ik paste toevallig in het plaatje (geen idee naar welk plaatje ze dan op zoek zouden zijn, maar oké), er hadden zich überhaupt maar tien mensen ingeschreven, ze hadden met veel moeite negen kandidaten uitgekozen en toen waren ze er klaar mee en dachten ze: Whatever, dan die ook nog maar…

Welkom in mijn hoofd. Maar ik had er wel ook meteen zin in, eens iets heel anders in m’n leven. Ik zou hierdoor een kijkje achter de schermen van de wedstrijd krijgen, daar was ik na het zien van De HaakSTER enorm benieuwd naar. Het leek me erg leuk om de andere kandidaten en het team van Wolplein te ontmoeten. Ik hou wel van een beetje competitie. Kortom, het leek me een mooi avontuur. Iedereen die ik het vertelde, reageerde ook superlief en enthousiast (je mocht het niet online zetten, maar je mocht het gelukkig wel delen met je familie en vrienden).

Bij het mailtje zat een document met voorwaarden voor deelname, waar je voor moest tekenen. Op basis daarvan moest ik beslissen of ik inderdaad mee wilde doen aan de wedstrijd. Dat vond ik nog niet zo vanzelfsprekend of makkelijk. In deze blog vertel ik je wat meer over mijn overwegingen.

Ik twijfelde ten eerste vanwege het vloggen, het in beeld komen, daar schreef ik de vorige keer al iets over. Daarnaast twijfelde ik ook omdat je je rechten over moest dragen. Dat vermoedde ik al wel, maar het was voor mij niet echt duidelijk bij de inschrijving. Ik snapte dat je de fysieke projecten uiteindelijk in moet leveren. Het is niet haalbaar om bij iedere opdracht alles in het echt te beoordelen. Iedereen breit thuis en er zit weinig tijd tussen de deadline, de beoordeling en de volgende opdracht (uiterlijk op zondagavond moet je alles inleveren, maandagmiddag ontvang je de beoordeling en als je door bent ook meteen de volgende opdracht). Je moet allerlei foto’s maken van je project, maar in theorie kun je het er op die foto’s beter uit laten zien dan het er in het echt uitziet (dat wil zeggen, als je een betere fotograaf bent dan ik). Verder is het natuurlijk ook fijn voor Wolplein om projecten te kunnen laten zien, bijvoorbeeld in hun inspiratiecentrum of op beurzen (laten we hopen dat we daar snel weer heen kunnen).

Ook de patronen zouden eigendom worden van Wolplein. En aan dat idee moest ik erg wennen. Bij mijn redactiewerk kan ik ook nergens aanspraak op maken, maar dan gaat het om de tekst of vertaling van iemand anders. Ik vind het zeker wel eens lastig als ik veel aan een tekst heb bijgedragen en dat vervolgens totaal wordt genegeerd door de buitenwereld, maar het uitgangspunt is totaal anders. De buitenwereld weet meestal ook niet hoe het aanvankelijk was, of heeft zelfs geen idee dat ik eraan heb meegewerkt. Ik krijg meer dan genoeg waardering. Mijn rol als redacteur is nadrukkelijk op de achtergrond. Wat ik vaak ook juist heel fijn vind, het past goed bij mij.

Met mijn eigen teksten voel ik me nog meer verbonden. Natuurlijk kun je teksten publiceren en daarbij bepaalde rechten overdragen. Dat doe ik soms ook, maar niet in deze mate. Ik houd de dingen graag zo veel mogelijk in eigen hand, steeds meer eigenlijk, en dat zou bij deze wedstrijd helemaal niet kunnen. Ik moest even goed nadenken over of ik dit wilde.

Het is natuurlijk wel logisch dat Wolplein dit zo doet. Er werken aardige mensen die zelf ook van handwerken houden en dit met veel enthousiasme organiseren, maar die mensen werken wel bij een commercieel bedrijf, niet bij een liefdadigheidsinstelling voor behoeftige breisters.

Nu ben ik ook geen behoeftige breister, dat scheelt, maar ik heb me wel bewust afgevraagd wat de wedstrijd voor mij zou kunnen betekenen. Dat klinkt berekenend en dat was het ook wel. Natuurlijk vond ik het geweldig dat ik mee mocht doen, dat kan ik niet genoeg benadrukken. Als je er geen plezier in hebt, moet je dit ook vooral niet doen. Maar de investering die ervoor nodig is, was voor mij persoonlijk te groot om te kunnen zeggen: ‘O, wat maakt het ook allemaal uit, het is gewoon leuk om mee te doen en ik zie het verder wel, waar moet ik tekenen?’ Die luxe had ik simpelweg niet als zelfstandige in de culturele sector, moeder, partner. Ik kan mijn tijd maar een keer besteden, en een uur dat ik aan de wedstrijd besteed, kan ik niet besteden aan mijn redactiewerk, waar ik wel voor betaald krijg, of aan mijn gezin.

Waarom besloot ik uiteindelijk toch mee te doen? Ik zou nog altijd graag serieuzer bezig zijn met het ontwerpen van patronen. Ik heb tegen het eind van mijn studie gezegd dat ik mijn geld wilde verdienen met redigeren, schrijven en handwerken, en dat wil ik nog steeds. Tot nu toe verdien ik voornamelijk geld met mijn redactiewerk. Daar ben ik al heel gelukkig mee, maar ik hoop toch nog steeds dat ik het ooit meer kan verdelen over die drie vlakken. Ik hoopte door mee te doen meer ontwerpervaring op te doen en meer mensen te leren kennen in de handwerkwereld (en dat zij mij zouden leren kennen). En op persoonlijk vlak hoopte ik veel te kunnen leren en groeien. Ik moest natuurlijk nog maar afwachten of het me inderdaad iets in die richting zou opleveren, maar ik zette mijn handtekening eronder.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *