Weet je wat het is met die boekenblogs, die laten bij mij altijd zo lang op zich wachten. Ik lees naast mijn werk nog steeds niet veel, en de afgelopen maanden zijn moeilijk geweest (ook vanwege alle zorgen om D.). Toch heb ik wel een aantal boeken gelezen, en vond ik nog een superoude bespreking van het eerste in mijn concepten. Ze schieten zoals altijd alle kanten op en sommige zijn kort, maar ik vind het toch fijn om hierna weer een beetje bij te zijn. En ik weet dat er minstens één persoon is die ze weleens leest, dus deze is voor jou!
Sanne Thierens – Mjoeziekul
Als je mij een beetje kent, dan weet je dat ik van musicals houd en van Annie M.G. Schmidt, dus dit is helemaal mijn boek. Al gaat het zeker niet alleen over Annie M.G. Zij en Harry Bannink zijn de bekende namen uit de ondertitel en het boek concentreert zich op de zeven musicals waarvoor zij de tekst en muziek hebben geschreven, maar ook de levens van andere betrokkenen komen uitgebreid aan bod. Denk aan producenten John de Crane en Gislebert Thierens (oud-oom van de auteur) en regisseur Paddy Stone. Het gaat ook wel over de acteurs (grote namen als Conny Stuart en Willem Nijholt), maar zij hebben niet de hoofdrollen in dit boek.
Ik vind het echt heel knap hoe alles en iedereen tot leven komt in het boek. Dat lijkt me zo moeilijk als je schrijft over theater. Je moet ervan uitgaan dat de meeste lezers de musicals niet hebben gezien en de verhalen niet kennen. Je kunt citeren uit het script, dat doet ze ook, maar dat zorgt er nog niet meteen voor dat mensen het voor zich kunnen zien. En toch is dat zo goed gelukt, de musicals zelf en de makers, de onderlinge verhoudingen, de situatie achter de schermen, het Nederlandse theaterlandschap, de plaatsing in de tijd en in de samenleving… Het boek neemt je overal in mee.
Zelf heb ik alleen een versie van Heerlijk duurt het langst gezien in 2015 (ik schreef daar hier iets over). Heerlijk duurt het langst en Madam zijn later nog bewerkt tot ‘radiomusical’. Ook leuk om eens te luisteren (dat kan hier en hier), al vind ik het verhaal van Madam stom en lijken Foxtrot en En nu naar bed me veel leuker. Verder ken ik alleen nummers die ook buiten de musicals bekend zijn geworden, zoals ‘Vluchten kan niet meer’. Maar je hebt dus ook niet veel voorkennis nodig om het verhaal te kunnen volgen.
Ik heb aardig wat van en over Annie M.G. gelezen, maar ik ben ook zeker dingen te weten gekomen die ik nog niet wist. Kwam ze weer met een half script aanzetten… (Oké, dat vermoeden had ik al wel.) Ik blijf fan, al was het wel even slikken om in dit boek te lezen hoe ze over lesbische vrouwen dacht (ze vond bijvoorbeeld dat die niets te klagen hadden, want niemand zou er zogenaamd iets van zeggen als twee vrouwen bij elkaar woonden).
Het is gewoon een lekker boek, heel vlot en toegankelijk geschreven. Thierens schrijft in het nawoord ook dat het haar bedoeling was om het verhaal tot leven te laten komen. Zo veel mogelijk gebaseerd op bronnen, ze is op dit onderwerp gepromoveerd, maar het moest geen tweede proefschrift worden. Dat is zó goed gelukt. De opzet (als theaterstuk in verschillende bedrijven) is misschien een beetje gemaakt, maar dat kon ik hebben.
Er is op dit moment ook een bijbehorende tentoonstelling in het Allard Pierson Museum in Amsterdam, ik hoop dat ik die nog kan bezoeken.
Bianca Toeps – Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit
Ik volg de auteur een beetje online, ik lees haar blog en vind haar heel inspirerend. Ze lijkt altijd zo professioneel en weet veel dingen voor elkaar te krijgen als zelfstandige (tegenwoordig zelfs vanuit Japan). Ook met dit boek, ze heeft volgens mij al twee vertalingen gerealiseerd met behulp van crowdfunding. Dit boek is onderdeel van een hele serie boeken over mentale gezondheid (geschreven door verschillende auteurs). Ik geloof dat de serie met dit boek begon, de auteur houdt zich in ieder geval ook bezig met de vormgeving en de omslagfoto’s van alle delen. Ik heb nog geen van de andere boeken gelezen, maar ben wel heel benieuwd naar het boek van Aafke Romeijn over depressie.
Dit boek gaat dus over autisme. Het gaf me veel om over na te denken en ik vond het ook wel leuk geschreven, naar verwachting, net zoals haar blog. Ik vond de inhoud eigenlijk iets te gevarieerd. Haar persoonlijke verhaal, autisme vanuit de wetenschap bekeken, interviews, tips… Ze heeft een compleet beeld proberen te geven, maar om de een of andere reden miste het voor mij wat samenhang.
En dan nog iets. Ik heb dus (op grote afstand, online) het een en ander meegekregen van de totstandkoming van dit boek (dat soort dingen vind ik altijd superinteressant, geef me boeken, maar geef me zeker ook de verhalen over boeken). En eerlijk gezegd leek het me soms ingewikkeld om met haar samen te werken, omdat ze erg bezig was met bepaalde details waar andere auteurs waarschijnlijk hun schouders over op zouden halen. Ik herinner me bijvoorbeeld dat het lettertype op een sticker die op haar boek moest komen in haar ogen niet goed was. Ergens begrijp ik de ‘bemoeienis’ met dat soort dingen ook weer wel, omdat ze dus ook betrokken is bij de vormgeving. Waar ik naartoe wil: ik kwam nog aardig wat foutjes tegen in het boek, en dat viel me hierdoor extra tegen. Enorm onredelijk, want ze doet van alles, maar is voor zover ik weet geen tekstredacteur, en in je eigen teksten zie je op een gegeven moment niks meer, dus er moeten en zullen sowieso anderen naar hebben gekeken. Maar toch, ik had het niet verwacht. Wat voor mij het meest in het oog sprong: ze gebruikt vaak ’ie en ’m, en elke keer stond daar een ‘zesje’ bij (‘) in plaats van een ‘negentje’ (’). In tekstverwerkers gaat dat standaard fout en ik hoop maar dat mijn blog het nu goed weergeeft, maar zoiets moet een corrector echt opmerken, vind ik. Ik zal niet zeggen dat ik daar autistisch in ben, want in het boek wordt nu juist mooi uitgelegd waarom je dat niet moet zeggen, maar ik stoorde me eraan.
Tracy Chevalier – Een losse draad
(A Single Thread, vertaald uit het Engels door Anke ten Doeschate)
Dit boek had M. meegenomen uit de bieb. De meeste boeken die zij meeneemt lees ik niet, al was het maar omdat ze een stuk meer leest dan ik. Maar dit boek heb ik gelezen en vond ik heel leuk. Ik herinner me nu nog vooral de fijne sfeer die het opriep. Het speelt zich af in Engeland in de jaren dertig en gaat over een vrouw die haar broer en verloofde heeft verloren in de Eerste Wereldoorlog (nee, het verhaal is inderdaad niet supervrolijk). Ze probeert een nieuw leven op te bouwen in Winchester en komt daar terecht bij een groep vrouwen die knielkussens borduren voor in de kathedraal. Dat is een van de dingen die ik fijn vond aan het boek: het gaat lekker veel over borduren. Daarnaast zit er zelfs een roze verhaallijntje in, ook al worden de personages die daarbij betrokken zijn wel heel erg gepresenteerd als de Anderen. Wat veel vaker gebeurt en toch altijd een beetje jammer is, als je zelf zo’n Ander bent. Ook jammer: het boek was nogal slecht gecorrigeerd, en je weet inmiddels vast wel hoe lastig ik het altijd vind om dat te negeren.
Scott Reintgen – De held van Fabel
(Saving Fable, vertaald uit het Engels door Merel Leene)
Als je schrijft, heb je dit misschien ook weleens meegemaakt: dat iemand met iets komt wat je zelf had willen bedenken. Of zelfs dat iemand met iets komt wat lijkt op waar je zelf aan bezig bent. Ik was bang dat dat bij dit boek het geval zou zijn. Toch maar gelezen, want als dat echt zo is, kun je het maar beter weten.
Het was niet echt zo, in ieder geval niet zo erg dat ik niet meer zou kunnen oppakken waar ik zelf ooit aan ben begonnen. Voor mij bestond dit (kinder)boek vooral uit een verzameling ideeën, het verhaal zelf vond ik een beetje vaag en onlogisch. Het gaat over een personage dat een opleiding mag volgen op de Praktijkschool voor Protagonisten, maar dan in het bijfigurenprogramma terechtkomt. Ze krijgt les van allerlei beroemde personages (denk: Alice uit Alice in Wonderland, Romeo van Romeo en Julia), maar het gaat niet zo goed. En dan, eh… iets met dat de verhaalwereld wordt bedreigd en dat er duistere magie in het spel is? Hier bleek voor mij nog maar eens uit hoe ontzettend moeilijk het is om een goed plot te verzinnen. Mijn favoriete detail uit dit boek (en er zitten echt wel leuke vondsten in) was uiteraard dat de redacteuren een soort geheim agenten zijn. Het is voor de meeste personages een groot mysterie wat zij precies doen, dus de lezer komt er ook bijna niets over te weten, maar alleen het gegeven al :)
Ik zie nu (op zoek naar de originele titel en de naam van de vertaler) trouwens dat het eigenlijk deel 1 is van een trilogie, maar deel 2 en 3 zijn (nog?) niet vertaald. Ik denk ook niet dat ik ze snel zal gaan lezen (tenzij het ooit nog echt iets wordt met dat idee van mij, dan moet ik misschien wel…).
Pete Wu – De bananengeneratie
Geweldig omslag, dat ten eerste. En verder vooral: altijd fijn als boeken je wereld vergroten. De auteurs is een Chinese Nederlander. In het boek vertelt hij zijn eigen verhaal en praat hij ook met andere Chinese Nederlanders. Ik ben geen Chinese Nederlander en werd in dit boek misschien nog wel het meest met mijn neus op mijn witte omgeving gedrukt door het feit dat ik erg veel moeite gehad om de verschillende Aziatische namen uit elkaar te houden. Niet oké. De auteur lijkt me heel sympathiek, en extra interessant dat hij ook tot de regenbooggemeenschap behoort, of nou ja, niet per se dat hij daartoe behoort, maar wel hoe dat dan voor hem is in combinatie met Chinees-zijn, daar schrijft hij ook over. Hm, verder herinner ik me helaas vooral dat ik een groot deel van dit boek heb gelezen op een avond waarop D. weer erg veel aan het huilen was… Het deed me regelmatig denken aan De zoetzure smaak van dromen van Sun Li, waar ik hier al eens over schreef (heel kort, want het is een bekend probleem, boekenblogs die lang op zich laten wachten). Leuk om naast elkaar te lezen!
Claudia de Breij – Amalia
Dit boek heb ik uiteindelijk op mijn telefoon gelezen omdat ik het alleen als e-book bij de bieb kon lenen en ik te lui was om het op mijn e-reader te zetten… Ik lees normaal nooit boeken op mijn telefoon en ik zou dat ook niet per se aanraden, maar dit boek had zulke korte hoofdstukken dat het nog wel ging. Ik lees trouwens nog steeds het liefst op papier.
Ik weet niet of je me echt een koningshuisfan kunt noemen, ik vind zeker niet alles wat ze doen fantastisch, maar ik volg wel graag koningshuizen uit een soort… escapisme, denk ik. Een aflevering van Blauw Bloed gaat er prima in met een overvol hoofd, en deze docu over Wilhelmina heb ik ook met veel plezier gekeken. Andere Europese vorstenhuizen vind ik trouwens ook leuk, het recente Britse, het Belgische enzovoort. Al weet ik nooit welke Boudewijns en Leopolds ze in België allemaal hadden, daar werk ik nog aan. Ik heb de koning en koningin wel een paar keer vanuit de verte gezien (in Utrecht reden ze zowat over ons heen met de koninklijke bus, dat was iets minder), maar toen de familie eindelijk naar mijn eigen stad kwam met Koningsdag, zat ik thuis voor de tv met een mini-D. Nu vind ik het jammer dat we toen niet zijn gegaan, zoals er ook laatst babyzwemmen was tegelijkertijd met S.’ zwemles en ik dacht: Waarom hebben we dat nooit gedaan? Maar toen zag ik dat soort dingen echt niet zitten, en dat was toen ook logisch en oké.
Hoe dan ook, Amalia. Ja, was leuk om te lezen, ik denk dat ze het goed gaat doen als koningin. Jammer dat ze bij het corps wil (edit: ze gaat er op dit moment blijkbaar toch niet bij). Wat kan ik er verder over zeggen? Het is dus heel dun, ik had het zo uit op mijn telefoon. En ik ben fan van Claudia de Breij, en die heeft het helemaal geschreven zoals ik haar ken (ik ken haar helemaal niet, maar in de stijl van haar andere boeken en shows, en met ruimte voor grapjes en hoe zij het allemaal ziet). Uiteindelijk kom je helemaal niet zoveel te weten over Amalia en blijft het bij een aantal ongetwijfeld zorgvuldig uitgekozen anekdotes, maar die zijn wel leuk.
Mariska Tjoelker – Mien
Dit was het enige boek dat ik mee had genomen op vakantie. Of nee, dat is niet waar, ik had ook mijn e-reader mee met boeken die ik moest lezen voor mijn werk. Het enige papieren boek. Vakanties met kinderen, zucht. Aan het eind van de week was er ook geen een boek uit, maar ik had wel een stuk van dit boek (en van één werkgerelateerd boek) gelezen. Zelfs deels in bed, wat ik altijd heel fijn vind, maar waar het thuis nog maar zeer zelden van komt wegens te laat naar bed gaan en meteen moeten opstaan en altijd moe zijn. Ik kan altijd erg blijven hangen in wat er allemaal niet kan, maar hiermee heb ik toch geprobeerd om laag in te zetten.
Ik weet niet waarom dit boek in de bibliotheek bij de non-fictie stond, want het is een roman. En ik snap dat het een roman is, want volgens mij was er gewoon te weinig informatie beschikbaar voor een non-fictieboek, maar dat betekent ook dat de auteur erg veel heeft ingevuld. Ik weet het niet zo met dit boek. Ik vond het wel aardig en sommige dingen waren heus interessant, maar ook niet meer dan dat. Het gaat over de vergeten wielerkampioen Mien van Bree, die in de jaren dertig veel succes had in België. Ze kwam uit Nederland, maar Nederland is in die tijd echt nog niet klaar voor vrouwen op de fiets, en België eigenlijk ook maar matig. Die sportgeschiedenis, de denkbeelden uit die tijd, daar las ik wel graag over. Ik denk dat de negentiende en twintigste eeuw sowieso de eeuwen zijn waar ik het liefst over lees. Over Mien van Bree zelf kom je natuurlijk ook van alles te weten, maar ze lijkt – niet lullig bedoeld – geen heel interessant leven te hebben gehad. Ik wil graag geloven dat ieders leven een interessant boek op kan leveren, maar als het in beginsel dan niet zo’n interessant leven is, moet je in ieder geval kunnen terugvallen op informatie. Bij dit boek dacht ik bij alles wat dan eventueel interessant zou kunnen zijn: was dit echt zo of heeft de auteur dit verzonnen? Miens gevoelens voor vrouwen waren natuurlijk veelbelovend, kom maar door met die lesbische geschiedenis, maar die bleven ook erg aan de oppervlakte. Oké, dit klinkt alsof ik op een erotische roman had gehoopt. Niet per se, maar ik had de indruk dat de auteur er niet zo goed raad mee wist. Dat ze niet echt een idee had hoe lesbische relaties kunnen zijn en het daarom allemaal maar een beetje in het midden liet. Mijn indruk, hè, alsof ik er zoveel van weet en er zijn natuurlijk heel veel verschillende relaties mogelijk. En iedereen mag van mij overal over schrijven, dus mensen die zelf niet lesbisch zijn (ook geen idee verder, maar er wordt een geliefde met een jongensnaam bedankt in het dankwoord en het zou me op basis van het boek verbazen) mogen ook gerust over lesbische relaties schrijven, maar anderen mogen dan ook zeggen wat ze daarvan vinden.