Kom ik weer aan met boeken die ik tijden geleden heb gelezen. Ik weet dat het me goeddoet om mijn telefoon vaker weg te leggen en meer te lezen, maar soms lijkt het alsof ik vooral bezig ben om de gigantische ‘verlanglijst’ in mijn bibliotheekaccount aan te vullen. En de lijst met boeken die (nog) niet in de bibliotheek te leen zijn. En dan wil ik ook nog mijn Sandbank Shawl afmaken en van alles zien op tv. En dit alles ‘moet’ voornamelijk in de avonden gebeuren, als het huis is opgeruimd en de kinderen in bed liggen. Het klinkt nu heel dramatisch, maar eigenlijk gaat het juist beter dan eerder, toen D. nog niet wilde gaan slapen zonder een van ons erbij. Nu zit vooral S. weer in een roepfase, waarbij ze vaak vrijwel meteen beweert dat ze niet kan slapen. Over de nachten heb ik het hier maar even niet.
Lucy Strange – Het geheim van het Nachtegaalbos
(The Secret of Nightingale Wood, vertaald uit het Engels door Aleid van Eekelen-Benders)
Dit boek kreeg ik van vriendin C. voor mijn verjaardag. De eerste vijftig pagina’s vond ik er weinig aan. Ik moest wennen aan de stijl en ik vond het vooral erg naargeestig. En dat blijft het ook wel. Het is een kinderboek, maar het gaat vrij expliciet over de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog en de psychiatrie in die tijd. Daarnaast is het vooral een boek over rouw. Over hoe oneerlijk het leven kan zijn, dat iedereen anders omgaat met de dood en hoe dat mensen van elkaar kan vervreemden. Een notoir lastig thema voor mij. Verklaarbaar, en je zult mij altijd mijn best zien doen om het niet als excuus te gebruiken, maar lastig. Momenteel zelfs weer even extra lastig, dat mag je best weten.
Ik vond het een heel Engels boek, dat schatplichtig is aan de klassieke verhalen (vooral Alice in Wonderland) en daar ook nadrukkelijk aansluiting bij zoekt. Wat mij betreft iets te gretig. Ik ben er ook niet zo bekend mee. Uiteindelijk raakte dit boek me wel, soms onverwacht, in schijnbaar eenvoudige zinnen.
‘Je bent niet meer alleen mijn kleine zusje – je bent nu ook iemands grote zus. Onthoud dat goed.’
‘Een kort leven is ook een leven.’
‘Maar ik was bang dat ze er niet meer zou zijn. En ik was bang dat ze er wel zou zijn.’
Anita Terpstra – Het huis vol
Dit boek past in principe helemaal in mijn straatje. Recente geschiedenis, concentratie op het dagelijks leven/families… Ik vond dit boek daarom ook zeker leuk om te lezen, maar er zijn betere in het genre te vinden. Bijvoorbeeld Het zwijgen van Maria Zachea van Judith Koelemeijer. Dat heb ik erg lang geleden gelezen, maar in mijn herinnering was dat stilistisch in ieder geval beter, meer literaire non-fictie. Bij Een huis vol miste ik allereerst een overkoepelend idee. Ik bedoel, er is op zich wel een overkoepelend idee, Terpstra’s ouders komen beide uit grote gezinnen en ze heeft de meeste van haar oom en tantes over hun jeugd geïnterviewd. Maar de delen over beide families staan compleet los van elkaar, de enige overeenkomst is dat de auteur aan iedereen verwant is.
Deze interviews worden afgewisseld met een soort algemene hoofdstukjes over een bepaald thema (ik weet al niet meer wat de onderwerpen waren, maar bijvoorbeeld over de was, of over geld, zoiets). In die hoofdstukjes worden echter vaak ook weer ooms en tantes geciteerd. Ik denk dat het mooier zou zijn geweest als de informatie op de een of andere manier in het lopende verhaal was verwerkt. De informatieve hoofdstukken blijven namelijk vrij oppervlakkig. Als je de bronvermelding ziet, begrijp je ook wel hoe dat komt, want die bestaat voornamelijk uit Wikipedia-artikelen, afgewisseld met een aflevering van Andere tijden. Ook opvallend: het boek De helpende hand van Eva Vriend (heb ik ook gelezen) komt er niet in voor, maar wel een artikel over dit boek. Ik snap dat dit geen proefschrift is, maar dit is wel het andere uiterste.
Verder verbaasde ik me over de mildheid van diverse familieleden over hun ouders; sommige dingen zou ik toch echt typeren als kindermishandeling. Het verschil tussen de familieleden in dit opzicht is ook wel interessant. Sommigen praten veel goed, anderen doen dit minder, en er was ook een oom die niet wilde meewerken aan het boek.
Misschien was het een redactiekwestie (voor mij natuurlijk altijd leuk om over te speculeren). Er stonden wat slordigheidjes in, een foto van de ene familie in het deel van de andere familie, een ontbrekende tante in het dankwoord, een andere tante die twee keer werd bedankt… Tot slot zou ik er persoonlijk denk ik niet voor hebben gekozen om ‘heit’ en ‘mem’ te vervangen. Zo exotisch is dat nu ook weer niet en als je er echt nog nooit van hebt gehoord als lezer (lijkt me sterk) ben je waarschijnlijk wel in staat om te onthouden dat daarmee de ouders worden aangeduid. En mocht zelfs dat nog te hoog gegrepen zijn, dan kun je het ongetwijfeld opmaken uit de context, aangezien het volledige boek over de gezinnen gaat. Dus nee, die ingreep begreep ik niet goed.
Paulien Cornelisse – Japan in honderd kleine stukjes
C. gaf M. ook een boek voor haar verjaardag :) Nog een stukje beroepsdeformatie, Paulien Cornelisse geeft inmiddels zelf haar boeken uit. En is gelukkig iemand die zich realiseert dat het feit dat ze een BN’er is daarbij helpt. En iemand die professionals inhuurt voor de zaken waar ze zelf geen verstand van heeft. Ik heb een keer gelezen dat ze het fijn vindt dat ze nu zelf kan bepalen hoe een boek eruitziet, dat ze niet per se voor de goedkoopste optie hoeft te gaan. Daar moest ik aan denken bij dit boek, omdat het een leeslint heeft en zeer fijn in de hand ligt.
Ik lees haar teksten graag, ik vind haar vaak grappig en ik hou van haar oog voor detail. Ik ben niet speciaal enorm fan van Japan. Maar als je dat wel bent, weet je waarschijnlijk alles al wat in dit boek staat. Ik zat toevallig wel in een soort Japan-periode toen ik dit boek las, met Reizen Waes en Tokidoki op tv en 100% Coco – Tokyo (het laatste deel van de serie, snik) van Niki Smit ter redactie. Tokidoki is dus de reisserie van Cornelisse, en de combi van boek en serie was wel een beetje te veel, aangezien daar natuurlijk overlap in zit.
Karen Connelly – De meisjeskleedkamer
(The Change Room, vertaald uit het Engels door Rebekka Bremmer)
Dit boek stond tussen de boeken met de tag ‘Meisje-Meisje’ op queerboeken.nl. Ik zie nu ook weer de aanprijzing erbij: ‘Konden alle schrijvers maar zo mooi over lesbische seks schrijven!’ Eh, juist. Er wordt inderdaad best uitgebreid en smaakvol over lesbische seks geschreven in dit boek. En dat zie ik helaas niet zo vaak. Alleen is dit in mijn ogen geen lesbisch boek. Is een boek een lesbisch boek zodra er lesbische seks in voorkomt? Wat mij betreft niet. Het zou natuurlijk kunnen dat lesbische seks voldoende is voor de tag ‘Meisje-Meisje’, maar ik had verwacht dat het boek ook over lesbische personages zou gaan. En dat is niet zo. Het gaat over een vrouw, Eliza, die getrouwd is met een man. Deze vrouw begint een affaire met Shar, een sekswerker die ze in het plaatselijke zwembad heeft ontmoet. Shar is vroeger verkracht en bijna vermoord (door een man) en heeft nu zowel mannelijke als vrouwelijke cliënten, al wil ze daar eigenlijk mee stoppen als ze haar opleiding tot sekstherapeut heeft afgerond. O, en ze is van Iraanse afkomst, dus dat diversiteitshokje kan ook worden afgevinkt.
Ik vond het eigenlijk best een goed boek, goed geschreven, met geloofwaardige passages over het leven van een werkende moeder, zowel komisch als pijnlijk. Als ik er meer blanco in was gegaan, niet met het idee dat ik een lesbisch boek zou gaan lezen, zou ik het vast nog beter hebben gevonden. Jammer van het bijzonder open einde. Het gepieker van Eliza, over of ze nu dan lesbisch is en wat dit betekent voor haar heterohuwelijk, vond ik trouwens alsnog interessant. Ik stoorde me wel aan het feit dat verhalen over de lesbische seks werden gebruikt om de heteroman op te geilen. En aan die verkrachting. Shar doet het daarna ook nog wel met mannen, dus het cliché van lesbisch ‘worden’ dankzij slechte ervaringen met mannen gaat hier niet helemaal op, maar ik las er toch wel in: ‘kijk, ze is verkracht, dus daarom is ze nu zo verknipt’. In het nawoord las ik vervolgens dat de auteur met dit boek sekswerk wil ‘decriminaliseren en vermenselijken’. Oké, dat verklaarde in ieder geval de focus. Verder bedankte ze het personeel van een seksshop, dat haar uitleg had gegeven over voorbinddildo’s. Oké.
Ik merk dat ik het moeilijk vind om mijn punt te maken, omdat ik zelf nog niet precies weet wat mijn punt dan is. Natuurlijk mogen heterovrouwen over lesbische seks of lesbische relaties schrijven. En andersom. Iedereen mag van mij overal over schrijven. Het is ook niet aan mij om de term ‘lesbisch’ te claimen en te bepalen wat of wie daar wel en niet onder valt. Misschien komt mijn ongemak vooral voort uit het feit dat ook in dit boek lesbische relaties weer niet voor vol lijken te worden aangezien. Het lijkt vanzelfsprekend dat de vrouwen ook interesse hebben in mannen, met de lesbische seks als leuk extraatje, voor de afwisseling. In deze blog schrijft de auteur overigens dat ze het boek heeft gebruikt om haar eigen biseksualiteit te ontdekken. Dat verklaart voor mij een hoop (en dat staat niet in het nawoord, klinkt toch net wat minder geëngageerd dan dat over die sekswerkers). En dan volgt er een vage passage over een lesbische vriendin (die ook seks heeft met mannen, staat er expliciet bij) die het niet aankon om het boek te lezen, maar wel de vriendschap heeft opgezegd vanwege het boek, en dat de auteur haar inmiddels heeft vergeven, omdat ‘no queer person comes through society’s heteronormative gauntlet unscathed’. O-ké. En wat weet jij daar precies van?
De gedachten van een redacteur bij dit boek: ‘meisjeskleedkamer’ vind ik niet zo goed passen bij een boek over zulke volwassen thema’s, de originele titel is dan ook neutraler. Het omslag ziet er op zich mooi uit, maar ze zwemmen geen enkele keer buiten. En er wordt op een gegeven moment uitgebreid gesproken over de term ‘homo’. In het origineel stond daar zeker ‘gay’, want nu duidt in dat vertaalde gesprek een meisje zichzelf aan als homo… Ik zie nu dat ‘gay’ volgens Van Dale ook alleen op mannen betrekking heeft, daar ben ik het niet mee eens, maar misschien komt het daardoor. Ik zou het hebben laten staan.