Jojo Moyes – Vier plus één
(The One Plus One, vertaald uit het Engels door Anna Livestro)
Dit boek stond al een hele tijd in de kast. Volgens mij zat het in de goodiebag die ik kreeg op het Zomerfeest van De Fontein, maar dan wel het feest van twee jaar geleden, niet dat van deze zomer… Ik was er ooit al weleens in begonnen, maar wist alleen nog dat in de openingsscène twee schoonmaaksters voorkomen (ik herinner me vaak de onbenulligste details uit boeken in plaats van de grote lijn, kan voor mijn werk erg onhandig zijn). Geen idee waarom ik het toen weer weg heb gelegd. In het boek gaan alleenstaande moeder Jess (die als schoonmaakster werkt, dat klopte dus wel), haar gothic stiefzoon Nicky, haar briljante dochter Tanzie en hun grote, stinkende hond Norman op weg naar Aberdeen. Daar is een wiskundewedstrijd waarmee Tanzie genoeg geld hoopt te winnen om naar een goede school te kunnen. Jess kan het schoolgeld niet betalen, en een heleboel andere dingen eigenlijk ook niet. Zoals geschikt vervoer. Hun brakke auto wordt door de politie van de weg gehaald. Gelukkig rijdt op dat moment Ed voorbij, bij wie Jess schoonmaakt. Ed had zijn zaakjes tot voor kort prima voor elkaar, maar nu dreigt hij te worden aangeklaagd wegens handel met voorkennis. Hij weet zelf niet precies waarom, maar hij biedt de hele familie een lift aan. Ze zijn een paar dagen onderweg, er gebeurt natuurlijk van alles en door de verschillende perspectieven kom je steeds meer over iedereen te weten. Ik had een beetje romantisch gezever verwacht, maar ik vond dit echt een leuk boek, het leest heel fijn. En ik was zelfs ontroerd tegen het einde, maar daar moet ik misschien de hormonen en de vermoeidheid de schuld van geven.
Emma Los – De canon van het onderwijs
Uit dit boek las ik vaak een paar ‘vensters’ voor het slapengaan. Het bespreekt iets van 30 ontwikkelingen in het onderwijs: iets historisch, iemand die iets belangrijks heeft bedacht, een methode… Heel afwisselend. Zoals je kunt verwachten in een overzichtsboek, gaat het allemaal niet heel diep. Ik lees natuurlijk wel vaker over dit thema, dus lang niet alles was nieuw voor mij. Een venster gaat bijvoorbeeld over Kees Boeke, zijn biografie las ik al eerder. Maar het was over het algemeen toch wel interessant. Zo wist ik bijvoorbeeld niet dat er naast het bekende leesplankje met aap-noot-mies ook een speciaal Indisch leesplankje bestond (met daarop o.a. ‘boe’ (baboe) en een ‘oom’ in tropenkostuum). Misschien toch nog maar een keer naar het Onderwijsmuseum, waar ik alleen een keer geweest ben toen het nog in Rotterdam zat. Of eigenlijk moet ik daar sowieso heen, omdat ze daar momenteel de tentoonstelling ‘Van het naadje en de kous’ hebben, over handwerken op school!
Ted van Lieshout en Philip Hopman – De dikke Boer Boris
Tante A. mocht van een of andere loterij een boek uitzoeken en wilde graag, heel lief, een boek voor S. uitzoeken. Ik lees graag voor, ja, ook nu al, maar ben wel een beetje een snob op dit gebied. Er zijn zo veel prachtige prenten- en kinderboeken, ik heb voor mijn gevoel geen tijd om genoegen te nemen met mindere. Tante A. is juf geweest en kende Boer Boris al. Hij kwam ook voorbij op de Midzomerkinderboekenborrel, maar dat was de eerste keer dat ik van hem hoorde (ter verdediging van mezelf: aan prentenboeken valt meestal weinig te redigeren, dus ik kom ze niet vaak tegen in mijn werk!). De verhalen zijn nog een beetje te lang voor S. op dit moment, denk ik, al zou ze misschien best de (fantastische) tekeningen al kunnen bekijken. Ik heb het boek alvast zelf gelezen en ben heel enthousiast! In De dikke Boer Boris zitten drie losse verhalen, die ook apart zijn uitgegeven: Boer Boris wil geen feest!, Boer Boris gaat naar de markt en Boer Boris en de maaier. De tekst is op rijm, met veel herhaling en grappige vondsten. Boer Boris zelf lijkt een soort Pluk van de Petteflet: in bepaalde opzichten een kind, in andere volwassen. Hier gaan we nog veel plezier aan beleven!