Arjeh Kalmann – Leef gelukkig!
Maar weer eens een boek uit de kast van de Eemlandse schrijvers meegenomen (als ik daar toch ben om mijn bundel goed in het zicht te zetten, tralala). Ik nam het mee, maar M. las het eerst, zo gaat het meestal. Zij was er nogal door gegrepen, dus ik had hoge verwachtingen, die uiteindelijk toch een beetje tegenvielen. De ondertitel zegt het al, het is een Joods familieportret in egodocumenten (voornamelijk brieven, maar ook sinterklaasgedichten, dagboeken enzovoort). Kalmann beschrijft de levens van de tien personen op de foto op het omslag en dan met name hun onderlinge relaties. Het is zijn eigen familie, en dat is zowel een voordeel als een nadeel, denk ik. Zou een buitenstaander over al dit fantastische materiaal hebben kunnen beschikken? Waarschijnlijk niet. Zou het boek gebaat zijn geweest bij wat meer afstand? Ja, dat denk ik wel. Het is zonder meer fascinerend hoe de familieleden met elkaar omgingen (mensen raakten voortdurend uit de gratie bij andere mensen, schreven elkaar venijnige brieven en roddelden over elkaar met derden). Bovendien is ook dit weer een belangrijke en erg interessante oorlogsgeschiedenis (een deel van de familie duikt onder, een deel vlucht naar Zwitserland). Ik had ook niet de indruk dat de auteur zijn familie spaart. Of zichzelf, want hij heeft zelf ook heel wat woedende epistels ontvangen, met name na de scheiding van zijn ouders (sommige verwijten waren verrassend herkenbaar). De auteur heeft volgens mij ook geworsteld met zijn positie, maar die worsteling had van mij niet in het boek terecht hoeven komen. Hij goochelt nu bijna het hele boek lang met formuleringen als ‘de auteur van dit boek’ en ‘de tweede zoon van Annie en Heinz’ om ‘ik’ maar niet hoeven te gebruiken, om zich dan uiteindelijk ‘bekend te maken’. Tegen die tijd vond ik het alleen maar bijzonder irritant, want je weet als lezer al de hele tijd dat hij aan het woord is. Daarnaast vond ik het ook een wat onevenwichtig boek. Ieder familielid op de foto heeft zijn of haar eigen deel gekregen, maar niet iedereen leefde even lang en schreef evenveel. Netty overleefde de oorlog niet. De auteur kent zijn eigen moeder het best, dus dat deel is het langst (daar komt hij zelf ook het meest in voor). Bovendien komen sommige brieven of delen daarvan in meerdere delen voor. Wat meer duiding en selectie (het boek bestaat nu grotendeels uit de primaire bronnen, de schrijvers daarvan krijgen ook terecht credits als ‘de echte auteurs van dit boek’) was misschien beter geweest. Ik ben blij dat ik het helemaal heb gelezen, maar het was af en toe best doorbijten. Ook voor de persklaarmaker/corrector, kreeg ik het idee, ik kwam tegen het einde meer foutjes tegen…
Martine Bijl – Hindergroen
Op Vlieland heb ik alleen dit boek gelezen, maar ik heb in ieder geval een boek gelezen (en tijdschriften). Dit is een bundel columns. Ik geloof dat we ergens hadden gelezen dat ze goed waren en de titel daarom hadden genoteerd, ik geloof niet dat ik al eens ergens een column van Martine Bijl had gelezen. Het probleem van columnbundels is natuurlijk dat daarin stukken achter elkaar staan die oorspronkelijk niet bedoeld waren om achter elkaar te lezen. Je loopt het risico dat het meer van hetzelfde lijkt. Dat vond ik bij deze bundel ook wel een beetje. Misschien vooral ook omdat ze vrij veel over de natuur schrijft (over haar tuin, over dieren) en ik dat niet zo interessant vond. Jammer genoeg schreef ze weinig over theater, televisie en het vertalen van musicals. Ik vond de columns op zich wel leuk, maar ik kreeg de indruk dat ze zichzelf ook nogal leuk vond, en dat vond ik dan weer wat minder.