Boeken van juli

Ruud Meijer – Beroep huisvrouw. Geschiedenis van het Amersfoortse huishoudonderwijs

Dit boek vond ik in de bibliotheek in de kast met boeken van Eemlandse schrijvers (waar mijn eigen bundel ook te vinden is). Het leek me interessant en dat was het ook. Ik moet eerlijk toegeven dat ik het niet helemaal van voor tot achter gelezen heb. Het is best aardig geschreven, maar soms behoorlijk droge kost. Het boek is duidelijk bedoeld om te informeren, niet om te entertainen. Het is bepaald geen literaire non-fictie (zou wel erg leuk geweest zijn!). Het boek gaat over de verschillende huishoudscholen die er ooit in Amersfoort waren, hoewel vooral heel veel over eentje en dan daarna nog even kort over twee andere, omdat daar een stuk minder materiaal over te vinden was. En dat dan geplaatst in een groter verband: de positie van de vrouw, de economische situatie in Nederland enzovoort. Er komen ook vrouwen aan het woord die op de huishoudscholen hebben gezeten of er lesgaven. Een leuke toevoeging, al vond ik de interviews helaas niet al te interessant, de meeste vrouwen sommen vooral op welke akten ze hebben gehaald en uit welke omliggende dorpen de leerlingen kwamen. Ik denk dat er leukere insteken mogelijk waren geweest met dit materiaal dan deze. Ik vond het bijvoorbeeld best saai dat er veel ruimte wordt besteed aan de verschillende gebouwen en de financiële situatie van de instellingen. Maar ik vond het wel interessant om te lezen hoe het gegaan is met het huishoudonderwijs in het algemeen, hoe het eerst een opstapje was voor meisjes die anders helemaal niet meer verder zouden mogen leren terwijl het later meer iets werd voor meisjes van wie men dacht dat ze verder toch niks konden. En natuurlijk extra leuk dat alles in het boek op mijn eigen stad was gericht.

Simon Cherry – De schat van Gruizelkaak
(Eddy Stone and the Epic Holiday Mash-Up, vertaald uit het Engels door Marjolein Algera)

Dit is het eerste boek over Eddie Kei. Ik heb het tweede boek over hem mogen persklaarmaken. Ik kreeg in dat kader het eerste boek ook toegestuurd, maar kwam er niet aan toe om dat al te lezen. Ik probeer eerdere delen altijd te lezen als ik boeken uit series redigeer (of herlezen als ik die eerdere delen ook heb geredigeerd), maar in dit geval is het feit dat de hoofdpersoon in beide boeken Eddie Kei heet zo ongeveer de enige overeenkomst. En dus bleef het toch liggen. Ik was wel heel enthousiast over het tweede boek, en daardoor toch ook erg benieuwd naar het eerste. En ik vond het eerste boek misschien nog wel leuker dan het eerste. ‘Zomaar’ lezen blijft heel anders dan voor werk lezen, zeker als ik vrij ben, ik heb de vertaalster inmiddels ontmoet, er kunnen allerlei redenen voor zijn. Voor beide boeken geldt dat ze heel origineel en grappig zijn. Heel levendig ook, met kleurrijke personages (die ook in de vertaling allemaal een geheel eigen stem hebben, razend knap gedaan). Vrijwel elke pagina gebeurt er wel weer iets onverwachts of geks. Soms misschien een tikje flauw voor volwassenen, maar ik heb echt zitten grinniken. Het zijn avonturenverhalen. In dit boek logeert Eddie bij zijn oma en treft hij op een dag een piraat aan in haar badkuip. Samen met deze piraat, ‘de bemanning’ (een oud vrouwtje met een kringloopwinkel) en een pinguïn die uit een waterpark is ontsnapt (en zichzelf een rasentertainer vindt), gaat hij op zoek naar een schat.

Dola de Jong – De thuiswacht

In de jaren veertig werd dit boek door alle uitgevers afgewezen vanwege de ‘schandelijke inhoud’. Er komen namelijk lesbische vrouwen in voor. Natuurlijk kun je ervan uitgaan dat het zeventig jaar later niet zo heel schokkend blijkt te zijn allemaal. Het gaat over twee huisgenotes: een inderdaad lesbisch en de ander een zorgelijk type dat dat aanvankelijk niet doorheeft. Ergens raakte het me wel, al moest ik erg wennen aan de stijl en had ik ergens toch gehoopt dat het meer over een lesbische relatie zou gaan in plaats van over een wat kleurloze vrouw die het allemaal niet zo goed weet. Onder andere in het nawoord wordt er zonder meer van uitgegaan dat beide vrouwen lesbisch zijn, maar zelf zag ik dat toch anders. O, en het is zo’n boek met overduidelijke terugblikken in de trant van ‘toen kon ik nog niet vermoeden dat…’, daar moet je van houden. Wat me echt stoorde was dat de flaptekst iets essentieels verraadt dat pas op 7/8 van het boek plaatsvindt. Het is een boek vol overpeinzingen en dat is op zich prima, maar toch een beetje sneu om dan zo ongeveer het enige spannende gegeven (dat te maken heeft met de oorlogsdreiging) achterop te kwakken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *